Breturn? Dat zal niet snel gebeuren, maar relatie met EU kan beter

ANALYSE – Het zijn leuke tijden voor bedrijven die zich bezig houden met politieke peilingen en voor iedereen die een gokje wil wagen in de aanloop naar een stembusgang. In Nederland staan de Tweede Kamerverkiezingen voor de deur, terwijl de Verenigde Staten steeds meer toeleven naar de verkiezingsstrijd van 2024. De Britse premier Rishi Sunak gaat volgend jaar ook verkiezingen uitschrijven.

Het laat zich nu al uittekenen dat er dan een flinke aardverschuiving plaatsvindt in het Lagerhuis. Volgens een peiling van Electoral Calculus verliest de Conservatieve partij van Sunak meer dan de helft van de zetels. Oppositiepartij Labour ziet het aantal zetels ruimschoots verdubbelen van 203 naar 416. Daarmee krijgt de partij van de vrij onzichtbare Keir Starner in één klap een meerderheid in het Lagerhuis.

Zaken doen met Labour lijkt aantrekkelijker voor de Europese Unie

Politici op het Europese vasteland kunnen waarschijnlijk niet wachten om zaken te doen met Starner. Onder leiding van respectievelijk Theresa May, Boris Johnson en Liz Truss is het Britse vertrek uit de Europese Unieheel chaotisch verlopen. Zelfs bijna vier jaar nadat de Brexit op 1 februari 2020 daadwerkelijk plaatsvond, moeten er nog allerlei losse eindjes goed aan elkaar worden geknoopt.

Niet voor niets riep de Duitse minister van Financiën Christian Lindner onlangs in een interview met de BBC het Verenigd Koninkrijk op om te komen praten over een verbetering Brexit-afspraken. De kans is echter groot dat Labour zich in de aanloop naar de verkiezingen liever niet aan dit gevoelige onderwerp wil branden. Bovendien wordt niet iedereen blij bij het vooruitzicht dat de Brexit-deal opnieuw hoog op de politieke agenda komt.

Valutahandelaren zullen met schrik terugdenken aan de rare tijd waarin het Verenigd Koninkrijk zich losweekte van de EU. Maar voor zowel de Britse economie als het pond, zou het een goede zaak zijn als beide partijen in de toekomst weer wat dichter bij elkaar komen. Alhoewel een ‘Breturn’ nog jaren op zich zal laat wachten, als het ooit al zover komt.

Britse inflatie en economie belangrijk politiek thema

Voorlopig wordt de richting van de Britse munt echter meer bepaald door het besluit dat de Bank of England op 2 november gaat nemen. Om de oplaaiende inflatie onder controle te krijgen, is de beleidsrente van de Britse centralebank binnen twee jaar omhoog geschoten van bijna 0 procent tot meer dan 5 procent.

Tot nu toe blijft het gewenste effect echter uit. Afgelopen week werd bekend dat de Britse inflatie in september uitkwam op 6,7 procent. Dat is weliswaar iets lager dan in het voorjaar, maar hetzelfde niveau als een maand eerder.

Ook bleek afgelopen week dat werknemers in het bedrijfsleven 8 procent meer verdienen dan een jaar eerder. De combinatie van een hoog blijvende inflatie en een sterke loongroei zou onder normale omstandigheden aanleiding zijn om de economie nog wat af te koelen.

De ervaring leert echter dat het anderhalf tot twee jaar duurt voordat een renteverhoging echt door begint te werken in de economie. Het effect van de maatregelen die de Britse centralebank eind 2021 nam, laten zich dus nu pas voelen.

De kans is dan ook groot dat gouverneur Andrew Bailey liever afwacht hoe de economie zich de komende maanden ontwikkelt, in plaats van dat hij het risico loopt dat hij het Verenigd Koninkrijk met onnodige renteverhogingen in een recessie stuurt in de loop van 2024.

De economische gang van zaken wordt ongetwijfeld een belangrijk thema in de aanloop naar de Lagerhuisverkiezingen, die zoals aangegeven waarschijnlijk een stuk saaier worden dan de stembusgang in de Verenigde Staten.

Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de valutawereld. Bekijk de video’s over ontwikkelingen binnen de valutawereld op het YouTube-kanaal van iBanFirst.