- Het Europees Parlement heeft besloten dat Nederland 810 miljoen euro krijgt om de klappen van de Brexit op te vangen.
- Het geld komt uit een speciaal Europees fonds dat lidstaten moet helpen die hard getroffen zijn door het vertrek van de Britten.
- Nederland krijgt na Ierland meeste steun, omdat de visserijsectoren van beide landen het hardst getroffen zijn.
Nederland krijgt 810 miljoen euro om de klappen van de Brexit op te vangen, dat heeft het Europese Parlement woensdag besloten. Het geldbedrag komt uit een speciaal fonds dat het Parlement heeft goedgekeurd voor de EU-landen.
De lidstaten die hard getroffen zijn door het vertrek van de Britten uit de Europese Unie krijgen het meeste. Maatregelen die in aanmerking komen voor steun zijn, onder andere, hulp voor bedrijven, lokale gemeenschappen, het creëren van banen en steun aan EU-burgers bij herintegratie.
Het geld mag bijvoorbeeld besteed worden aan werkgelegenheidsprojecten. Het gaat dan om het creëren van nieuwe banen of het opnieuw integreren van mensen in de arbeidsmarkt die door de Brexit zonder werk zitten.
Ook andere bedrijven die bijvoorbeeld handeldrijven met het Verenigd Koninkrijk kunnen in aanmerking komen voor geldsteun uit het fonds. In totaal zit er voor vijf miljard euro aan steungeld in de pot.
De grootste ontvanger is Ierland, dat ongeveer één miljard euro krijgt vanwege het vertrek van de Britten. Anderen die profiteren zijn België (ongeveer 350 miljoen euro), Frankrijk (circa 670 miljoen euro), Duitsland (naar schatting 590 miljoen euro) en Denemarken (circa 250 miljoen euro).
Nederland komt na Ierland op de tweede plaats van landen die steun krijgen van het fonds, dat door het Europees Parlement is goedgekeurd. Met de gelden kunnen kosten gedekt worden die sinds het wegvallen van het Verenigd Koninkrijk gemaakt zijn. Vooral de Nederlandse visserijsector zal flink profiteren van het geld uit het fonds, dat officieel de ‘Brexit Adjustment Reserve’ heet.
Schade Nederlandse vissers niet volledig gedekt
Europarlementariër Peter van Dalen (ChristenUnie) is vicevoorzitter van de Visserijcommissie in het Europarlement. In de basis is hij tevreden met de steun voor Nederland.
"De Nederlandse en Ierse visserijsector zijn het hardste getroffen door de Brexit en dus krijgen de vissers uit deze landen terecht de meeste financiële compensatie vanuit Europa", legt Van Dalen uit. "In die zin ben ik ook tevreden met de uitkomst, hoewel het beschikbare budget bij lange na niet voldoende is voor onze vissers om de geleden verliezen op te vangen."
Er zijn drie belangrijke criteria die bepalen hoeveel steun een land kan krijgen. Er wordt gekeken naar het belang van handel met de Britten, de mate van visserij-activiteiten in de exclusieve economische zone van het Verenigd Koninklijk en het aantal burgers dat woont in de kustregio’s die dichtbij het voormalige EU-land liggen.
Hoe zwaarder deze drie factoren wegen is, des te meer geldsteun een lidstaat kan ontvangen. Nog dit jaar ontvangen de lidstaten samen 1,6 miljard euro uit het fonds. De overige 3,4 miljard euro wordt tot 2025 in verschillende tranches uitbetaald.