- Veel werknemers kunnen in 2025 een loonsverhoging tegemoet zien, omdat er nog altijd flinke druk is om de lonen te laten meestijgen met de inflatie.
- Maar wat houd je van een hoger brutoloon netto over?
- Dit kun je verwachten, als het eerste loonstrookje van 2025 in januari binnenkomt.
- Lees ook: Loonstrookje in 2025: netto houd je meer over vanaf bruto maandsalaris van €2.160
De inflatie blijft in Nederland voorlopig relatief hoog, maar de loonstijgingen zijn eveneens fors. Hoe pakt dat netto uit voor het nieuwe loonstrookje dat in januari 2025 in de mailbox van miljoenen Nederlanders belandt?
Bij het loonstrookje van 2025 zijn de fiscale aanpassingen van belang die gelden voor de tarieven van de inkomstenbelasting, maar ook de aanpassing van heffingskortingen zoals de algemene heffingskorting en de arbeidskorting. Vervolgens is er nog het effect van bruto loonstijgingen op het nettoloon.
Om van het bruto- naar het nettoloon te komen moet met een aantal zaken rekening worden gehouden. Zo wordt op het loonstrookje al een ‘loonheffing’ in gehouden, in verband met de inkomstenbelasting. Daarvoor gelden in 2025 niet twee maar drie tarieven met bijbehorende tariefschijven.
Een voordeel voor veel Nederlanders is dat er door de wijziging van het schijvenselstel van de inkomstenbelasting over het bruto jaarinkomen tot 38.441 euro een lager tarief gaat gelden van 35,82 procent.
Daar staat wel tegenover dat de zogenoemde algemene heffingskorting wordt verlaagd. Dit is een vermindering op de te betalen belasting. Het vaste bedrag van de heffingskorting gaat omlaag naar 3.068 euro, een daling van 294 euro. Het vaste maximum aan belastingaftrek van 3.068 euro geldt in 2025 tot een inkomen van 28.406 euro. Vervolgens wordt de algemene heffingskorting afgebouwd, naarmate je meer verdient.
De verrekening van de algemene heffingskorting en de arbeidskorting via het loonstrookje gebeurt meestal onder het kopje 'loonheffingskortingen'. Wie meerdere werkgevers heeft, mag overigens maar bij één werkgever de loonheffingskorting laten verrekenen.
Hoger brutoloon in 2025: hoe pakt dat uit voor je nettoloon?
Het Centraal Planbureau (CPB) verwacht dat de cao-lonen in 2025 gemiddeld met 4,3 procent zullen stijgen. Daarbij zijn er uiteraard verschillen tussen bedrijven en sectoren.
Stel dat je een bandbreedte aanneemt voor de loonstijging van werknemers van 2 procent tot 6 procent. Wat er gebeurt dan met het nettoloon?
Om daar een idee van te geven, heeft Business Insider Nederland een aantal voorbeelden gemaakt met behulp van een tool van berekenhet.nl.
We hebben hiervoor gekeken naar naar bruto loonstijgingen van 2 procent, 4 procent en 6 procent voor inkomens tussen de 40.000 euro en 100.000 euro.
In de tabel hieronder geven we de brutolonen in 2025 weer op jaarbasis, bij een stijging van 2 tot 6 procent ten opzichte van 2024.
Vervolgens kunnen we kijken wat een bepaald bruto jaarloon netto oplevert. Dit berekenen we op maandbasis en daarbij nemen we ook het verschil per maand vergeleken met 2024 mee. Hierbij is rekening gehouden met de loonheffing (inkomstenbelasting), de algemene heffingskorting en de arbeidskorting.
In de tabellen hieronder vind je de uitkomsten voor respectievelijk een stijging van het brutoloon in 2025 met 2 procent, 4 procent en 6 procent
Uit berekeningen van salarisverwerker ADP over het verschil tussen het bruto- en nettoloon in 2025 en 2024, blijkt dat als je alleen naar de fiscale verschillen kijkt, er voor veel werknemers netto een plus van 30 euro tot 55 euro per maand uitkomt.
Neem je loonstijgingen mee, dan wordt dan nog wat meer, zo valt te zien in de tabellen hierboven. Zo levert een loonstijging van 2 procent, waarbij het salaris stijgt van 60.000 euro in 2024 naar 61.120 euro dit jaar, netto 103 euro per maand meer op.
Bij een loonstijging van 6 procent en een jaarsalaris van 63.600 euro, gaat het per maand netto om 202 euro extra.
Uiteraard blijft het voor de koopkracht van lonen van belang hoe de inflatie zich ontwikkelt. Het Centraal Planbureau verwacht voor 2025 een gemiddelde prijsstijging van 3,2 procent. Grofweg betekent dit dat de koopkracht van je netto salaris bij bruto loonstijgingen van 4 procent en 6 procent verbetert, maar bij een bruto loonstijging van 2 procent nog achterblijft bij de inflatie.
Voor individuele werknemers blijft het dus spannend of het salaris voldoende stijgt om de inflatie bij te benen.