- Het CO2-opslagproject Aramis komt in handen van de staatsbedrijven Gasunie en EBN.
- Olie- en gasbedrijven Shell en Total Energies trekken zich terug uit de investering in een pijpleidingenstelsel dat afgevangen CO2 naar lege gasvelden moet brengen.
- Shell en TotalEnergies blijven wel betrokken bij het Aramis-project, stelt Gasunie.
- Lees ook: Opschalen infrastructuur voor waterstof en afvangen CO2 nodig om Nederlandse industrie te redden, aldus Gasunie
Staatsbedrijven Gasunie en Energie Beheer Nederland (EBN) nemen de volledige investering in een pijpleiding voor het CO2-opslagproject Aramis op zich. Daarmee trekken twee mede-initiatiefnemers voor het opslagproject, energieconcerns TotalEnergies en Shell, zich grotendeels terug uit het pijpleidingenstelsel.
Eerder berichtte NRC al over de terugtrekkende beweging van de twee olie- en gasconcerns. Zij zouden de risico’s te groot vinden. Shell en TotalEnergies blijven wel betrokken bij het Aramis-project, stelt Gasunie. Ze richten zich dan vooral op het ontwikkelen van CO2-opslagen.
Ook helpen ze EBN en Gasunie dit jaar nog met “essentiële technische kennis en expertise” rond pijpleidingen. Maar doordat ze er geen aandeelhouders worden, dragen de energieconcerns niet de financiële risico’s. EBN en Gasunie verwachten volgend jaar een definitief besluit over de investering in de pijpleiding.
Het doel van Aramis is om CO2 af te vangen bij fabrieken in het gebied rond de Rotterdamse haven en op te slaan in lege gasvelden in de Noordzee.