Het is een onderwerp dat regelmatig voorbijkomt in het verkiezingsdebat: worden de ouderen in de steek gelaten of hebben ze het stukken beter dan de jongeren in Nederland?
Volgens nieuwe cijfers van het CBS gaat beiden op, al gaat het allesbehalve slecht met het vermogen van de Nederlandse 65-plusser.
Verreweg de meeste 65-plussers van nu zitten er financieel veel warmer bij dan de senioren twintig jaar geleden. Ze hebben meer eigen vermogen en hebben maandelijks hogere inkomsten dan toen, omdat ze vaker een eigen huis hebben en een beter pensioen opbouwden. Het aandeel arme ouderen daalde de afgelopen twintig jaar “spectaculair” van 20 procent tot minder dan 4 procent.
Dat blijkt dinsdag uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft gepresenteerd. Het bureau nam de 3,1 miljoen mensen ouder dan 65 jaar onder de loep, dat zijn er ruim 1 miljoen meer dan begin 1996.
Bestedingen
Het bestedingsniveau ligt nu bijna 40 procent hoger dan in 1995. De oudere van nu geeft meer uit aan vervoer, recreatie, cultuur en restaurants. Zo hebben steeds meer ouderen een eigen auto.
Tussen 1995 en 2008 kregen ouderen meer te besteden. Dat kwam onder meer door de verhoging van de AOW, het staatspensioen. Ook hebben mensen vaker een aanvullend pensioen. Vanaf 2009 ging de koopkracht van ouderen er door de economische crisis wel op achteruit, meer dan bij de doorsnee bevolking. Ook het aantal ouderen met een schuld is gestegen van 1 naar 5 procent.
Toch is het vermogen en inkomen in 2016 van de meeste ouderen veel beter dan ooit, stelt Peter Hein van Mulligen van het CBS. "De oude, arme mensen zijn letterlijk aan het uitsterven", zegt Van Mulligen. Vaak zijn dat weduwen, met een klein pensioen of alleen AOW. De nieuwe 65-plussers - de babyboomers van vlak na de Tweede Wereldoorlog - zorgen ervoor dat ouderen in Nederland welvarender zijn dan elders in Europa, stelt Van Mulligen.
Eigen woning
De helft van alle ouderen had in 2015 een eigen woning; twintig procent meer dan twee decennia terug. Dat zorgde voor een stijging van het eigen vermogen van de ouderen naar gemiddeld 86.500 euro. Dat is vijf maal zo hoog als van een doorsnee huishouden. Twintig jaar geleden was het vermogen van 65-plussers met ongeveer 22.000 euro juist kleiner dan een gemiddeld huishouden.
De meeste 65-plus-huishoudens met een eigen woning hebben de hypotheekschuld grotendeels of volledig afbetaald. Onderwaarde komt weinig voor (3 procent in 2015, tegen 32 procent onder doorsnee huishoudens). De helft van de oudere huizenbezitters heeft overwaarde, van de babyboomers zelfs 62 procent.
Ook als je de eigen woning niet meetelt neemt het vermogen in twintig jaar tijd per saldo toe: van 9000 naar 12.000 euro. Ook de ouderen hadden last van de economische crisis en de dalende huizenmarkt tussen 2008 en 2013, maar veel minder sterk als bij jongere huishoudens.
Schulden
Wel hebben de ouderen vaker schulden. In 1995 had niet meer dan 1 procent van de 65-plushuishoudens een negatief vermogen, in 2015 was dat 5 procent. Landelijk gezien verdubbelde in twintig jaar tijd het aandeel huishoudens met netto-schuld tot bijna een kwart in 2015.
Zowel mannen als vrouwen worden nog steeds ouder dan voorheen. Wel blijkt dat ongeveer 60 procent van de ouderen te zwaar is. Twintig jaar geleden was dat nog niet de helft.