- De Chinese luchtmacht en marine hebben de beschikking over ongeveer 2.800 vliegtuigen, waarvan zo’n 2.250 gevechtsvliegtuigen.
- Daarmee heeft China de grootste luchtmacht in de regio en de op twee na grootste ter wereld.
- China is “snel aan het inlopen op westerse luchtmachten”, aldus het Pentagon.
- Lees ook: Rusland werkt naar verluidt aan een nieuw doomsday-vliegtuig: een vliegend commandocentrum voor een kernoorlog
De Chinese luchtmacht en marine beschikken over “de grootste luchtmacht in de regio en de op twee na grootste ter wereld”. Dat concludeert het Amerikaanse ministerie van Defensie in hun jaarverslag dat in november is uitgebracht.
Het Pentagon schat dat China ruwweg 2.800 vliegtuigen heeft in deze twee defensie-onderdelen, drones en lesvliegtuigen niet meegerekend. Daarvan zijn ongeveer 2.250 gevechtsvliegtuigen, waarvan 1.800 jachtvliegtuigen. En 800 daarvan zijn weer straaljagers van de zogeheten vierde generatie die multi-inzetbaar zijn en zowel in de lucht als op de grond van waarde zijn.
Met name de Chinese luchtmacht heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld, aldus het Pentagon-verslag. Verdediging van het eigen luchtruim is niet langer de enige taak. De strijdmacht is assertiever en voert offensieve en defensieve operaties uit, ook over langere afstanden.
Uitbreiding van de gevechtsvloot
Tijdens de Koude Oorlog was de Chinese luchtmacht afhankelijk van in China gebouwde kopieën van Sovjet-vliegtuigen.
In de jaren tachtig was China's eerste eigen gevechtsvliegtuig, de J-8, in wezen een verlengde versie van een van die Sovjet-kopieën. Zijn opvolger, de J-8II, had een nieuwe neus en andere upgrades, maar was tegen de tijd dat het toestel in dienst werd genomen al achterhaald vergeleken met andere landen.
In de jaren negentig begon China met het kopen van gevechtsvliegtuigen van de vierde generatie uit Rusland om zijn vloot uit te breiden en technische ervaring op te doen. China schafte tussen 1992 en 2015 toestellen van het type Su-27, Su-30MKK en Su-35 aan en maakte later eigen versies van deze jets.
De eerste van deze straaljagers, de J-11, was een gelicenseerde kopie van de Su-27. Het toestel behield veel van de kenmerken en mogelijkheden van de Su-27, waaronder een 30mm-kanon, 10 ophangpunten voor raketten, een topsnelheid van ongeveer Mach 2 en een dienstplafond van ruim 18.000 meter.
In 2004 stopte China met de bouw van de J-11 en werd de productie opgestart van de J-11B, in feite een zelfontwikkelde kopie van het Russische origineel. Daarmee schond China de licentie-overeenkomst met de Russen.
Op dit moment zijn er ongeveer 297 stuks van de J-11 in verschillende varianten in dienst bij de Chinese luchtmacht en marine.
In 2015 introduceerde de luchtmacht de J-16, een doorontwikkeling van de J-11 en gedeeltelijk gebaseerd op de Russische Su-30MKK.
Waar de J-11 is bedoeld om luchtoverwicht te krijgen, kan de J-16 ook luchtaanvallen uitvoeren. Het toestel heeft 12 ophangpunten voor raketten en bommen, plus een 30mm-kanon en een radar met AESA-technologie om een groter aantal bundels te verwerken.
De Chinese luchtmacht heeft 150 stuks van de J-16 in diverse varianten in gebruik. In november begon de luchtmacht met gevechtstrainingen voor de J-16D, de versie die geschikt is voor elektrische oorlogsvoering.
Van de J-10 heeft China het meeste exemplaren, namelijk 488. Dat toestel is mogelijk gebaseerd op de Israëlische IAI Lavi.
De J-10, geïntroduceerd in 2005, is een eenmotorig jachtvliegtuig met deltavleugel en canard dat voor meerdere type missies ingezet kan worden.
De J-10 heeft 11 ophangpunten, AESA-radar en een 23mm-kanon. Het toestel heeft naar verluidt een topsnelheid van meer dan Mach 2 en een dienstplafond van ruim 18.000 meter.
De marine heeft een eigen jachtvliegtuig, de J-15, die ontwikkeld is voor vliegdekschepen. Dat toestel is gebaseerd op een onvoltooid prototype van de Russische Su-33 die China kocht van Oekraïne, omdat Rusland geen zaken wilde doen.
De marine heeft zeker 34 exemplaren van de J-15 in gebruik. Het zijn de enige toestellen met vaste vleugels die China in kan zetten op zijn twee vliegdekschepen. Maar de J-15 kampt met een aantal problemen, waaronder het relatief zware gewicht.
Bommenwerpers die steeds meer kunnen
Na het pensioen van de Q-5 in 2017 heeft China nog maar twee bommenwerpers: de H-6 strategische bommenwerper en de JH-7 jachtbommenwerper.
De H-6, een kopie van de Sovjet Tu-16, is een tweemotorige straalbommenwerper die ongeveer 9.000 kilo aan munitie kan vervoeren. Hij kan naar verluidt een snelheid van bijna 1.050 km/u halen en op ruim 12 kilometer hoogte vliegen.
De luchtmacht en marine heeft meer dan 230 stuks van de H-6 in dienst, in meerdere versies. Zo heeft de H-6K betere motoren en kan het toestel tot zes kruisraketten vervoeren die Guam kunnen bereiken, een Amerikaans eiland in de Grote Oceaan.
De H-6G en H-6J zijn marinevarianten, waarbij de H-6J zes antischeepsraketten zoals de YJ-12 kan dragen. Daarmee zijn ze een bedreiging voor vliegdekschepen.
De H-6N, die in 2019 voor het eerst publiekelijk werd getoond, is bijzonder verontrustend. De romp is aangepast om een ballistische raket te dragen die vanuit de lucht kan worden gelanceerd, vermoedelijk ook met kernkop. Het is tevens China's eerste bommenwerper met nucleaire capaciteit die in de lucht kan bijtanken.
In oktober 2020 werd een H-6N gespot met een hypersonische raket aan boord. Daarmee heeft China "mogelijk al een ontluikende nucleaire triade", aldus het Pentagon. Dit betekent dat ze vanuit land, de zee en de lucht tot een nucleaire aanval kunnen overgaan.
De JH-7 is bedoeld voor bombardementen over kortere afstanden. Het toestel werd geïntroduceerd in 1992, is bewapend met een 23mm-kanon en kan meer dan 7 ton aan bommen vervoeren op negen ophangpunten. Het heeft een dienstplafond van ruim 15.000 meter en een topsnelheid van ongeveer Mach 1.
De JH-7 kan munitie vervoeren tegen doelen op land en zee. Er zijn er ongeveer 260 stuks in dienst bij de luchtmacht de marine.
Toestellen van de vijfde generatie
De grote trots van de Chinese luchtmacht is de J-20, een jachtvliegtuig met stealth-technologie van de vijfde generatie. Dit zijn toestellen die multi-inzetbaar zijn en beschikken over nieuwe ontwikkelingen als stuwstraalbesturing, composietmaterialen, geavanceerde radar en onzichtbaarheid voor radar.
De J-20 is waarschijnlijk gebaseerd op plannen gestolen uit het Amerikaanse stealth-programma. De exacte specificaties zijn niet publiekelijk bekend, maar men vermoedt dat het toestel in staat is tot een maximumsnelheid van bijna Mach 2 met een dienstplafond van ongeveer 18 kilometer en een bereik van ruim 1.100 kilometer.
In het hoofdwapenruim kunnen vier luchtdoelraketten voor lange afstanden worden geplaatst, terwijl in twee zijruimten elk één kortere-afstandsraket kan worden geplaatst.
China heeft meer stealth-vliegtuigen in ontwikkeling – waaronder een stealth-bommenwerper met nucleaire capaciteit (waarschijnlijk de H-20) die een bereik van 8000 kilometer zal hebben en een lading van ruim 9 ton kan vervoeren.
China ontwikkelt nog een ander stealth-gevechtsvliegtuig, de FC-31, dat waarschijnlijk dienst gaat doen op vliegdekschepen, ter vervanging van de J-15. Op beelden die in oktober zijn vrijgegeven, lijkt een FC-31-variant te vliegen met een katapult-lanceerinrichting op het neuslandingsgestel en met mechanismen om de vleugels op te vouwen.
China ontwikkelt andere technologieën en vaardigheden waarmee het meer uit zijn vliegtuigen kan halen. Er wordt vooruitgang geboekt bij het oplossen van de motorproblemen die zijn vliegtuigen hebben geteisterd en het land ontwikkelt een geavanceerder arsenaal lucht-luchtraketten.
De luchtmacht is ook beter in staat om bij te tanken in de lucht, waardoor de vliegtuigen volgens het Pentagon verder en langer kunnen vliegen.
"De Chinese luchtmacht loopt zijn achterstand op westerse luchtmachten snel in", aldus het Pentagon in zijn rapport. China's agressieve modernisering van de vloot en aanschaf van geavanceerde systemen doen "geleidelijk" de "langdurige en aanzienlijke" voorsprong van het Amerikaanse leger in de lucht teniet.