De aanstaande Brexit bezorgt makers van griepvaccins veel hoofdbrekens. Het vertrek van de Britten uit de Europese Unie valt namelijk samen met de start van het griepseizoen. Bedrijven als Seqirus en Sanofi proberen daarom zoveel mogelijk vaccins in het Verenigd Koninkrijk te krijgen voor de Brexit-deadline eind oktober.
Voor de vaccinmakers levert de Brexit daarom veel stress en kosten op. Zo opende Seqirus een nieuw kantoor in Amsterdam om ook na de Brexit zijn vaccins in de EU goedgekeurd te krijgen. Het bedrijf maakt een deel van zijn vaccins in Liverpool om ze vervolgens naar Spanje en België te sturen om ze te laten verpakken. Vanuit die twee landen moet een deel van de vaccins weer terug het VK in. Daarvoor verzekerde het bedrijf zich al van vrachtruimte bij luchtvaartmaatschappijen.
Ook concurrent Sanofi moest op zoek naar een andere manier om de vaccins voor 31 oktober in het VK te krijgen. Het Franse bedrijf verscheepte ze in het verleden via de havenstad Dover, maar omdat daar veel chaos wordt verwacht na de Brexit, ging het op zoek naar een alternatief. Die vond Sanofi in Newhaven aan de zuidkust van Engeland. Desondanks schat Safoni dat een vijfde van de vaccins pas na de Brexit-deadline naar het VK verscheept kunnen worden.
Al met al maakt Safoni miljoenen euro’s aan kosten om zich voor te bereiden op de Brexit. En ook Seqirus geeft aan ongeveer 11 miljoen euro uit te geven aan de voorbereidingen.
Het griepvaccin van dit jaar verschilt iets van de griepvaccins van de voorgaande jaren. Voor het eerst bevat de spuit namelijk een vaccin tegen vier verschillende soorten van het griepvirus. Voorheen bood de griepprik bescherming tegen drie varianten.
Wie zich laat inenten, loopt gemiddeld tussen de 50 en 70 procent minder kans om besmet te raken door het influenzavirus. Hoe effectief het vaccin is, verschilt wel per jaar. Een virus kan muteren of een ander virus dan voorzien kan zich ineens volop verspreiden, waardoor de prik minder bescherming biedt.