De Nederlandse inflatie is volgens de Europese meetmethode nog maar 0,3 procent negatief in maart.
Dat blijkt uit donderdag door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde cijfers over de inflatie.
Met het aantrekken van de economie lijkt ook het gevaar van structurele prijsdalingen te wijken. In maart zakten prijzen gemiddeld nog maar met 0,3 procent, volgens de Europese meetmethode. In februari was de gemiddelde daling nog een half procent.
De Nederlandse inflatie was in maart overigens nog wel lager dan het gemiddelde van de eurozone, waar de inflatie op min 0,1 procent uitkwam.
Volgens de eigen meetmethode van het CBS, die in tegenstelling tot de Europese meting de ontwikkeling van huren en de kosten van de eigen woning meeneemt, was in maart zelfs sprake van een gemiddelde prijsstijging van 0,4 procent.
(klik voor uitvergroting)
Benzine weer iets duurder
De terugkeer van prijsstijgingen heeft volgens het CBS mede te maken met het gegeven dat benzine aan de pomp sinds januari weer iets duurder is geworden. In maart was de gemiddelde pompprijs nog wel 6 procent lager vergeleken met een jaar eerder, maar dat verschil was minder groot dan in januari.
In onderstaande grafiek met productgroepen en diensten uit het inflatiemandje is goed te zien dat huurstijgingen een verhogend effect hebben op de inflatie zoals die door het CBS zelf wordt gemeten. Huren en toegerekende huren toonden in de eerste drie maanden van dit jaar plussen van iets meer dan 4 procent.
Verder is te zien dat de daling van energieprijzen tussen januari (paarse balk) en maart (rode balk) is afgevlakt.
(klik voor uitvergroting)
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl