- Xpeng is een van de nieuwe Chinese elektrische automerken die dit jaar in Nederland voet aan de grond proberen te krijgen.
- In juni begint dat met de introductie van de Xpeng P7, een auto met een bovengemiddelde uitrusting voor zijn prijsklasse.
- Hoe het relatief jonge merk de Nederlandse harten wil gaan veroveren? Dat vroeg Business Insider aan Guido Pot, de deputy managing director van Xpeng Nederland.
- Lees ook: Hoe de Chinese fabrikant van elektrische auto’s BYD de Nederlandse markt wil veroveren
Onlangs maakten we kort kennis met de allereerste Xpeng voor de Nederlandse markt: de P7. We konden niet anders dan beamen wat de Chinese fabrikant zelf ook zegt: het is een uitermate goede propositie voor de prijs. Maar een merk neerzetten in een nieuwe markt doe je niet met slechts één vierwieler. Daar zijn er meer voor nodig. Ook moet er over de lange termijn worden nagedacht.
“Maar je krijgt maar een keer de kans om jezelf goed te introduceren”, zegt deputy managing director Guido Pot van Xpeng Nederland. “En ik denk dat we dat met de P7 zeker goed doen.”
Pot is sinds februari aangesteld om Xpeng tot een succes te maken in Nederland. Zijn meer dan dertig jarige staat van dienst in de auto-industrie moet hem daarbij helpen. “Ik zag jaren geleden de komst van deze merken al aankomen”, vertelt hij. “Ik ben me er met mijn eigen bedrijf op gaan richten om dit in goede banen te leiden, maar toen Xpeng contact met mij opnam om het voor hen te doen, moest ik de kans natuurlijk wel aangrijpen.”
Pot heeft de afgelopen decennia veel kennis opgedaan. Hij heeft zo’n beetje overal gewerkt, van marketing tot sales en bij merken van Opel tot Land Rover. Hij heeft dan ook een uiterst pragmatische kijk op de introductie van Xpeng als nieuw merk: de P7 moet aanslaan bij het juiste publiek. In dit geval bij de zakelijke leaserijder.
Later dit jaar komt de G9, een vrij grote SUV die qua prijs en uitrusting boven de P7 uitstijgt. Het zijn vooral mkb'ers die in deze elektrische reus zullen rijden, denkt Pot.
Risicoloos kennismaken met het merk
Hoe Pot die doelgroepen wil bereiken? "Bij de juiste mensen om tafel komen en ze enthousiast krijgen." Dat werpt z'n vruchten af, want het lijkt erop dat de leasemaatschappijen de Xpeng P7 in hun aanbod zullen opnemen. Daarmee maakt Pot het voor de Nederlander mogelijk om relatief risicoloos kennis te maken met de nieuwe EV.
Daarnaast zal Xpeng natuurlijk ook met meerdere mediacampagnes komen, en zal het ook actief mensen achter het stuur van de auto’s willen krijgen. “We zullen moeten zijn waar onze klanten ook zijn, en daar werken we actief aan”, zegt Pot. Of hij daarmee doelt op beurzen of bijeenkomsten, laat hij nog even in het midden.
Zelfs het sluiten van partnerships en sponsordeals en het samenwerken met influencers komt ter sprake. Alles om onder de aandacht te komen van potentiële rijders. Maar hierover kan hij nog niet veel meer zeggen. De focus ligt voor nu vooral op de leaserijder. Pas als die bediend is, komt de rest.
“Voor de zakelijke leaserijder zijn twee dingen belangrijk: prijs en uitrusting. En die zitten bij de P7 heel goed. Over onderhoud en andere kwesties maken ze zich niet zo’n zorgen, want die zijn door de leaseconstructie goed afgedekt”, legt Pot uit.
Er valt wat te zeggen voor de eerlijkheid van de strategie. Waar de andere merken zich richten op iedereen die mogelijk geïnteresseerd is, is Pot duidelijk dat hij niet verwacht dat er veel particulieren in de auto zullen stappen. Sterker nog, het zou hem verbazen als het er honderden zijn.
Dat biedt ook een kans voor Xpeng om zich te bewijzen. De leaserijders zijn vaak al enige (Duitse) luxe gewend in deze prijsklasse en hebben dus hoge verwachtingen. Als zij na afloop van hun contract over 4 jaar nog steeds positief zijn over de P7, is er een gedegen basis gelegd voor het merk.
Niets te merken van argwaan jegens China
Maar voor het zover is, zal ook Xpeng te maken krijgen met de argwaan die er jegens China heerst. En ook zal er enige scepsis bestaan over het feit dat we hier te maken hebben met een relatief jonge autofabrikant (Xpeng bestaat pas sinds 2014 en bouwt pas sinds 2017 auto’s), die zijn sporen nog moet verdienen in de autowereld. Beide zorgen wellicht voor wat terughoudendheid onder potentiële rijders.
Toch merkt Pot nog niets. "We draaien er niet omheen dat we een Chinees bedrijf zijn en zullen dat ook niet proberen te verbergen”, stelt hij. “En op het gebied van data zijn we ook gewoon eerlijk en voldoen we aan alle Europese standaarden, onze data wordt bijvoorbeeld in Europa opgeslagen en gaat niet naar China.”
En ook op het gebied van betrouwbaarheid en dienstverlening ziet Pot geen enkel probleem voor de toekomst. Dat komt mede doordat Xpeng een samenwerking is aangegaan met de Emil Frey Group, een van ’s lands grootste dealerorganisaties die ook voor 16 andere automerken werkt. Met deze groep kan het Chinese merk leunen op een groot verkoop- en servicenetwerk in Nederland.
Ook hier geldt dat je niet van de ene op andere dag een landelijk netwerk hebt staan. “We richten ons op 3 tot 4 servicepunten in de Randstad voor het einde van dit jaar”, zegt Pot. “Daarmee hebben we de belangrijkste regio voor onze doelgroep afgedekt en kunnen we verder bouwen aan een landelijk dekkend netwerk.”
Daarbij haalt Pot een extra voordeel van de samenwerking met Emil Frey aan. In theorie kunnen Xpeng-eigenaren hun auto bij alle aangesloten dealers en servicepunten afleveren. Intern wordt dan geregeld dat de auto voor onderhoud van het ene naar het andere punt wordt gebracht, zonder dat de eigenaar hier iets van merkt. Deze dienstverlening zal niet direct over alle servicepunten worden uitgerold.
Dat Xpeng de Nederlandse markt niet in één klap wil veroveren, maar in behapbare brokken, is verfrissend. Als er een solide basis onder zakelijke rijders is gecreëerd, is het tijd om uit te breiden. De komende jaren moet blijken of de gekozen strategie succesvol is. Aan ambitie zal het in ieder geval niet liggen.
