- Internationale rederijen zijn druk bezig om schaalbare groene alternatieven te vinden voor diesel slurpende containerschepen.
- Van rotorzeilen en reuzenvliegers tot intrekbare vleugels: sommige bedrijven proberen de klassieke zeilboot opnieuw uit te vinden.
- Andere rederijen zetten groots in op groene methanol, gemaakt van landbouwafval.
- Lees ook: ’s Werelds grootste hybride veerboot gaat in 2024 tussen Frankrijk en het VK varen – de batterij is twee keer zo groot als die van andere schepen
Overheden voeren de druk op om de internationale scheepvaart vrij van CO2-uitstoot te maken. Dit noopt grote en kleine rederijen ertoe om groene alternatieven te vinden voor de diesel slurpende containerschepen. Die stoten op dit moment naar schatting zo’n drie procent van de mondiale broeikasgassen uit.
Veel van de hedendaagse ideeën die ronde doen, maken gebruik van een of andere vorm van hightech zeil. Het zijn vaak schepen met een futuristische kijk op door de wind voortgedreven schepen. Een aanpak die historisch gezien vele eeuwen gangbaar is geweest.
Gaan we voor de wereldhandel terug naar het klassieke zeilschip?
Containerschepen van de toekomst: terug naar de zeilboot
Geir Fagerheim van de Zweedse rederij Wallenius Wilhelmsen vertelt Insider dat men bij het ontwerpen van een door wind aangedreven vrachtschip rekening moet houden met verschillende factoren. Hieronder vallen bijvoorbeeld de veiligheid, functionaliteit, comfort voor de bemanning en vooral snelheid.
Oceanbird. Foto: Wallenius Marine
"Er is grote druk om zo kort mogelijke reistijden op de oceaan te hebben", zegt Fagerheim. "Maar als je de schepen heel snel laat varen en de reistijd verkort, gaat dat natuurlijk gepaard met een hoger brandstofverbruik en meer CO2-emissies."
In samenwerking met verschillende partners ontwierp Wallenius Wilhelmsen 'Oceanbird', een vrachtschip dat wordt aangedreven door intrekbare vleugelachtige zeilen. Het kan volgens het bedrijf 7.000 auto's vervoeren, terwijl de C02-uitstoot met 90 procent wordt verminderd.
De ontwikkeling van de technologie achter een duurzaam vrachtschip is op zich al indrukwekkend, stelt Fagerheim. Voornamelijk doordat zeeschepen alle energie die ze nodig hebben mee moeten nemen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een elektrische auto, die onderweg kan stoppen om op te laden.
En omdat er geen emissievrije brandstof als alternatief bestaat, is wind nagenoeg de enige toegankelijke schone energiebron voor de scheepvaartindustrie.
Veers schone vrachtschip gebruikt DynaRig-zeilen en waterstofcellen om de snelheid te optimaliseren. Foto:Veer
Maar de echte uitdaging ligt volgens Fagerheim bij het overtuigen van klanten. Ze moeten accepteren dat de milieuvriendelijke schepen langer over een reis doen dan reguliere containerschepen. Het maakt niet uit hoe innovatief de nieuwe technologie is, het wordt alleen maar relevant als bedrijven accepteren dat een iets langere reistijd de overstap waard is, legt hij uit.
De twee problemen samen zorgen ervoor dat de scheepvaart "de moeilijkste industrie is om CO2-uitstoot te verlagen", aldus Fagerheim.
De "vrachtzeilboot" van TOWT die in juni 2023 te water zal worden gelaten, heeft een capaciteit van 1100 ton. Ter vergelijking: conventionele containerschepen kunnen ladingen van meer dan 38.000 ton aan. Foto: ©PIRIOU/TransOceanic Wind Transport.
Maar nu meer en meer consumenten duurzaamheid als prioriteit bij hun aankopen zien, belooft een groeiend aantal grote merken dat ze duurzame vrachtschepen zullen gaan gebruiken, als die op de markt komen.
In september kondigde consmeticagigant Lush aan producten te gaan vervoeren met een vaartuig gemaakt door Veer. Dat is een scheepsbouwer die voor het eind van 2024 twee 100 procent emissievrije vaartuigen in het water wil hebben.
Veer ontving een startvergunning van het American Bureau of Shipping. Daarmee erkent deze Amerikaanse overheidsinstantie dat de technologie achter het ongeteste concept goed is. Het schip dat Veer wil bouwen maakt gebruik van zogenaamde DynaRig-zeilen en waterstofcellen om de reistijden zo laag mogelijk te houden. Het is ontwikkeld voor transport van lichtere goederen.
"Snelheid is een essentieel onderdeel van het ontwerp", zegt Danielle Doggett, oprichter en CEO van Veer, tegen Insider. "Als we als doel hebben om volledig emissieloos te zijn, waarom zouden we dan niet snel gaan? Waarom zouden we geen snel zeilschip maken? Ik wil het snelst mogelijke container-zeilschip maken"
Foto: Airseas
Een compleet nieuwe vloot nieuwe schepen bouwen, kan een prijzige onderneming worden. Daarom bedacht een ander bedrijf dat een soort parachute op bestaande schepen bouwen, een goede oplossing kan zijn. Het zeil ontvouwt zichzelf vanuit een compartiment op de boeg waardoor hij het schip vooruit kan trekken.
De 'Seawing'-vlieger vermindert het dieselverbruik van schepen met zo'n 20 procent, beweert Airseas, het bedrijf achter de parachute.
"K" Line, een Japanse rederij, zal in de aankomende twintig jaar 50 van de vliegers op zijn schepen installeren. Vliegtuigbouwer Airbus heeft ook een bestelling voor de vliegers geplaatst, al is niet duidelijk hoe het bedrijf ze gaat gebruiken.
Foto: Sea-Cargo
Rederij Maersk pakt het weer anders aan. Als een van de grootste rederijen ter wereld zet Maersk zijn geld in op groene methanol om volledig CO2-neutraal te zijn tegen 2050.
In oktober bestelde het bedrijf zes containerschepen die zijn uitgerust met 'dual fuel'-motoren. Deze kunnen werken op zowel diesel als duurzame brandstoffen. Het totaal aantal door Maersk bestelde schepen van dit type komt daarmee op negentien.
Maar er is een probleem. Er bestaat namelijk niet voldoende methanol om de scheepvaartindustrie op te laten varen. Volgens nieuwssite Grist is er op jaarbasis slechts een capaciteit om 1 procent van de scheepvaartindustrie van methanol te voorzien.
Een render van Maersks nieuwe methanol schepen. Foto: Maersk
Palle Laursen, hoofd vloot & techniek bij Maersk, zegt dat groene methanol de meest schaalbare duurzame brandstofoplossing voor dit decennium is. Ook zou het investeren in de productie ervan "een extra impuls geven aan de snelle opschaling van de beschikbaarheid die nodig is om de kosten van de brandstof te verlagen."