Gebruikers van ChatGPT kunnen een abonnement afsluiten om toegang te krijgen tot de meest geavanceerde AI-modellen van OpenAI, het bedrijf achter de populaire chatbot. Een abonnement op ChatGPT Pro, zoals de nieuwe dienst heet, kost 200 dollar per maand, zo bleek donderdag.

Voor dat bedrag krijgen gebruikers onbeperkte toegang tot verschillende taalmodellen, waaronder OpenAI o1. Dat AI-model, waarvan in september een eerste versie werd gelanceerd, is volgens het bedrijf vergelijkbaar met een promovendus die uitdagende taken moet uitvoeren, bijvoorbeeld op het gebied van natuurkunde, scheikunde of biologie.

Onder het abonnement valt ook een proversie van o1, die volgens OpenAI meer rekenkracht heeft “om dieper na te denken en nog betere antwoorden te geven op de moeilijkste problemen”.

“ChatGPT Pro biedt onderzoekers, ingenieurs en andere personen die dagelijks gebruikmaken van intelligentie op onderzoeksniveau een manier om hun productiviteit te verhogen en voorop te lopen bij de nieuwste ontwikkelingen in AI”, kondigt OpenAI aan op zijn website.

Twijfels over verdere vooruitgang AI-modellen achter ChatGPT

De afgelopen twee jaar verzamelden AI-bedrijven als OpenAI, Meta en Google gigantische hoeveelheden data en vergrootten ze de rekenkracht van computers om hun generatieve AI-modellen te verbeteren. Die aanpak werkte tot kort geleden prima, maar daar lijkt nu een eind aan te komen. Dit dwingt AI-bedrijven om op zoek te gaan naar naar alternatieve manieren om AI-modellen te verbeteren.

De nadruk op data en rekenkracht komt voort uit onderzoek dat aantoonde dat transformers, de neurale netwerken achter generatieve AI-modellen, lineair schalen met de hoeveelheid data en rekenkracht er beschikbaar is.

Maar recent kwamen meerdere berichten naar buiten dat deze methode niet meer zo effectief is als men had gehoopt. Bij onder andere OpenAI en Google zouden meer data en rekenkracht niet geleid hebben tot een evenredig verbeterde ChatGPT en Gemini.

Bedrijven als OpenAI zijn actief aan het zoeken naar manieren om bestaande AI-modellen te verbeteren. Een voorbeeld hiervan is OpenAI o1 dat in september uitkam. Dit taalmodel werkt in essentie nog steeds hetzelfde als alle voorgaande, maar presteert beter bij het beantwoorden van kwantitatieve vragen, waaronder bijvoorbeeld vragen over programmeertaal en wiskunde.

Deze verbetering wordt mogelijk gemaakt doordat o1 langer de tijd krijgt na te denken (in vakjargon 'inference' genoemd), voordat het model antwoord geeft. Het nadeel van deze manier van werken is wel dat dit vele malen meer rekenkracht vereist en trager is. Het model heeft immers meer tijd en dus meer rekenkracht nodig om tot een antwoord te komen.

LEES OOK: Dit is de belangrijkste vraag die de AI-wereld op dit moment bezighoudt