De deadline voor een handelsakkoord tussen Groot-Brittannië en de EU komt snel dichterbij. Toch wordt er niet onderhandeld.
Beide kampen graven zich in en geven de ander de schuld van het gebrek aan voortgang.
Langzaam maar zeker begint ook de valutamarkt zich zorgen te maken, signaleert valuta-expert Joost Derks van IbanFirst.
ANALYSE – De deadline voor een handelsakkoord tussen Groot-Brittannië en de EU komt snel dichterbij. Toch wordt er niet onderhandeld.
Beide kampen graven zich in en geven de ander de schuld van het gebrek aan voortgang. Langzaam maar zeker begint ook de valutamarkt zich zorgen te maken.
Het is meer dan 1500 dagen geleden dat een nipte meerderheid van het Britse volk voor een vertrek uit de Europese Unie stemde. Hoewel de Brexit op 29 februari al op papier is doorgevoerd, moeten beide partijen nog altijd goede afspraken maken over hoe de toekomstige handelsrelatie eruit gaat zien. Dat moet voor de jaarwisseling gebeuren.
Het is te hopen dat er binnen enkele tientallen dagen net zoveel onderhandelingsvoortgang wordt geboekt als in de afgelopen drie jaar. Anders dreigt er een rampscenario waarin de grenzen van de ene op de andere dag dichtgaan voor reizigers en goederen. Het is niet de eerste keer dat dit gevaar snel dichterbij komt.
Tot nu toe is zo’n zogeheten no deal-Brexit telkens afgewend. Met slimme trucs werden de deadlines steeds naar achteren geschoven. Deze keer is de optie er niet.
De Britse premier Boris Johnson heeft in juni de laatste kans laten lopen om beide onderhandelingsteams meer tijd te geven. Het is overigens maar de vraag of dat wat zou opleveren.
Beide kampen zijn meer bezig met moddergooien, dan met een inhoudelijke discussie. Een goed voorbeeld is de verontwaardigde reactie van Europese toponderhandelaar Michel Barnier op het Britse voorstel om opnieuw te onderhandelen over merkbescherming in de voedingsbranche.
In een eerdere ronde waren hierover al afspraken gemaakt. Parmezaanse kaas mag bijvoorbeeld alleen zo heten, als deze ook echt afkomstig is uit de omgeving van Parma. Groot-Brittannië wil daar in de toekomst wat soepeler mee omgaan. Behalve dan wat betreft Britse producten.
Want het is natuurlijk wel de bedoeling dat alleen whisky uit Schotland het predicaat ‘Scotch’ houdt. Aan de andere kant wekt de Europese onderhandelingsstrategie weer frustraties op bij premier Boris Johnson. De Europese delegatie wil namelijk eerst twee grote struikelblokken wegnemen, voordat er verder gepraat wordt.
Visserij en overheidssteun
De twee struikelblokken zijn het visserijbeleid en overheidssteun. De EU wil voorkomen dat viswateren van Groot-Brittannië straks verboden gebied zijn voor de vissersvloot.
Bovendien is het ook niet de bedoeling dat Britse bedrijven op het internationale speelveld een streepje voor krijgen. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren als Britse toezichthouders minder strenge regels hanteren dan hun Europese tegenhangers.
De EU wil dat er eerst over deze twee onderwerpen overeenstemming komt. Johnson wil juist eerst praten over onderwerpen waar wel een snel akkoord mogelijk is, met het idee dat er zo vaart komt in de besprekingen, zodat het makkelijker wordt om de meer gevoelige zaken aan te pakken.
Het is te hopen dat er niet te lang wordt getwijfeld over de ideale volgorde van de onderhandelingen. Op 31 december moet er namelijk een getekend akkoord liggen. Aangezien er ongeveer twee maanden nodig zijn om die tekst op te stellen, begint de tijd heel erg te dringen.
De tijd tikt door: Brexit-deal wordt krap
Binnen ongeveer zestig dagen wordt hopelijk duidelijk hoe de Brits-Europese handelsrelatie er in de toekomst uitziet. Het is nu nog lastig voor te stellen hoe dat moet gebeuren, als je ziet hoe groot de onderlinge tegenstellingen zijn en hoe makkelijk beide partijen de tijd door de vingers laten glippen.
De kans dat het echt tot een no deal-Brexit komt, loopt langzaam maar zeker op. Met name voor Groot-Brittannië is de economische schade dan niet te overzien. Het is geen toeval dat Johnson flink water bij de wijn deed om Brexit er per 29 februari erdoor te krijgen.
Tot eind vorige week schommelde de wisselkoers euro-pond veel minder scherp dan tijdens eerdere hoofdstukken van het Brexit-saga. Die relatieve rust verdwijnt de laatste dagen echter als sneeuw voor de zon.
Het pond is begin deze week met bijna 2 procent gedaald ten opzichte van de euro. Het meest waarschijnlijke scenario is nog altijd dat Brexit goed afloopt, maar de tijd begint nu toch wel te dringen.
Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de valutawereld. Deze column geeft zijn persoonlijke mening weer en is niet bedoeld als professioneel (beleggings)advies.