ANALYSE – Het is premier Boris Johnson niet gelukt om het Britse Lagerhuis buitenspel te zetten. In plaats daarvan dreigt hij zelf op een zijspoor te belanden in de Brexit-soap. Dat is overigens heel goed nieuws voor het Britse pond.
Wat zou jij doen als je de keuze had om nu van een hoge klif te springen of om dat over drie maanden te doen? Johnson kan niet wachten om zich in de afgrond te storten.
Lagerhuislid Hilary Benn wil de sprong liever zo lang mogelijk uitstellen. Woensdagavond werd duidelijk dat een meerderheid van de parlementariërs het met hem eens is.
De motie van Benn vraagt om uitstel van de Brexit na 31 oktober, als er dan geen deal is met de Europese Unie. Dit voorstel werd aangenomen met 327 tegen 299 stemmen. Het Hogerhuis liet donderdagochtend snel weten dat het zich ook achter de motie gaat scharen.
Als nieuwe verrassingen uitblijven, ligt er nog voor het weekend een wet die Johnson verplicht om af te reizen naar Brussel en Brexit-uitstel te vragen tot 31 januari 2020.
Afgang voor Boris Johnson
Voor Johnson is dit een enorme afgang. Hij heeft deze zomer campagne gevoerd met de belofte dat Groot-Brittannië hoe dan ook op 31 oktober uit de Europese Unie zou stappen. Hij schrijft liever nieuwe verkiezingen uit, dan de vernederende gang naar Brussel te maken. Ook dat is hem echter niet gegund.
Het is alleen mogelijk om vervroegde verkiezingen te houden als daarvoor een tweederde meerderheid in het Lagerhuis is. Oppositieleider Jeremy Corbyn voelt er niets voor om nu al akkoord te gaan met een stembusgang. Eerst wil hij waterdichte garanties dat Johnson niet via een achterdeurtje er alsnog voor kan zorgen dat het land straks zonder goede afspraken uit de EU vertrekt. De plannen om de Koninklijke familie bij Brexit-rellen te evacueren uit Londen, kunnen dus weer even de koelkast in.
De gebeurtenissen van de afgelopen dagen wijzen erop dat het spel in het Lagerhuis op dezelfde manier gespeeld wordt als voor de zomer. Het belangrijkste verschil is dat sommige spelers uit de Brexit-soap zijn verdwenen, terwijl anderen een nieuwe rol hebben gekregen.
In plaats van Theresa May is het nu Johnson die dieper en dieper wegzakt in het politieke moeras.
Op valutamarkten wordt zijn afgang overigens enthousiast ontvangen. Sinds Johnson in augustus het Lagerhuis buiten spel dreigde te zetten, is het pond met ruim 4 procent opgeveerd ten opzichte van de euro door het afnemende risico van een chaotische Brexit.
Pond als sluipmoordenaar
De koersbewegingen van het pond zorgen ervoor dat de Britse bevolking dagelijks de gevolgen voelt van de Brexit-soap. Het land importeert jaarlijks meer dan 600 miljard pond aan goederen en diensten. Elke keer als het pond met 1 procent daalt, zijn bedrijven en consumenten in het land dus miljarden extra kwijt aan de invoer van allerlei zaken: van machines en chocoladerepen tot bloemen en fruit.
Ondanks de recente opleving heeft de Britse munt binnen vier jaar ongeveer 20 procent van zijn waarde verloren ten opzichte van andere valuta’s.
Het goede nieuws? Nu Brexit opnieuw wordt uitgesteld, lijkt een nieuwe glijvlucht van het pond even van de baan.
Joost Derks is valuta-expert en algemeen directeur bij de Nederlandsche Betaal & Wisselmaatschappij (NBWM). Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de valutawereld. Deze column geeft zijn persoonlijke mening weer en is niet bedoeld als professioneel (beleggings)advies.