De leiders van de 100 grootste bedrijven op de Londense beurs FTSE100 kregen gemiddeld 5,5 miljoen pond per jaar in 2015. Dat is 10 procent meer dan een jaar eerder.

140 keer het loon van hun werknemers. Dat strijken de bazen van de grootste Britse beursgenoteerde bedrijven op. Hun lonen stegen zelfs significant, van 4,96 miljoen pond naar 5,48 miljoen pond. Dat heeft het High Pay Centre onderzocht. Deze denktank voert overigens campagne voor lagere lonen voor de toplaag van bestuurders.

Hoewel de stijgingen dateren van ruim voor het Brexit-referendum, staan ze wel in schril contrast met de uitspraken van de nieuwe Britse premier Theresa May. Nog voordat ze haar intrek nam in Downing Street 10, viel May de kloof in beloningen aan. Ze noemde de enorme verschillen ‘irrationeel’ en ‘ongezond’.

De Conservatieve premier stelt voor om aandeelhoudersstemmingen over lonen bindend te maken. Als dat al beleid was geweest, was een zeer controversiële deal met BP-baas Bob Dudley voor 20 miljoen pond niet doorgegaan. Aandeelhouders stemden weliswaar tegen de beloning, maar die raadpleging was niet bindend. Ook wil May dat lagere werknemers van bedrijven zitting moeten nemen in de bestuurskamers.

Het High Pay Centre is het eens met May dat bedrijven gedwongen moeten worden de verschillen te publiceren. Op die manier wordt de kloof zichbaar: hoeveel keer verdient de CEO meer dan de gemiddelde werknemer. De denktank constateert overigens wel dat die verhouding iets omlaag is gegaan, van 148 keer meer naar 140 keer.

De best betaalde FTSE100-leider is Martin Sorrell, de baas en oprichter van 's werelds grootste advertentiebedrijf WPP. Hij ontving in 2015 meer dan 70 miljoen pond (82,4 miljoen euro).

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl