- Chinese bedrijven spreiden hun risico’s door vestigingen op te zetten buiten China om de aanvoer van spullen te kunnen garanderen.
- Zuidoost-Azië profiteert van deze verschuiving. Landen als India, Vietnam, Thailand, Maleisië en Indonesië trekken meer Chinese bedrijven aan.
- Daarnaast zoeken Chinese bedrijven productielocaties dicht bij belangrijke afzetmarkten, zoals Oost-Europa voor de Europese markt.
- Lees ook: Duitsland wil naar verluidt beperkingen opleggen aan de export naar China van chemicaliën voor computerchips
China is al meer dan vier decennia de werkplaats van de wereld. Dat kan de komende jaren echter veranderen, want zelfs Chinese bedrijven verplaatsen hun toeleveringsketens naar andere landen.
In westerse landen is al langer een beweging gaande om minder zwaar te leunen op fabrikanten die vanuit China opereren. Die beweging krijgt nu navolging vanuit China zelf.
Chinese fabrikanten halen niet hun volledige productie weg van hun thuisbasis. Maar door een combinatie van geopolitieke risico’s – zoals de spanningen met de VS – en stijgende kosten, gaan ze wel op zoek naar alternatieven.
“We zien dat veel in China gevestigde fabrikanten kijken naar het opzetten van fabrieken in andere landen, vanwege eventuele uitdagingen voor hun toeleveringsketen en politieke risico’s”, vertelt consultant Shay Luo van adviesbureau Kearney aan Insider.
India kan profiteren van deze verschuiving, maar ook landen zoals Vietnam, Thailand, Maleisië en Indonesië.
Verder weg zijn goedkopere productielocaties in de buurt van belangrijke afzetmarkten populair, volgens Luo. Denk bijvoorbeeld aan Mexico voor de Amerikaanse markt en Oost-Europa voor de West-Europese markt.
Dit zijn de zes landen waar Chinese fabrikanten naartoe verhuizen.