- In de Verenigde Staten zijn overheidsinstanties bijgesprongen om ervoor te zorgen dat omvallende banken niet voor een bredere financiële crisis zorgen.
- Dit steunbeleid botst wel met het voornemen om via monetaire verkrapping de hoge inflatie te bestrijden.
- Beursexperts Michael Nabarro en Gökhan Erem bespreken de recente turbulentie op financiële markten.
ANALYSE – Het was de week van de reddingsbrigades die met man en macht het probleem bij de Amerikaanse regionale banken trachten in te dammen.
Afgelopen weekend sprongen Amerikaanse overheidsinstanties bij met garanties voor alle rekeninghouders bij twee grote, failliete banken: Silicon Valley Bank en Signature Bank. Zo kwam er een “bail-out” die we gek genoeg geen “bail-out” mogen noemen. Daarnaast bood de Amerikaanse centrale bank extra kredietfaciliteiten voor alle banken in de VS.
In feite heeft de Amerikaanse overheid een verzekering afgesloten voor het renterisico van het hele systeem. Het laatste woord is hier nog niet over gesproken. Aan de ene kant beperkt de overheid met het redden van zwakke banken het risico op een bredere financiële crisis. Anderzijds is er het moral hazard-probleem: als het fout gaat, springt de overheid bij. Zo wordt het wel heel makkelijk bankieren!
In de onderstaande grafiek van de regionale bankenindex in de VS zie je dat, ondanks alle inspanningen van Amerikaanse overheidsinstanties, het vertrouwen nog geenszins is hersteld en de onzekerheid aanhoudt.
Het is op het moment lastig te overzien in hoeverre de recente steunoperaties van overheidsinstanties zullen helpen. Het lijkt waarschijnlijk dat er door de sterke renteverhogingen meer narigheid links en rechts onder de motorkap te vinden is.
Naast regionale banken is bijvoorbeeld commercieel vastgoed kwetsbaar, aangezien dat mogelijk door de oplopende rentes toch minder waard is geworden en lastiger te financieren wordt.
Sterker, door de recente gebeurtenissen zal het voor vele (jonge) bedrijven een stuk lastiger worden om nieuwe financieringsrondes rond te krijgen. Dat lijkt de kans op een recessie in de VS verder te vergroten.
Europa: alle ogen op Credit Suisse
In Europa waren alle schijnwerpers deze week gericht op de Zwitserse grootbank Credit Suisse. De bank mag aan het infuus van de Zwitserse centrale bank, nu zijn Saoedische grootaandeelhouder de geldkraan heeft dichtgedraaid.
Bijzonder is dat Credit Suisse naar eigen zeggen geen hulp heeft gevraagd, maar die krijgt de bank nu toch. Dat kan niet helemaal als een verrassing komen.
De onderstaande grafiek weerspiegelt de koers van het aandeel Credit Suisse over de afgelopen vijf jaar. Duidelijk is dat de door meerdere schandalen geplaagde bank al geruime tijd in behoorlijk zwaar weer zit. Inmiddels zou overname van Credit Suisse door collega-grootbank UBS als optie op tafel liggen. De komende tijd wordt er waarschijnlijk meer duidelijk over het bestaansrecht van deze bank.
Centrale banken proberen beurs te kalmeren, maar hoge inflatie is nog niet weg
De problemen bij van verschillende banken maken het niet makkelijker voor centrale banken in Europa en de VS om vast te houden aan het beleid van renteverhogingen om de inflatie te bestrijden. In Europa besloot de ECB deze week om voor deze maand voet bij stuk te houden, met een renteverhoging van 0,5 procentpunt.
Komende week is het de beurt aan de Federal Reserve om kleur te bekennen. Vindt de Fed de recente ontwikkelingen serieus genoeg om een pauze in te lassen bij het verhogen van de rente, of toch niet? Vooralsnog lijkt een beperkte renteverhoging met 0,25 procentpunt in de VS het meest waarschijnlijk.
Een saillant detail bij dit alles is dat het kwantitatieve verkrappingsprogramma (QT) van de Federal Reserve door de recente steunprogramma’s onder druk staat. Het gaat hierbij om het afgelopen jaar ingezette beleid om de obligatiebezittingen op de balans van de centrale bank af te bouwen en op die manier liquide middelen uit de omloop te nemen.
De grafiek hieronder toont de omvang van de balans van de Federal Reserve en de knik omhoog helemaal rechts laat zien dat de balans van de centrale bank recent weer is uitgedijd, wat dus duidt op monetaire verruiming.
Als de Federal Reserve obligatieleningen opkoopt met de uitgifte van nieuwe dollars dan verschijnt het obligatiebezit aan de actiefzijde op de balans en komt het 'bijgedrukte geld' als schuld op de passiefzijde van de balans. De balans van de centrale bank dijt dan uit. De injectie van liquide middelen in het financiële systeem, maakt lenen goedkoper en stimuleert de economie en de inflatie.
We hebben hier dus over een hoogst opmerkelijke situatie. Aan de ene kant zet de Federal in op monetaire verkrapping om de hoge inflatie te bestrijden. Dit gebeurt via het verhogen van de beleidsrente én tot voor kort het afbouwen van de obligatiebezittingen op de balans (Quantative Tightning, kwantitatieve verkrapping).
Aan de andere kant zijn er afgelopen week nieuwe steunprogramma's gelanceerd voor banken, die een tegengesteld effect hebben. Per saldo is de balans van de Federal Reserve hierdoor recent weer uitgedijd. Dit komt neer op monetaire verruiming en gaat juist in tegen het beleid om de inflatie te bestrijden.
Hopelijk krijgen we de komende week meer duidelijkheid van de Federal Reserve, inclusief de strategie ten aanzien van balans van de centrale bank. Het stoppen van het QT-programma bij een inflatie van 6 procent roept immers veel vragen op.
Rente daalt door onrust op financiële markten, Big Tech profiteert
Nu de centrale bankiers bij eventuele verdere rentestappen vooral kijken naar binnenkomende economische data, zullen markten dat ook doen. Hierdoor kan de bovengemiddelde beweeglijkheid op aandelen- en obligatiemarkten nog wel even aanhouden.
Die beweeglijkheid was deze week vooral goed te zien in de rentemarkten. Ter illustratie laten we hieronder de koersgrafiek van de 2-jaars staatsobligatie in de VS zien, waarbij van belang is dat de koers tegengesteld beweegt aan de rente.
Te zien is dat de koers van de 2-jaars staatsobligatie fors omhoog is geschoten, omdat beleggers hun toevlucht hebben genomen tot relatief veilige staatsobligaties. Het gevolg hiervan is dat de 2-jaars rente is gedaald van net boven de 5 procent tot iets minder dan 4 procent.
Technisch gezien is wat betreft het koersbeeld in de bovenstaande grafiek het proces van lagere toppen voor de 2-jaars obligatie geneutraliseerd en lijkt voor nu de neerwaartse druk naar de achtergrond te verdwijnen.
Aangezien de reden voor de koersstijging te maken heeft met de onrust op financiële markten, zal de verdere koersontwikkeling sterk afhangen van het rentebesluit van de Federal Reserve komende week. Even vinger aan de pols dus en aankijken of rentes met verschillende looptijden in bredere zin aan een ommekeer zijn begonnen.
De daling van rentes en paniek rond bankaandelen hadden deze week per saldo een negatief effect op de meeste beurzen. Maar er was el een een behoorlijke vraag naar grote technologiebedrijven met stabiele kasstromen. In de onderstaande grafiek is dat goed terug te zien bij de stijging van de Nasdaq 100-index.
Ondanks een sterke week voor deze index, zitten we wel nog steeds gevangen in een grotere zijwaartse bandbreedte. Voor nu hebben we vanuit technische optiek dan ook weinig reden om onze neutrale visie aan te passen.
Het goede nieuws voor de Nasdaq 100-index is wel dat de steun van het 200-daags gemiddelde (stippellijn) zijn werk heeft gedaan, maar is er meer voor nodig om positief te worden. Het uitnemen van de recente top zou daarbij behoorlijk helpen.
De komende week zal vooral in het teken staan van het rentebesluit van de Federal Reserve en de toelichting daarop. Bovendien zal de markt erop gespitst zijn dat er niet nog meer bedrijven met problemen naar boven komen drijven.
Michael Nabarro, Chartered Market Technician (CMT), Gökhan Erem, ook CMT, zijn onafhankelijke beleggingsspecialisten die beide meer dan 25 jaar werkzaam zijn in de financiële sector. Met gedegen kennis en ruime ervaring bedienen zij professionele en particuliere beleggers aan de hand van hun methodisch onderbouwde, actieve beleggingswijze.
Deze column bevat meningen en bevindingen van de auteurs. De financiële waarden die in dit schrijven genoemd worden kunnen onderdeel uitmaken van de beleggingen van de auteurs als ook van hun relaties.
Deze column is niet bedoeld als advies in enige vorm en dient als niet-gepersonaliseerde informatie over de financiële markten.