- Brancheorganisatie BOVAG pleit ervoor om de aanschafbelasting BPM voor nieuwe auto’s af te schaffen.
- Volgens de brancheclub zou de BPM niet alleen oneerlijk en fraudegevoelig zijn, maar ook steeds minder geld opleveren naarmate auto’s minder CO2 uitstoten.
- De inkomsten die de overheid misloopt, zouden vervolgens met een andere nog nader te bedenken belastingmaatregel gecompenseerd kunnen worden.
- Lees ook: Topman Eneco pleit voor lagere energiebelasting om energietransitie te versnellen
Volgens brancheorganisatie BOVAG is nu het moment om de BPM (Belasting van Personenauto’s en motorrijwielen) op te heffen. De aanschafbelasting, die op nieuwe en ingevoerde auto’s wordt geheven op basis van de CO2-uitstoot en waarde van de auto, zou volgens BOVAG met verloop van tijd amper nog geld opleveren door het schoner worden van auto’s en de overstap naar volledig elektrisch in 2035.
Met alleen het bovenstaande feit zou de schatkist, die nu nog jaarlijks op zo’n 1,5 miljard euro aan BPM kan rekenen, in 2035 nog maar zo’n 500 miljoen kunnen bijschrijven. Dat lijken op zich geen misselijke bedragen, maar op de algehele overheidsbegroting hebben we het nog niet eens over één procent.
En die inkomsten worden niet zonder slag of stoot binnengehaald, stelt BOVAG. Jaarlijks worden er steeds meer bezwaren tegen de BPM aangetekend, wat de overheid in tientallen miljoenen aan proceskosten per jaar kost. Daarnaast vraagt het ook ongeveer de helft van de tijd van de 140 FTE die op BPM-gerelateerde functies zitten.
Miljoenen misgelopen door BPM-fraude
Deze kosten gaan gepaard met misgelopen inkomsten, want ze zijn voornamelijk afkomstig uit de import van (dure) voertuigen uit het buitenland. Deze worden vaak aangekaart als ‘schadevoertuig’, of voorzien van onderdelen van lagere waarde, waardoor de waarde van de auto’s lager wordt ingeschat.
Hierdoor valt de geheven BPM op het geïmporteerde voertuig ook lager uit. Volgens het Parool zou dit gemiddeld gaan om 4.000 euro per auto, waarvan er tot wel 500 per dag ingevoerd worden. De krant stelt dat de staat door deze fraude minimaal één miljoen euro per dag misloopt.
Bijkomend is het probleem dat deze vorm van fraude blijft bestaan als de inkomsten in 2035 op zijn laagst zijn doordat er vanaf dan alleen nog maar elektrische voertuigen verkocht mogen worden. De invoer van benzine-auto's blijft immers dan ook nog gewoon mogelijk.
Daarnaast is het al langer bekend dat de BPM mensen ervan weerhoudt om een nieuwe auto te kopen, omdat het de prijs met duizenden euro's kan opdrijven. Hierdoor is het Nederlandse wagenpark een van de oudste van West-Europa, wat ook de verduurzaming in de weg staat.
BOVAG pleit er dan ook voor dat nu het moment is om de BPM als belastinginstrument af te schaffen. Het zou in alle opzichten beter zijn om de gemiste inkomsten, die onder aan de streep dus vrij laag zijn, te compenseren met een ander stelsel wat eerlijker en minder fraudegevoelig is. Bij voorkeur zou dit gebaseerd kunnen worden op daadwerkelijk gebruik van de voertuigen en niet op de aanschafprijs van de auto.