- Veel werknemers krijgen in 2024 te maken met loonsverhogingen, die behoorlijk hoog kunnen uitvallen.
- De vraag is dan natuurlijk wat er netto van een hoger brutoloon overblijft.
- Business Insider Nederland laat aan de hand van een aantal voorbeelden zien hoe een loonstijging van 2 tot 8 procent uitpakt voor het nettoloon.
- Lees ook: De 14 belangrijkste veranderingen voor je portemonnee per 1 januari 2024
In 2023 zijn cao-lonen gemiddeld genomen met ruim 6 procent gestegen, de sterkste stijging in 40 jaar. De hoge inflatie in Nederland heeft tot flinke druk geleid om werknemers te compenseren met een stijging van de salarissen. Maar hoe pakt dat uit voor het nettoloon?
Om van het bruto- naar het nettoloon te komen moet met een aantal zaken rekening worden gehouden. Zo wordt er op het loonstrookje al een ‘loonheffing’ in gehouden, in verband met de inkomstenbelasting. Daarvoor gelden dit jaar twee tarieven: het inkomen tot 75.518 euro wordt tegen 36,97 procent belast en daarboven betaal je 49,5 procent belasting.
Maar dat is niet het enige. De werkgever verwerkt in principe ook enkele zogenoemde heffingskortingen via het loonstrookje. Het gaat dan om de arbeidskorting en de algemene heffingskorting. De fiscale kortingen worden in mindering gebracht op de te betalen belasting.
De verrekening van de algemene heffingskorting en de arbeidskorting via het loonstrookje gebeurt meestal onder het kopje ‘loonheffingskortingen’. Wie meerdere werkgevers heeft, mag kan overigens maar bij één werkgever de loonheffingskorting laten verrekenen.
De hoogte van de algemene heffingskorting en de arbeidskorting is inkomensafhankelijk en neemt af naarmate je meer verdient. Voor 2024 heeft de overheid ervoor gekozen om de heffingskortingen zo aan te passen dat lage- en middeninkomens daar meer profijt van hebben. Dit zorgt ervoor dat je als werknemer met een gelijkblijvend salaris in 2024 netto toch iets meer overhoudt.
Hoger brutoloon in 2024: hoe pakt dat uit voor je nettoloon?
In veel gevallen hebben werknemers dit jaar niet alleen profijt van hogere fiscale heffingskortingen, maar stijgen ook de brutolonen. De vraag is dus wat er gebeurt met het nettoloon, als je het looneffect meeneemt. Om daar een idee van te geven, heeft Business Insider Nederland een aantal voorbeelden gemaakt met behulp van een tool van berekenhet.nl.
Om te beginnen hebben we gekeken naar stijgingen van het bruto jaarsalaris met 2 tot 8 procent, steeds in stappen van 2-procentpunt. Dit hebben we toegepast op jaarinkomens tussen de 40.000 euro en 100.000 euro.
In de tabel hieronder geven we de brutolonen in 2024 weer bij een stijging van 2 tot 8 procent vergeleken met 2023.
Vervolgens kunnen we kijken wat een bepaald bruto jaarloon netto oplevert. Dit berekenen we op maandbasis en daarbij nemen we ook het verschil per maand vergeleken met 2023 mee. Hierbij is rekening gehouden met de loonheffing (inkomstenbelasting), de algemene heffingskorting en de arbeidskorting.
In de tabellen hieronder vind je de uitkomsten voor respectievelijk een stijging van het brutoloon in 2024 met 2 procent, 4 procent, 6 procent en 8 procent.
Uit eerdere berekeningen van salarisverwerker ADP over het verschil tussen het bruto- en nettoloon in 2024 en 2023, bleek dat als je alleen naar de fiscale verschillen kijkt, er voor veel werknemers een plus van ongeveer 70 euro netto per maand uitrolt in januari 2024.
Neem je loonstijgingen mee, dan wordt dan nog wat meer, zo valt te zien in de tabellen hierboven. Zo levert een loonstijging van 2 procent, waarbij het salaris stijgt van 60.000 euro in 2023 naar 61.120 euro dit jaar, netto 120 euro per maand meer op.
Bij een loonstijging van 6 procent en een jaarsalaris van 63.600 euro, gaat het per maand netto om 221 euro meer. Dat tikt dus best aan.
Nu is het wel zo dat de loonstijgingen een vertraagde reactie zijn op de stijging van prijzen van goederen en diensten, waarbij de inflatie in 2022 officieel gemiddeld 10 procent bedroeg. Vervolgens is de inflatie afgekoeld, waarbij de gemiddelde prijsstijging na september 2023 onder de 3 procent is gedoken, vooral door de daling van energieprijzen.
Voor individuele werknemers blijft de vraag of een hoger loon in 2024 voldoende is om het eerdere verlies aan koopkracht enigszins goed te maken.