De Brexit-deal van premier Theresa May is vrijdag voor de derde keer weggestemd door het Britse Lagerhuis. Dat betekent dat de Britten voor 12 april aan de EU moeten laten weten hoe het verder moet.
Komende maandag staat er een nieuwe reeks zogenoemde ‘indicative votes’ op het programma van het parlement. De Lagerhuisleden mogen dan opnieuw stemmen over alternatieve Brexit-plannen.
Een van de kansrijkste voorstellen lijkt een zachte Brexit volgens Noors model. Enkele Conservatieve parlementsleden zouden volgens The Sun al praten met leden van de Noord-Ierse DUP-partij over steun voor een dergelijk scenario, dat ook wel het ‘Common Market 2.0’-plan heet.
Wat betekent het Noorse model voor de Britten in de praktijk?
Wat is het Noorse model?
Noorwegen is geen lid van de EU, maar wel van de Europese Economische Ruimte (EER), net als IJsland en Liechtenstein. De EER valt onder de interne markt van de EU, waar vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal geldt.
Dit betekent dat de Britten verfoeide Europese regelgeving moeten blijven accepteren. Dan gaat het om zaken als werkgelegenheid, consumentenbescherming, milieu en mededinging. Noorwegen neemt zo'n driekwart van de EU-regels volledig over.
Belangrijker: vrij verkeer van personen blijft gelden. De behoefte om de eigen grenzen te controleren om immigratie te stoppen was juist een van de drijvende krachten achter de Brexit.
De EU kan ook zelfstandig antidumpingmaatregelen nemen tegen EER-landen, zoals is gebeurd met Noorse zalm in 2006. En de EU kan eisen stellen aan de herkomst van in goederen verwerkte basismaterialen.
Het VK zou als EER-land niets meer te maken hebben met de monetaire unie, het Europese Hof van Justitie en het buitenlandse beleid van de EU. Ook kunnen de Britten eigen importtarieven vaststellen voor de handel met landen buiten de EU.
Grootste nadeel is dat het VK wel EU-regels moet accepteren, maar geen inspraak meer heeft. Zo hebben de Noren geen Europarlementariërs of een eurocommissaris. Ze kunnen hooguit via diplomatieke kanalen wat invloed proberen uit te oefenen op de beslissingen in Brussel.
EER-landen moeten wel meebetalen aan het EU-budget. Op basis van de Noorse contributie zouden de Britten een besparing van 17 procentpunt kunnen boeken. Ze blijven in dit geval 83 procent bijdragen aan de EU van wat ze nu doen.
De Ierse grenskwestie
Het Noorse model biedt wel een mogelijke oplossing voor de Ierse grenskwestie.
De grens tussen het Britse Noord-Ierland en de Republiek Ierland vormde een gevoelig punt in de onderhandelingen. Een harde grens met controles, wachtrijen en dergelijke ingrijpende veranderingen zou in strijd zijn met het vredesakkoord dat in 1998 op Goede Vrijdag getekend werd.
Dus koos May voor het alternatief: een grens in de Ierse Zee tussen Noord-Ierland en de rest van het VK. Het eiland Groot-Brittannië blijft onderdeel van de douane-unie met de EU en Noord-Ierland krijgt een andere status.
Lees meer: Waarom de grens met Noord-Ierland zo’n probleem is in de Brexit-onderhandelingen
In het Noorse model is die zeegrens mogelijk niet nodig. Het VK, inclusief Noord-Ierland, zou zich in dat geval volledig houden aan de regels voor de Europese interne markt, waardoor de Britten een hoop gedoe voorkomen bij het in- en uitvoeren van producten.
Maar een harde grens op het Ierse eiland is misschien toch nodig. De Noren hebben een bijzondere samenwerking met de EU: niet in de douane-unie, wel in de interne markt. In de praktijk is de grens tussen Noorwegen en buurland Zweden zeker niet onzichtbaar, zoals dat nu het geval is tussen Ierland en Noord-Ierland.
"Er is een groot grijs gebied tussen de douane-unie en de interne markt. Zonder de regels van de interne markt over te nemen, die eisen stellen aan goederen, zullen controles nodig blijven", aldus een Noorse diplomaat tegen NRC.
Dus komt het Noorse model er?
Dat is nog maar de vraag. De EU heeft altijd aangegeven dat het Noorse model een optie is voor het VK, maar er zijn praktische bezwaren. De Britten zouden dan toe moeten treden tot de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA), een samenwerkingsverband tussen Liechtenstein, Noorwegen, IJsland en Zwitserland. Het VK was al lid van die landenclub voordat het in 1973 toetrad tot de Europese Unie.
De EVA staat in principe open voor de Britten, maar dan wel op permanente basis – niet als tijdelijke oplossing na de Brexit. "Wij staan open voor goede samenwerking met Groot-Brittannië", zei de Noorse premier Solberg in november. "Maar om toe te treden tot een organisatie als je al weet dat je weer vertrekt, dat ligt gevoelig voor ons."
Zelfs als de Britten tijdelijk onderdeel mogen zijn van de EVA, dan kan het een jaar duren voordat het toetredingsproces is voltooid.
Als er geen overeenstemming komt over een alternatieve Brexit-deal is het ook mogelijk dat May nieuwe verkiezingen uitschrijft. Gebeurt er helemaal niets, dan vertrekt het VK op 12 april zonder overeenkomst uit de Europese Unie. Voor velen is dat een rampscenario, want een zogenoemde no deal-Brexit kan het VK compleet ontregelen.