De Britse bevolking gaat 23 juni naar de stembus om zich in een referendum uit te spreken over het lidmaatschap van de Europese Unie. Dat heeft premier David Cameron zaterdag bekendgemaakt.
De premier zei dat het de ministers uit zijn kabinet vrij zal staan op persoonlijke titel campagne te voeren voor of tegen het EU-lidmaatschap. De regering wil echter dat Groot-Brittannië lid blijft en de premier zal daar ook campagne voor voeren. Cameron heeft eerder al aangegeven de uitslag van het referendum te zullen volgen.
,,Ik zal naar het parlement gaan en voorstellen dat het Britse volk over onze toekomst in Europa besluit (…)”, aldus de premier. ,,Mijn advies is helder. Ik geloof dat Groot-Brittannië veiliger, sterker en beter af zal zijn in een hervormde Europese Unie.”
Cameron sloot vrijdagavond een akkoord in Brussel over een uitzonderingspositie voor Groot-Brittannië binnen de Europese Unie. De Britse regering wilde onder meer de toegang voor EU-burgers tot het Britse socialezekerheidssysteem bemoeilijken. Dat wordt toegestaan.
Ook het uitkeren van kinderbijslag naar andere EU-landen zal worden aangepast. Voorts zal het streven naar een ,,alsmaar hechtere unie”, een zinsnede uit het Europees Verdrag, niet langer op Groot-Brittannië van toepassing zijn.
Afspraken positie Groot-Brittannië
Hieronder een overzicht van de belangrijkste afspraken.
Soevereiniteit:
Lidstaten krijgen meer mogelijkheden nieuwe Europese wetsvoorstellen tegen te houden of veranderen. Als 55 procent van de parlementen in de 28 lidstaten inclusief een paar grote landen tegen is, wordt het voorstel introkken of aangepast.
Groot-Brittannië wordt uitgezonderd van de verdragsterm ‘ever closer union’, die inhoudt dat EU-lidstaten politiek steeds verder integreren.
Sociale zekerheid/immigratie:
Als het systeem van sociale zekerheid zwaar onder druk staat omdat burgers uit andere EU-landen hier een beroep op willen doen, dan kan een 'noodremsysteem' worden geactiveerd. Het land zou dan deze werknemers sociale uitkeringen gedeeltelijk mogen ontzeggen in de eerste vier jaar nadat ze zijn gaan werken. Deze noodrem mag zeven jaar van kracht zijn, zonder mogelijkheden tot verlenging.
Ook komen er strengere eisen voor het uitkeren van bijslag voor kinderen die niet wonen in het land waar de ouder werkt. Die wordt berekend aan de hand van de levensstandaard in het land van herkomst. Dat mogen alle EU-landen direct gaan doen bij nieuwe aanvragen en vanaf 2020 ook voor al bestaande kinderbijslaguitkeringen.
Economisch bestuur:
Eurolanden zullen rekening houden met het effect van hun beslissingen op landen die de euro niet hebben. Op hun beurt mogen niet-eurolanden, waaronder Groot-Brittannië, geen maatregelen treffen die de eurozone schaden.
Er is ook een disclaimer ingebouwd: de afspraken worden pas van kracht als de Britten in meerderheid ervoor kiezen lid te blijven van de EU.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl