- Het beursjaar 2024 levert onder meer voor cryptobeleggers forse koerswinsten op.
- Wie vóór het eind van het jaar wat winsten wil veiligstellen door bijvoorbeeld bitcoins te verkopen, moet wel rekening houden met de vermogensbelasting in box 3.
- De Belastingdienst kijkt namelijk mee om te voorkomen dat belasting wordt ontweken via peildatumarbitrage.
- Lees ook: Fiscale eindejaarstips 2024: 6 dingen die je kunt doen om belasting te besparen
Cryptobeleggers stevenen in 2024 op een uitstekend jaar af, met forse koerswinsten voor onder meer de bitcoin. Daar kwam in november nog een extra rally bij vanwege de verkiezingsoverwinning van Donald Trump in de Verenigde Staten. Beleggers die bij het slot van dit jaar koerswinsten willen veilig stellen door wat cryptovaluta te verkopen, moeten in Nederland wel rekening houden met de vermogensbelasting in box 3.
De vermogensbelasting voor sparen en beleggen in box 3 kent twee categorieën: spaargeld en ‘overige bezittingen’. Onder die tweede categorie vallen allerlei soorten beleggingen zoals aandelen, maar ook cryptovaluta.
In box 3 werkt de fiscus met zogenoemde fictieve rendementen. Dus niet de daadwerkelijke vermogensontwikkeling wordt meegenomen, maar per categorie geldt een vast, verondersteld rendement. Voor sparen is dat in 2024 1,03 procent en voor beleggingen 6,04 procent.
Het fictieve rendement van 1,03 procent voor sparen is nog niet definitief vastgesteld, het tarief voor beleggingen wel. Voor 2025 zijn de voorlopige percentages vastgesteld op respectievelijk 1,44 procent en 5,88 procent.
Over het berekende fictieve rendement wordt 36 procent belasting geheven. Elk jaar wordt 1 januari in het jaar van de aangifte als peildatum genomen voor het vermogen in box 3. Die datum is dus ook van belang vanwege de verdeling tussen spaargeld en beleggingen op dat moment.
Winst nemen op beleggingen? Let op peildatumarbitrage bij vermogensbelasting
Aangezien spaargeld een veel lager fictief rendement kent en dus minder zwaar wordt belast dan beleggingen, kan de verleiding ontstaan om vlak voor de jaarwisseling beleggingen te verkopen en als spaargeld aan te houden en dit in het nieuwe jaar weer om te draaien.
Om zogenoemde 'peildatumarbitrage' tegen te gaan kijkt de fiscus of je in de drie maanden vóór 1 januari grote bedragen aan beleggingen hebt verkocht en omgezet in spaargeld. Als je hierdoor plots veel minder vermogensbelasting hoeft te betalen, kan de Belastingdienst ingrijpen door transacties belastingtechnisch terug te draaien.
Dat wil zeggen: vermogen wordt dan op de peildatum van 1 januari met terugwerkende kracht alsnog aan de categorie 'beleggingen en overige bezittingen' toegekend.
Voor spaargeld en beleggingen in box 3 geldt overigens een vrijstelling van 57.000 euro per persoon in 2024. Voor partners gaat het om het dubbele. Je gaat dus pas belasting betalen als je vermogen boven die drempel uitkomt. In 2025 gaat de vrijstelling omhoog naar 57.684 euro per persoon.
Cashen met bitcoin
Stel bijvoorbeeld dat je op 29 november 2023, dus een jaar geleden, één bitcoin hebt gekocht voor 34.000 euro. Die is in een jaar tijd gestegen naar een waarde van 91.000 euro.
Bij de belastingaangifte over 2024 geldt de peildatum van 1 januari dit jaar, dus dan zal voor de bitcoin bijvoorbeeld een waarde van 38.000 euro op dat moment gelden. Echter de verkoop van de bitcoin eind november voor een waarde van 91.000 euro betekent dat een bedrag van die omvang fiscaal gezien verschuift van de categorie 'beleggingen' naar 'sparen'.
Zonder de verkoop zou sprake zijn van een stijging van het belegde vermogen tussen 1 januari 2024 en 1 januari 2025 van 38.000 euro naar 91.000 euro (ervan uitgaande dat dit ook de waarde is begin 2025).
Door de verkoop zakt het in de bitcoin belegde vermogen van 38.000 euro per 1 januari 2024 naar 0 euro per 1 januari 2025. Daar staat tegenover dat er 91.000 aan spaarvermogen bij komt. Dit scheelt fors voor de vermogensbelasting in 2025.
Stel dat iemand naast de 1 bitcoin precies 57.684 euro aan spaargeld heeft, ofwel het bedrag van de vrijstelling in 2025. Het verschil tussen de situatie mét en zonder verkoop van de bitcoin is dan als volgt
Je ziet hier dat als de bitcoin wordt aangehouden (Situatie A) de vermogensbelasting in box 3 per 1 januari 2025 uitkomt op 1.309 euro, zo kun je nagaan met deze tool van berekenhet.nl.
Als de bitcoin eind 2024 is verkocht (Situatie B) zakt de te betalen vermogensbelasting naar 336 euro, ofwel bijna 1.000 euro minder.
In een dergelijke situatie is de kans aanwezig dat de Belastingdienst vindt dat sprake is van peildatumarbitrage en de waarde van de 91.000 euro toerekent aan het belegde vermogen per 1 januari 2025, waardoor je dus het hogere bedrag aan vermogensbelasting moet afdragen.