Brexit zal het Verenigd Koninkrijk voor het einde van dit jaar 200 miljard pond (234 miljard euro) hebben gekost – bijna zoveel als het land de afgelopen 47 jaar tijdens zijn lidmaatschap van de Europese Unie heeft bijgedragen aan de EU-begroting.

Volgens onderzoek van Bloomberg Economics hebben de kosten van het Britse besluit om de EU te verlaten al een niveau bereikt van 130 miljard pond. Dat bedrag zal dit jaar waarschijnlijk oplopen met 70 miljard pond.

Volgens de analyse, uitgevoerd door de econoom Dan Hanson, heeft onzekerheid voor het bedrijfsleven naar aanleiding van Brexit ervoor gezorgd dat de economische groei in het VK sinds het Brexit-referendum in 2016 is achtergebleven bij andere landen binnen de G7. Daardoor is de Britse economie op dit moment 3 procent kleiner dan het geval zou zijn geweest als het Verenigd Koninkrijk niet zou hebben gestemd om de EU te verlaten.

Belangrijk argument voor Brexit

Tussen 1973 en 2020 heeft het VK, gecorrigeerd naar inflatie, 215 miljard pond aan de EU-begroting uitgegeven, blijkt uit cijfers van het informatiecentrum van het Britse Lagerhuis, de House of Commons Library.

Daarmee ligt de optelsom van de kosten van Brexit waarschijnlijk binnenkort hoger dan het totaal van de Britse betalingen aan de de EU. Die bijdragen vormden een van de belangrijkste argumenten voor Brexit bij de campagne van het ‘Leave’-kamp in de aanloop naar het referendum.

Het VK zal de EU op 31 januari verlaten, na de verkiezingszege van premier Boris Johnson in december. Economisch vertrouwen van bedrijven en investeerders is echter gedaald, waardoor de economische groei is teruggelopen van 2 procent naar 1 procent op jaarbasis.

"Terwijl het VK zich aanpast aan zijn nieuwe handelsrelatie met de EU en het hoofd biedt aan de crisis in productiviteit die groei sinds de financiële crisis belemmert, blijven de jaarlijkse kosten van Brexit waarschijnlijk oplopen", zei Hanson tegenover Bloomberg.

Lees meer over Brexit: