- De Chinese overheid heeft ingrijpende updates van de Chinese anti-spionagewetten goedgekeurd, tot ongerustheid van buitenlandse investeerders.
- In de aangepaste wet is niet duidelijk gedefinieerd wat wordt verstaan onder de nationale veiligheid of belangen van China.
- De stap volgt op een recente golf van sancties, onderzoeken en aanhoudingen waar buitenlandse bedrijven in China mee zijn geconfronteerd.
- Lees ook: Waarom de VS en de Filipijnen de handen ineenslaan tegen China
Buitenlandse bedrijven in China kampen al met tal van uitdagingen, zoals de bescherming van intellectueel eigendom en geopolitieke spanningen. Maar nu kan het nog moeilijker worden om er actief te zijn.
Op 26 april heeft de Chinese overheid ingrijpende aanpassingen van zijn antispionagewetten goedgekeurd. Daarin is onder meer de definitie van spionage verbreed en is elke informatieoverdracht met betrekking tot nationale veiligheid verboden. De verruimde wet gaat op 1 juli in.
De stap baart buitenlandse bedrijven zorgen, omdat niet duidelijk is gedefinieerd wat wordt verstaan onder de nationale veiligheid of belangen van China, leggen experts uit tegenover DW en CNN.
Tot nu toe richtte de wet zich op onrechtmatige omgang met staatsgeheimen — wat op zich al een “dubbelzinning gedefinieerde term” was, schreven analisten van adviesbureau Eurasia Group op 28 april in een notitie die is ingezien door Insider.
In de nieuwe versie van de wet zijn de termen met betrekking tot nationale veiligheid en -belangen nog steeds "niet expliciet gedefinieerd", aldus de Eurasia Group. "Het was al erg lastig. Nu wordt het nog moeilijker", zegt Alfred Wu, universitair hoofddocent aan de Lee Kwan Yew School of Public Policy van de National University of Singapore tegen Insider.
Wu schrijft de uitbreiding van de wet toe aan het eenmansbewind van de Chinese president Xi Jinping, die volgens hem geneigd is "te ver te gaan" bij de aanpak van problemen. Dat bleek bijvoorbeeld bij het strikte Chinese coronabeleid.
De aanpassing van de wet is ook bijzonder zorgwekkend wegens de recente ontwikkelingen rond buitenlandse bedrijven in China.
China's harde optreden tegen buitenlandse bedrijven baart zorgen
In april ondervroeg de Chinese politie personeel van het Amerikaanse adviesbureau Bain in Shanghai.
Op 28 april meldde de Japanse nieuwsdienst Nikkei dat Beijing een medewerker van Astellas Pharma, een Japanse medicijnfabrikant, had gearresteerd wegens "een spionage-incident dat de nationale veiligheid van China raakt", aldus Wu Jianghao, de Chinese ambassadeur in Japan.
En in maart vielen de Chinese autoriteiten het kantoor van Mintz Group, een in New York gevestigd due diligence-bedrijf, in Beijing binnen. Ze hielden vijf plaatselijke werknemers om onbekende redenen vast. Daarnaast startte de Chinese cyberspace-waakhond een onderzoek naar de grote Amerikaanse chipmaker Micron wegens cyberbeveiligingsrisico's.
Deze ontwikkelingen staan op gespannen voet met de opstelling van de nieuwe Chinese premier Li Qiang, die buitenlandse bedrijven aanmoedigt om "in China te investeren en zich in China te vestigen," zoals de Chinese staatszender CCTV in maart meldde.
"Buitenlandse zakenlieden maken zich grote zorgen", zegt Wu, die gespecialiseerd is in de politieke economie van China. "Want niemand weet wie de volgende keer wordt gearresteerd."
Ondanks die zorgen zullen bedrijven volgens Wu de voordelen van winst afwegen tegen de nieuwe risico's. "Bedrijven die graag geld willen verdienen, implementeren mogelijk een 'Made in China for China'-strategie," zegt hij. "Wegens de aantrekkingskracht van hoge winsten zullen bedrijven nog steeds naar China gaan, ook al brengt dat risico's met zich mee."