Als het om geo-strategische zaken met een economisch tintje gaat, zet China graag fors in. Met liefst 46 miljard dollar staan de Chinezen klaar om via Pakistan nieuwe handelsroutes naar de Indische Oceaan te openen.
In de Griekse schuldencrisis duikt China af en toe op als mogelijke ‘alternatieve financier’. Maar de kans dat Athene echt een beroep kan doen op Chinese financiering, mocht het misgaan met de onderhandelingen tussen Griekenland en zijn Europese schuldeisers, is niet al te groot. Daarvoor is Griekenland toch net een maatje te klein vanuit Chinees perspectief.
Maar waar worden de Chinezen dan wel warm van? Nou, deze kaart:
(klik voor uitvergroting, bron: Google Maps)
China leunt al decennia op twee economische centra: Hongkong, met het bijbehorende industriële Chinese achterland, en de haven van Shanghai, met een eigen commercieel en industrieel cluster. Maar Shanghai en Hongkong liggen wel een flink eind van Europa en Afrika vandaan.
Westen van China
Vanuit zijn westelijke, veelal achtergestelde provincies heeft China geen directe toegang tot de oceaan. En de kans dat dit gaat lukken via India is, gelet op de historisch moeizame betrekkingen, niet erg groot.
Het alternatief ligt bij de aartsrivaal van India: Pakistan. Als China vanuit de westerse provincie Xinjiang via Pakistan lijntjes weet te leggen naar de Arabische Zee, opent dat enorme perspectieven: de onderontwikkelde Chinese provincie krijgt daarmee een directe mogelijkheid om te profiteren van handelsroutes naar Afrika en Europa.
Chinese president voor megadeal in Pakistan
Precies dit geostrategische plan probeert de Chinese president Xi Jinping maandag tijdens een bezoek aan Pakistan te bezegelen, zo meldt de BBC. China wil voor liefst 46 miljard dollar zakelijke deals aftikken. Die moeten de komende vier jaar leiden tot een groot netwerk van wegen, spoorlijnen en pijplijnen vanuit de regio Xinjiang naar de Pakistaanse kustplaats Gwadar.
China zou hiermee directe toegang krijgen tot de Indische Oceaan; Pakistaanse leiders dromen op hun beurt van een ongekende transformatie van het land tot regionaal economisch knooppunt.
Op papier ziet het er allemaal spectaculair uit, maar er liggen nog wel de nodige obstakels. Die zijn vooral militair-politiek van aard. China kampt in zijn westerse provincies met opstandige bewegingen van islamitische Oeigoeren, terwijl het Noorden van Pakistan als bolwerk geldt van militante Taliban-strijders.
De vrees bij zowel de Chinese als de Pakistaanse regering is dat separatistische bewegingen aan beide kanten van de grens het op een akkoordje gooien om onrust te zaaien. Sabotage van vitale infrastructuur is dan een voor de hand liggende aanpak.
Om de 'economische corridor' tot een werkelijk succes te maken, is een forse veiligheidsinspanning nodig. Omgekeerd is er de hoop dat economisch succes onrustige regio's kan pacificeren. Maar ook dat is een kwestie van eerst zien, dan geloven.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl