Britse inflatie blijft mede door de Brexit hardnekkig hoog

Verbaas jij je ook over de hoge prijzen voor vakanties en vliegreizen? Inflatie krijgt de laatste tijd minder aandacht, maar is nog lang niet weg. Op 1 juni maakt het CBS het voorlopige inflatiecijfer voor Nederland over mei bekend. In april was dat nog 5,2 procent.

Voor Nederlandse begrippen is 5 procent inflatie nog altijd fors, maar aan de overkant van het Kanaal zou de vlag uitgaan bij een dergelijke uitkomst. Vorige week werd bekend dat de inflatie in het Verenigd Koninkrijk afgelopen maand uitkwam op 8,7 procent. Dat was een koude douche voor economen die op een inflatie van 8,2 procent rekenden, maar vooral ook voor de Britse economie.

De inflatie in het Verenigd Koninkrijk wordt vooral aangewakkerd door hogere prijzen voor voedingsmiddelen zoals kaas, melk en eieren. Hieraan waren huishoudens gemiddeld 19 procent meer kwijt dan een jaar eerder.

Toegegeven: op het Europese vasteland betalen we hier ook een stuk meer voor. Maar de stijging in het Verenigd Koninkrijk is wel erg groot. Op dezelfde dag als het teleurstellende inflatiecijfer werd duidelijk wat er schuil ging achter die hoge stijging.

Brexit maakt inflatie in VK extra hardnekkig

Volgens onderzoekers van de London School of Economics is bijna een derde van de gemiddelde prijsstijging in het Verenigd Koninkrijk het gevolg van de invoering van handelsbarrières als gevolg van de Brexit.

Importheffingen, strengere controles en andere maatregelen hebben Britse huishoudens in totaal 7 miljard pond gekost. De bevolking staat echter nog meer pijn te wachten. Om de halsstarrig hoge inflatie onder controle te krijgen, zal de Bank of England de beleidsrente toch nog verder moeten verhogen.

Eerder deze maand zorgden tegenvallende inflatiecijfers er ook al voor dat de Britse centrale bank de beleidsrente met frisse tegenzin moest opschroeven naar 4,5 procent. Inmiddels houden economen er rekening mee dat die rente eind dit jaar op 5 procent staat.

De recente nieuwsberichten zijn even slikken, want begin vorige week leek de lucht boven de Britse economie juist nog op te trekken. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) maakte dinsdag bekend dat het land niet meer lijkt af te stevenen op een recessie. Het IMF voorspelde een groei van 0,4 procent in 2023. Dat klinkt een stuk beter dan de prognose uit april, toen het IMF nog uitging van een krimp met 0,3 procent.

De opwaartse bijstelling was voor een groot deel te danken aan de wijze waarop huishoudens en bedrijven in het Verenigd Koninkrijk, ondanks de zeer hoge inflatie, het hoofd boven water weten te houden. Ook speelt mee dat de Britse financiële sector nauwelijks last had van de bankencrisis in de Verenigde Staten en de problemen bij Credit Suisse.

Hogere rente: slecht voor economie, goed voor Britse pond

Ondanks de optimistische visie van het IMF lijkt de Britse economie op basis van het tegenvallende inflatiecijfer toch een lastige tijd tegemoet te gaan. Huishoudens en bedrijven die geld lenen voor bijvoorbeeld de hypotheek of investeringen, zijn hier door de oplopende rente steeds meer voor kwijt.

Hierdoor zijn de vooruitzichten voor de Britse economie de komende maanden minder mooi dan het IMF dinsdag nog voorspiegelde. Overigens hebben de Britten al wat ervaring met vervelende zomers.

Vorig jaar zijn bijvoorbeeld veel groenten op de velden weggerot omdat er te weinig seizoenswerkers waren. In 2021 waren ook veel schappen in de winkels leeg, als gevolg van een truckerstekort.

En het Britse pond? Dat won de afgelopen weken een klein beetje terrein op de euro. Want op valutamarkten weegt het vooruitzicht van een stijgende rente nog altijd zwaarder dan tegenvallende berichten over de economie. 

Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de valutawereld. Bekijk de video's over ontwikkelingen binnen de valutawereld op het YouTube-kanaal van iBanFirst.