Wereldwijd rukken rotondes op, ten koste van kruispunten op wegen. Nederlandse rotondes trekken daarbij de aandacht van landen die fietsers willen beschermen.

Groot-Brittannië was lange tijd de bakermat dat de verkeersrotonde. Maar de afgelopen decennia zijn er steeds meer landen die de rotonde hebben geadopteerd. In de Verenigde Staten zijn er sinds 1990 drieduizend bijgekomen, Frankrijk heeft er 30 duizend en in Australië tref je er zo’n achtduizend aan.

Rotondes zijn in de aanbouw duurder dan kruispunten met stoplichten – kosten kunnen oplopen tot anderhalf miljoen euro per stuk. Maar in het gebruik zijn ze goedkoper, zo rekende weekblad The Economist vrijdag voor. Het stroomverbruik van stoplichten levert namelijk al gauw kosten van 75 duizend euro per jaar op.

Rotonde: Nederland fietst voorop

Rotondes zijn ook veiliger in het gebruik. In de Verenigde Staten daalde het aantal verkeersdoden bij kruispunten die waren ingeruild voor rotondes met 90 procent.

Kanttekening is wel dat het niet in alle landen goed gaat met rotondes: in de Iraakse hoofdstad Bagdad worden rotondes voor tweerichtingsverkeer gebruikt, aldus The Economist.

Ook fieters en voetgangers hebben het zwaar op veel buitenlandse rotondes. Dat laatste kan juist gunstig uitpakken voor de 'Dutch Roundabout'. De Nederlandse rotonde wordt geroemd om het feit dat fiets- en autoverkeer gescheiden zijn, wat de veiligheid voor fietsers drastisch verbetert.

De Britse hoofdstad Londen doet momenteel de eerste tests met een 'Dutch Roundabout'. Volgens The Economist is de kans groot dat Londen in 2014 zijn eerste 'geímporteerde' rotonde heeft. Nederlands exportsucces dus.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl