- De coronacrisis brengt veel onzekerheid met zich mee, maar in eerste instantie zijn er veel bijzondere regelingen voor ondernemers en werknemers.
- Het is echter niet duidelijk of de tijdelijke coronamaatregelen worden verlengd, als de crisis langer aanhoudt.
- Het kan zijn dat werknemers en zzp’ers die werkloos raken, uiteindelijk moeten terugvallen op reguliere maatregelen voor inkomensondersteuning.
- Werknemers kunnen terugvallen op de WW, terwijl zzp’ers naar de Bbz of algemene bijstand moeten kijken, als ze geen financiële buffer hebben.
- Aan de reguliere regelingen voor inkomensondersteuning zijn veel strengere voorwaarden verbonden dan aan de tijdelijke coronaregelingen.
Het coronavirus heeft een groot deel van de economie lamgelegd, waardoor veel mensen zonder werk zijn komen te zitten.
De coronamaatregelen die verspreiding van het virus moeten beperken, hebben grote impact op de economie.
Grenzen gaan dicht en reizen naar het buitenland wordt sterk afgeraden. Horeca, sportclubs en scholen zijn tijdelijk gesloten en veel winkels sluiten uit voorzorg hun deuren. Buitenshuis geldt een samenscholingsverbod en de overheid gebiedt 1,5 meter afstand te houden, ook binnenshuis.
Veel activiteiten kunnen niet doorgaan en bedrijven en zelfstandig ondernemers zien hun omzetten dalen. De horeca en reisbranche zijn hard getroffen, net als de industrie, detailhandel en transportsector.
Dat betekent voor veel mensen een tijdelijk inkomensverlies. Dat wordt gecompenseerd door een pakket tijdelijke maatregelen van de overheid om zowel zelfstandig ondernemers als bedrijven overeind te houden, zodat banen worden behouden.
Het is echter onduidelijk wat er gebeurt als de coronacrisis langer duurt dan de drie maanden die zijn voorzien. Het is ook niet duidelijk of de tijdelijke maatregelen zullen worden verlengd.
We willen er niet aan denken, maar wat als de coronacrisis jouw bedrijf of dat van je werkgever dermate heeft geraakt dat je je werk verliest en zonder inkomen komt te zitten?
In dat geval moet je een beroep doen op de reguliere regelingen die in Nederland gelden voor werknemers en zzp’ers.
Business Insider zet hier de regelingen voor werknemers, flexwerkers en zzp’ers op een rij.
Werknemers in loondienst
De komende tijd zorgt de Noodmaatregel Overbrugging Werkbehoud (NOW) ervoor dat werknemers van bedrijven die in de problemen zijn gekomen door de coronacrisis, worden doorbetaald.
Vallen er toch ontslagen, dan komen de volgende twee regelingen als eerste in zicht:
- Een werkloosheidsuitkering (WW)
- Een transitievergoeding
WW-uitkering
Bij ontslag heb je in principe recht op een WW-uitkering van minimaal 3 maanden tot maximaal 2 jaar. De precieze duur hangt af van je arbeidsverleden.
Voor een uitkering van 3 maanden moet je aan de wekeneis voldoen die grofweg neerkomt op 6 maanden werk, al dan niet voor verschillende werkgevers, voordat je werkloos werd. Voor een langere uitkering moet je aan de maandeneis voldoen die neerkomt op 4 jaar werk, eventueel voor verschillende werkgevers, voordat je werkloos werd. We komen hier verderop in het artikel op terug.
Het loon van de 12 maanden voordat je werkloos werd, bepaalt de hoogte van de WW-uitkering. De eerste twee maanden bedraagt de uitkering 75 procent van je loon. Daarna is dat 70 procent.
Let op: bij de berekening van de WW-uitkering gaat het UWV uit van het sv-loon (sociale verzekeringsloon). Het sv-loon kan hoger of lager uitvallen dan het brutoloon. Staat het sv-loon niet vermeld op je salarisstrook, kijk dan naar het bedrag bij ‘loon voor loonheffing’ en verminder dat met de pensioenpremie. Lees hier meer over het sv-loon.
Andere belangrijke uitgangspunten bij het vaststellen van de WW-uitkering zijn:
- De WW-uitkering is niet gekoppeld aan het inkomen van je partner of andere gezinsleden.
- De WW-uitkering is niet afhankelijk van eventueel eigen vermogen.
- De WW-uitkering is gebonden aan een maximum: het maximumdagloon.
Het maximumdagloon behoeft wat uitleg. Dat betekent namelijk dat de WW-uitkering 70 procent van je laatstverdiende loon bedraagt, maar dat gaat niet op voor hogere inkomens.
Op basis van het sv-loon berekent het UWV wat je dagloon is. Voor de WW-uitkering mag het dagloon maximaal 219,28 euro (2020) bedragen. Je kan dus maximaal 70 procent van dit dagloon aan WW-uitkering krijgen. Is je werkelijke dagloon hoger, dan maak je dus een grotere inkomensterugval.
Zoals de meesten wel weten, krijg je een WW-uitkering niet zomaar. Deze gaat gepaard met plichten en er zijn voorwaarden aan verbonden, zoals de voorwaarde dat je niet zelf ontslag moet hebben genomen of geen schuld hebt aan je ontslag.
Uitkeringsinstantie UWV zet de belangrijkste voorwaarden op een rij.
- Je bent verzekerd voor werkloosheid
- Je verliest 5 uur of meer van je werk per week.
- Je bent direct beschikbaar voor betaald werk.
- Je hebt in de laatste 36 weken voordat je werkloos werd, minstens 26 weken (hoeft niet aaneengesloten) gewerkt.
- Je bent niet door je eigen schuld werkloos geworden.
Een toelichting op een aantal punten:
In loondienst ben je automatisch verzekerd voor werkloosheid. Lees hier in welke gevallen je niet verzekerd bent.
Het verlies van 5 uur werk per week, betekent dat je geen loon meer krijgt over die uren. Je kunt ook een WW-uitkering aanvragen als je een deel van je baan kwijtraakt. Werkte je bijvoorbeeld gemiddeld minder dan 10 uur per week, dan ben je werkloos als je minstens de helft van die uren en het bijbehorende loon kwijtraakt.
Overuren en tijdelijk gewerkte uren tellen overigens ook mee. Je krijgt geen WW-aanvulling op je loon als je meteen een nieuwe baan krijgt, hetzelfde aantal uur of meer werkt en minder verdient dan bij je vorige baan. Je krijgt wel een aanvulling als je minder verdient dan 87,5 procent van het WW-maandloon.
Je hebt in de laatste 36 weken voordat je werkloos werd, minstens 26 weken gewerkt. Dit is de wekeneis en geeft recht op minimaal 3 maanden WW-uitkering. Maandag tot en met zondag geldt hierbij als een week. Een week telt mee als je daarin minimaal voor één uur loon hebt ontvangen.
Was je in die 26 weken ziek, met zwangerschapsverlof, onbetaald verlof of werkte je bijvoorbeeld als zzp’er, dan telt die periode niet mee. Het UWV kijkt naar een periode waarin je wel minstens 26 weken werkte in loondienst, en dat hoeft niet aaneengesloten te zijn.
Voldoe je naast de wekeneis ook aan de maandeneis, dan kom je in aanmerking voor een WW-uitkering langer dan drie maanden. Hierbij moet je de laatste 5 kalenderjaren voordat je werkloos werd, minstens 4 kalenderjaren hebben gewerkt. Met de rekenhulp van het UWV kun je de duur van je WW-uitkering inschatten.
WW met vast contract, tijdelijk contract, nulurencontract, proeftijd
Je kunt op veel manieren in loondienst zijn: met een vast contract, tijdelijk contract, flexcontract (uitzend- of nulurencontract) of je kunt nog in je proeftijd zitten. In alle gevallen heb je recht op een WW-uitkering als je aan de voorwaarden voldoet.
Vast contract
Bij een vast contract krijg je pas een WW-uitkering nadat de opzegtermijn bij je werkgever is verlopen. Binnen de opzegtermijn moet de werkgever jou doorbetalen. De opzegtermijn staat in de arbeidsovereenkomst of CAO. Anders geldt de wettelijke opzegtermijn die varieert van 1 maand bij 5 dienstjaren en 4 maanden vanaf 15 dienstjaren. Lees op de website van het UWV meer over de opzegtermijn.
Tijdelijk contract
Bij een tijdelijk contract heb je een arbeidsovereenkomst die na een bepaalde tijd eindigt zonder opzegtermijn. Bekijk wel eerst of je nog recht hebt op loon. De werkgever heeft in de meeste gevallen een aanzeggingsplicht, wat betekent dat het bedrijf een maand van tevoren moet laten weten of het contract wordt verlengd of niet. Gebeurt dit niet, dan heb je recht op nog een maand loon. Heeft de werkgever de aanzeggingsplicht verzuimd en kom je na de einddatum werken, dan geldt dit als een stilzwijgende verlenging van één jaar.
Het tijdelijk contract mag wettelijk een bepaald aantal keer worden verlengd. Belangrijk om te weten: weiger je een verlenging dan krijg je geen WW-uitkering. Althans, niet voor deze baan. Het kan natuurlijk zijn dat je in de 36 weken voordat je werkloos werd, elders in loondienst was.
Een andere mogelijke valkuil is dat je met een tijdelijk contract net niet de 26-wekeneis haalt. Bijvoorbeeld omdat je een contract van 6 maanden had waarbij de laatste week net een halve week is, waardoor die niet meetelt als gewerkte week. Hopelijk werkte je in de afgelopen 36 weken nog elders zodat je alsnog in aanmerking komt voor een WW-uitkering.
Flexcontracten: nulurencontract
Voor de WW-uitkering is het van belang hoeveel uur per week je werkt en hoeveel je daarvan verliest bij werkloosheid, dat is met een nulurencontract lastiger vast te stellen. Het nulurencontract is een van de soorten oproepcontracten die er bestaan.
Je werkt op oproepbasis en hebt geen garantie op een aantal uren werk. Bij een WW-uitkering wordt daarom uitgegaan van het gemiddelde aantal uur per week dat je werkte in de afgelopen drie maanden, schrijft het juridische blog Hello Law. Het dienstverband moet dus wel drie maanden hebben geduurd.
Flexcontract: Uitzendcontract
Ben je werkzaam via een uitzendbureaus of meerdere uitzendbureaus, dan kun je wellicht een WW-uitkering krijgen als er geen werk meer is.
Je komt niet in aanmerking voor een WW-uitkering als het uitzendbureau je weer een tijdelijk contract heeft aangeboden dat je hebt geweigerd.
Kom je zonder werk te zitten omdat het bedrijf tijdelijk sluit, dan bepaalt de uitzendovereenkomst of je een WW-uitkering kunt krijgen. Het komt erop neer dat als daarin staat dat je niet krijgt doorbetaald, je recht hebt op een WW-uitkering.
Proeftijd
In de proeftijd kan de werkgever jou ontslaan zonder opzegtermijn. Als dat gebeurt heb je meestal recht op een WW-uitkering. Dat geldt ook als je akkoord bent gegaan met het ontslag. Maar word je in de proeftijd ontslagen als je ziek bent en ga je akkoord, dan heb je géén recht op een WW-uitkering.
WW: Deels zzp’er en deels in loondienst
Het kan zijn dat je een eigen bedrijf en loondienst hebt gecombineerd. Verlies je je baan in loondienst dan krijg je een WW-uitkering gebaseerd op het aantal uur in loondienst. Je mag voor een bepaald aantal uren als zelfstandige blijven werken, zonder dat dit de WW-uitkering beïnvloedt.
Werk je meer uren als zelfstandige, dan kan je gekort worden op de WW-uitkering. Bekijk de website van het UWV voor rekenvoorbeelden en wanneer je als zelfstandige wordt gezien.
Transitievergoeding
Werknemers die worden ontslagen hebben in principe recht op een transitievergoeding die door de werkgever wordt betaald. Dit geldt voor alle werknemers in loondienst. Het maakt dus niet uit of je een tijdelijk contract, vast contract of oproepcontract hebt. Ook bij ontslag in de proeftijd geldt de transitievergoeding.
Per 1 januari 2020 heb je vanaf de eerste werkdag recht hebt op een derde maandsalaris per dienstjaar. Bekijk hier meer kenmerken van de transitievergoeding en hoe deze in verschillende situaties wordt berekend.
Je hebt als zzp'er geen werk meer
Ben je zzp’er en droogt de stroom opdrachten op, dan kun je in veel gevallen geen beroep doen op de WW en je krijgt geen transitievergoeding. Als zelfstandig ondernemer moet je zelf voor een vangnet zorgen in de vorm van een buffer of een arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov).
Tijdens de coronacrisis heeft de overheid speciale regelingen in het leven geroepen om bedrijven overeind te houden, dat geldt ook voor zzp’ers met de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Hiermee krijg je een tijdelijke aanvulling op het inkomen van maximaal 1.500 euro netto.
Dit gaat meestal niet op in gewone tijden. Heb je als zzp’er geen werk en geen buffer of verzekering, dan ben je in principe aangewezen op de algemene bijstand. Toch zijn er misschien andere paden die je kunt bewandelen voordat je richting bijstand gaat. Je kunt kijken of je recht hebt op een:
- WW-uitkering
- Bbz-uitkering of Bbz-lening
WW-uitkering
Als zzp’er ben je namelijk niet altijd uitgesloten van de WW. Wellicht heb je hier recht op omdat je in loondienst was vóórdat je als zelfstandige aan de slag ging.
Zelfs als je ontslag hebt genomen om een eigen bedrijf te starten kun je misschien in aanmerking komen voor een WW-uitkering. Of je een WW-uitkering krijgt, hangt onder meer af van de omvang van de uitkering die je zou krijgen als je niet als zelfstandige was gestart, en hoelang je een eigen bedrijf hebt gehad.
Bbz-uitkering
Biedt de WW geen soelaas dan kun je bekijken of je in aanmerking komt voor een Bbz-regeling.
In ‘normale tijden’ probeert de overheid zelfstandige ondernemers te ondersteunen met het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz).
De speciale regeling voor zzp’ers in de coronacrisis (Tozo) is gestoeld op deze Bbz, maar heeft veel soepelere voorwaarden. Zo geldt er bijvoorbeeld geen vermogens- en partnertoets en wordt er niet gekeken of je bedrijf levensvatbaar is. Let op: Bij de reguliere Bbz wordt wél op deze aspecten getoetst.
De Bbz is er onder meer voor ondernemers die vanuit de bijstand een bedrijf willen starten en voor gevestigde ondernemers die in financiële problemen zijn gekomen.
De Bbz kun je aanvragen bij de gemeente in de vorm van een periodieke uitkering voor levensonderhoud of een lening om te investeren in je bedrijf.
In principe krijg je de uitkering voor levensonderhoud voor 12 maanden, maar dit kan worden verlengd met maximaal 24 maanden.
De Bbz-uitkering voor levensonderhoud is een renteloze lening waarvan je (een deel) moet terugbetalen als achteraf blijkt dat je inkomen boven de bijstandsnorm ligt. De lening wordt omgezet in een gift als blijkt dat je inkomen onder de bijstandsnorm ligt. Dat is ook een verschil met de Tozo in de eerste drie maanden van de coronacrisis, die tijdelijke uitkering is hoe dan ook een gift.
De reguliere Bbz-uitkering is geen vetpot en qua inkomen schiet je er niet veel mee op ten opzichte van de algemene bijstand. De Bbz-uitkering vult het inkomen aan tot bijstandsniveau. Voor stellen is dat 100 procent van het minimumloon en voor alleenstaanden 70 procent van het minimumloon. Dat komt in 2020 neer op respectievelijk zo’n 1.500 euro en 1050 euro.
Bbz-lening voor bedrijfskapitaal
De lening voor bedrijfskapitaal kan een gift worden onder bepaalde voorwaarden. Je krijgt in dit geval maximaal zo’n 10.000 euro. Is het geen gift maar een rentedragende lening dan kun je maximaal ongeveer twee ton lenen die je binnen 10 jaar moet terugbetalen.
Bijstandsuitkering
Heb je als zzp’er geen buffer en kun je geen beroep doen op de Bbz, dan komt het aanvragen van een bijstandsuitkering in zicht. Ook voormalig werknemers in loondienst die geen recht meer hebben op een WW-uitkering, moeten een beroep doen op de bijstand.
Je komt onder voorwaarden in aanmerking voor een bijstandsuitkering. Je moet je bijvoorbeeld inschrijven als werkzoekende bij het UWV en je moet hebben uitgezocht of je elders geen recht hebt op een uitkering.
Ook moet duidelijk zijn dat je inkomen onder het sociaal minimum valt en dat je op geen enkele andere manier in je levensonderhoud kunt voorzien. Heb je vermogen, een partner met een inkomen en/of vermogen, dan kan het zijn dat je geen recht hebt op een bijstandsuitkering.
Heb je als stel bijvoorbeeld meer dan zo’n 12.000 euro aan spaargeld, dan moet je dit eerst uitgeven aan levensonderhoud voordat je in aanmerking komt voor bijstandsuitkering. Voor alleenstaanden ligt de grens op ongeveer 6.000 euro.
Ook een eigen huis valt onder vermogen en dit wordt in een aparte toets berekend.
Het kan dus zijn dat je eerst je huis moet opeten voordat je in aanmerking komt voor een bijstandsuitkering. Het aanvragen van een bijstandsuitkering kan dus een grote verandering in je leven betekenen.
Lees meer:
- 10 dingen die de overheid doet voor ondernemers in de coronacrisis – regelingen voor mkb, grootbedrijf en zzp’ers
- Voor de hoogte van je WW-uitkering kijkt het UWV naar je sv-loon, maar wat is dat eigenlijk?
- Zzp’er: hoe word je het? Wat verdien je? Wanneer ben je geschikt voor de zzp?
- Stoppen als zzp’er? Deze 6 stappen moet je nemen voor de Belastingdienst, KvK, je pensioen en arbeidsongeschiktheidsverzekering