- Demissionair premier Mark Rutte blijft er in het debat over de vrijgegeven notulen uit de ministerraad bij dat hij en zijn kabinet de Tweede Kamer op een correcte manier hebben geïnformeerd.
- Eerder in het debat lagen de coalitiepartijen flink onder vuur en noemde PVV-leider Geert Wilders VVD-fractievoorzitter Sophie Hermans “de tassendrager” van premier Rutte.
- Uit de vrijgegeven notulen bleek eerder deze week dat ministers uit het kabinet-Rutte III grote moeite hebben met kritische Kamerleden.
De aandacht moet weer volop op de toeslagenouders worden gericht, vindt de Tweede Kamer. De voltallige Kamer riep aan het einde van een marathondebat over de toeslagenaffaire het kabinet op de problemen met de compensatie van de slachtoffers op te lossen en “de gedupeerden van het toeslagenschandaal echt op één te zetten”.
Het voorstel was een initiatief van de SP. Partijleider Lilian Marijnissen benadrukte tijdens het debat, dat ging over de vrijgegeven notulen van de ministerraad, al dat het belang van de slachtoffers voorop moest staan.
Staatssecretaris Alexandra van Huffelen moest in het debat meedelen dat minder dan de helft van de mensen die zich voor 15 februari hebben gemeld bij de belastingdienst voor de deadline van 1 mei de compensatie van 30.000 euro krijgen.
Het debat had uiteindelijk geen consequenties voor premier Mark Rutte en het demissionaire kabinet. DENK diende aan het begin van het debat al een motie van wantrouwen in, maar die kreeg niet veel steun. PVV, SP, Forum voor Democratie, Partij voor de Dieren, DENK, Bij1 en BBB stemden voor.
Twee moties van afkeuring kregen meer steun, maar geen meerderheid. Het toch al demissionaire kabinet werd niet aan het wankelen gebracht. Het kabinet beloofde beterschap, en ook de Kamer nam zich voor haar eigen positie serieuzer te nemen.
Rutte: Kamer werd correct geïnformeerd
Demissionair premier Mark Rutte blijft erbij dat hij en zijn kabinet de Tweede Kamer op een correcte manier hebben geïnformeerd. Ook herhaalde hij tijdens een debat over de notulen over de kindertoeslagenaffaire dat hij vindt dat hij de Kamer het feitenrelaas heeft gegeven waar in een motie om was gevraagd.
Anders dan de Kamer vindt hij dat dat relaas volledig genoeg was, al is het maar omdat ze anders niet zouden voldoen aan het veelvuldig aangehaalde artikel 68 uit de grondwet.
Rutte sprak in het debat met onder anderen Esther Ouwehand (PvdD) en Farid Azarkan (DENK) over passages in de notulen van de ministerraad. De oppositiepolitici hielden de premier voor dat zij aanwijzingen zagen dat het kabinet in 2019 informatie achterhield omdat die tot politieke ophef zouden leiden.
De Kamercommissie die dit onderzocht, was deze mening ook toegedaan. Toch is er niets onrechtmatigs gebeurd, zei Rutte bij herhaling.
De demissionair premier zei bij herhaling dat de afweging om stukken niet te delen, vooral te maken had met het uit de wind houden van ambtenaren. Ten eerste zijn ministers politiek verantwoordelijk voor het handelen van ambtenaren op hun departementen en ten tweede was het tijdenlang staand beleid dat ambtelijke stukken waarop beleid wordt gebouwd, in beginsel niet worden gedeeld met de Kamer.
Dat laatste is volgens hem al sinds de jaren tachtig gebruikelijk, maar wordt onder zijn leiding veranderd, benadrukte de minister-president. Het kabinet heeft bij zijn aftreden hiertoe besloten.
In de notulen stonden meerdere passages die suggereerden dat tijdens de ministerraad alvast werd nagedacht over de politieke gevolgen van het openbaar maken van bepaalde documenten.
Zo zei justitieminister Ferd Grapperhaus dat hij zich afvroeg of staatssecretaris Menno Snel ermee "wegkomt" als hij de Kamer geen feitenrelaas stuurde, zoals wel was verzocht. Hij bood aan om samen met Wopke Hoekstra (net als hij CDA-lid) mee te denken over "een wijze waarop kan worden gesteld" dat een kabinetsreactie "tevens een feitenrelaas bevat".
Volgens Rutte moet de uitspraak van Grapperhaus juist gezien worden als een waarschuwing dat de Kamer volgens de grondwet recht heeft op die informatie.
"Het zou nogal wat zijn als een ministerraad met zestien ministers in flagrante delicto zit te delibereren, vier partijen: hoe gaan we proberen de Kamer niet goed te informeren? Dat is niet gebeurd", zei Rutte. "Dat is níét gebeurd."
Rutte niet trots op inhoud notulen
"Ik ben ook niet trots wat ik teruglees", zei Rutte verder in het debat. Vooral dat hij instemde met de opmerking van VVD-minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) dat coalitiepartijen niet kritischer mogen zijn dan de oppositie, is "ongepast", zei hij.
Toch is het af en toe bespreken van Kamerleden "niet te vermijden", meent Rutte.
Verschillende ministers lieten zich negatief uit over kritische Kamerleden van de coalitie. Ook de minister-president deed daar uitgebreid aan mee. Zo blijkt dat hij "weinig begrip" had voor coalitie-Kamerleden die zich op hun eigen onderwerp profileren in de media en daarbij ook kritiek uiten op het kabinet.
"Ik had het niet erg gevonden als ik die opmerking niet gemaakt had", zei Rutte daarover op vragen van SP-leider Lilian Marijnissen.
Rutte ging niet mee met Jesse Klaver (GroenLinks) die vroeg om Van Nieuwenhuizen alsnog aan te spreken op haar opmerking. Rutte vindt een reprimande anderhalf jaar later niet gepast. "Ik vind het ingewikkeld om in een plenair debat een collega een klap om de oren te geven. Dat vind ik niet correct."
Ook vindt de premier het gek Van Nieuwenhuizen hierover een standje te geven, omdat hij zelf de bewindsvrouw toentertijd bijviel.
Wel gaat Rutte op verzoek van de Sophie Hermans van de VVD in de ministerraad van vrijdag nog eens "in reflecterende zin" de woorden van Van Nieuwenhuizen bespreken. "Hier kan ik mee leven", zei de premier.
Volgens de premier is het evenwel onvermijdelijk dat er in de wekelijkse ministerraad zo nu en dan Kamerleden onderwerp van gesprek zijn. Bijvoorbeeld omdat de Kamer officieel opdrachtgever van het kabinet is, en kabinet en Kamer mede-wetgevers zijn. Soms eist de Kamer bijvoorbeeld iets van een bewindspersoon waarbij "er een spanning zit tussen snelheid en zorgvuldigheid". Zo'n opdracht wordt dan in het kabinetsberaad besproken.
Ook blikken de ministers vaak terug en vooruit op belangrijke debatten in de Tweede en Eerste Kamer. "Het is ook een team. Soms is het even stoom afblazen als iemand een heel heftig Kamerdebat heeft gehad, dat gebeurt soms. Die emotie kan dan ook in de ministerraad", zegt Rutte.
Dit is wel de "gevoeligste" context waarin politici besproken kunnen worden, gaf hij toe.
Hoekstra: Sensibiliseren Omtzigt ging alleen over uitvoeringsproblemen
Ook minister van Financiën Hoekstra lag onder vuur in het debat. Uit de notulen bleek onder meer dat door hem en vicepremier Hugo de Jonge “veel tijd en energie is gestoken in het sensibiliseren van de heer Omtzigt, met overigens beperkt succes”.
Hoekstra stoorde zich met name aan de suggestie van Omtzigt dat ambtenaren op zijn eigen ministerie van Financiën “incompetent” zouden zijn.
Omtzigt geldt als luis in de pels op het Binnenhof. Hij kwam onder meer op voor de slachtoffers van de toeslagenaffaire. Momenteel zit hij overwerkt thuis.
Lees ook: Waarom CDA’er Pieter Omtzigt wordt gezien als een ‘lastpak’ in Den Haag
Volgens Hoekstra sloeg het "sensibiliseren" van Omtzigt slechts op het bewustzijn over uitvoeringsproblemen bij de Belastingdienst. Toenmalig staatssecretaris van Financiën Menno Snel zat "met de handen in het haar" door die problemen.
Hoekstra zei in het debat dat hij "aandacht en begrip" vroeg voor de problemen bij de Belastingdienst. Hij wilde zijn partijgenoot Omtzigt slechts "sensibel maken" voor wat wel en niet kon, en vindt dat "echt verdedigbaar".
"Dit is maar een klein deel van de discussie die er geweest is over alles wat er zich afspeelde", benadrukte Hoekstra. Hij zei ook dat op geen enkele manier druk is uitgeoefend op Omtzigt om minder kritisch te zijn op het kabinetsbeleid. Op de vraag van PVV-leider Wilders of hij bereid is excuses aan te bieden aan Omtzigt, wilde Hoekstra geen antwoord geven.
Wilders noemt VVD-fractievoorzitter Sophie Hermans 'tassendrager' en 'masseuse' van Rutte
Eerder in het debat kregen de drie grote coalitiepartijen VVD, D66 en het CDA het flink te verduren. Oppositiepartijen vinden dat die partijen het handelen van de ministers in de ministerraad duidelijker moeten veroordelen.
Dat bijvoorbeeld fractievoorzitter Sophie Hermans van de VVD zegt dat er niet om politieke redenen informatie is achtergehouden voor de Tweede Kamer, viel bij een aantal partijen verkeerd.
Voor alle drie die partijen geldt dat hun partijleider ook in het kabinet zit. VVD-leider en demissionair premier Rutte omarmde in januari het toeslagenrapport van de commissie-Van Dam waar het kabinet over viel, maar nuanceerde wel de passage dat informatie om politieke redenen achtergehouden werd. De toenmalige VVD-fractie onderschreef wel het volledige rapport.
Partij voor de Dieren-leider Esther Ouwehand vindt het "nogal heftig" dat de VVD hier volgens haar toch kanttekeningen bij plaatst, zei ze in het Kamerdebat. Wilders noemde Hermans de "tassendrager" en "masseuse" van Rutte.
De oppositie ondervroeg ook Kamerlid Anne Kuik, die namens het CDA het woord voerde. Volgens Wilders nam Kuik het niet stevig genoeg op voor haar fractiegenoot Omtzigt.
Ook SP-leider Lilian Marijnissen vroeg Kuik zich uit te spreken over de kwestie Omtzigt. Volgens de socialiste is het niet genoeg dat Kuik alleen vragen hierover aan het kabinet stelt: "Dat is toch geen eigen mening?" vroeg Marijnissen zich af.
Fractievoorzitter Rob Jetten van D66 werd op zijn beurt geconfronteerd met een lijst van PvdA-leider Lilianne Ploumen van voorstellen die D66 niet heeft gesteund, die volgens haar een oplossing voor de toeslagenouders dichterbij had gebracht.
Een opmerking van Jetten over het "onmacht en onvermogen" van het kabinet, viel verkeerd bij Marijnissen. "Dit was geen onmacht, dit was willens en wetens gebeurd", zei Marijnissen over de toeslagenaffaire.