De belasting op spaargeld en beleggingen in box 3 is een dankbaar onderwerp voor politieke partijen om zich mee te profileren.
Er is veel onvrede onder spaarders die de afgelopen jaren spaarrentes zagen dalen, terwijl de fiscus deed alsof ze 4 procent rendement boekten.
Maar ook de discussie over vermogensongelijkheid – aangezwengeld door de Franse econoom Thomas Piketty – biedt een mogelijkheid om de klassieke tegenstellingen tussen links en rechts uit te buiten. En dat gebeurt ook in de programma’s voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2017.
Eerst nog iets over de huidige situatie. Het kabinet Rutte 2 doet al iets aan de klachten over de oude systematiek: de fiscus rekende met een fictief rendement van 4 procent per jaar, waarover 30 procent belasting werd geheven. Effectief 1,2 procent vermogensbelasting dus.
Sinds 1 januari 2017 is er sprake van een getrapt systeem. Nog steeds wordt gewerkt met een fictief rendement, maar dit is hoger naarmate iemand meer vermogen heeft.
Het startpunt voor spaargeld en beleggingen die in box 3 worden belast is een vrijstelling van 25 duizend euro per persoon.
Vervolgens betaal je over het belastbare vermogen tot 100 duizend euro effectief 0,87 procent belasting; over het bedrag tussen de 100 duizend euro en 1 miljoen euro is de effectieve heffing 1,41 procent; boven de 1 miljoen euro wordt de heffing 1,65 procent.
Kortom, vermogens onder de één ton (per persoon) betalen wat minder belasting. Wie daarboven zit betaalt meer.
Hervorming vermogensbelasting box 3
Veel politieke partijen willen nog méér sleutelen aan de vermogensbelasting.
Grofweg zijn er vier punten waarop politieke partijen de vermogensbelasting willen aanpassen: een generieke verlaging van de vermogensbelasting, een heffing op daadwerkelijke rendementen van sparen en beleggen, een lagere belasting voor kleine vermogens (spaarders) en een hogere belasting voor grote vermogens (rijken).
Business Insider ploos de partijprogramma's na van partijen die nu vertegenwoordigd zijn in de Tweede Kamer. Hieronder een overzicht van de standpunten bij de vier genoemde kwesties.
SP | GL | PvdD | PvdA | DENK | D66 | CDA | CU | 50Plus | VVD | SGP | VNL | PVV | |
Lagere belasting | ✖ | ✖ | ✖ | ✖ | ✖ | ✖ | ✓ | ✖ | ✖ | ✓ | ✖ | ✓ | ✖ |
Heffing op echt rendement | ✓ | ✓ | ✓ | ✓ | ✓ | ✓ | ✓ | ✓ | ✓ | ✓ | ✓ | ✓ | ✓ |
Minder belasting spaarders | ✓ | ✓ | ✖ | ✓ | ✓ | ✓ | ✖ | ✖ | ✖ | ✖ | ✓ | ✖ | ✖ |
Hogere belasting rijken | ✓ | ✓ | ✖ | ✓ | ✓ | ✖ | ✖ | ✖ | ✖ | ✖ | ✖ | ✖ | ✖ |
Lagere vermogensbelasting
Een brede verlaging van de vermogensbelasting wordt maar door drie partijen genoemd. VVD, VNL en het CDA.
VVD en CDA hebben het enigszins vaag over een verlaging van "de belasting op spaargeld".
VNL is concreet: het belastingtarief op vermogen moet omlaag van 30 procent naar 25 procent, bij een heffing op daadwerkelijk behaalde vermogenswinst. Zie hiervoor ook het volgende punt.
Geen fictief rendement, belasting op vermogenswinst
Bijna alle partijen maken werk van de wens van een heffing op daadwerkelijke vermogenswinsten - dus de feitelijke spaarrente en het rendement van beleggingen. Staatssecretaris Wiebes van Financiën heeft zich daar toe nog toe tegen verzet, met het argument dat dit de belastingheffing een stuk complexer maakt - onder meer omdat ook gekeken zou moeten worden naar verliesverrekening bij dalende beurskoersen.
Het idee van een rechtvaardiger systeem voert echter de boventoon in de verkiezingsprogramma's. Alleen de SP en de PVV spreken zich in het programma niet uit over de vermogensheffing op basis van daadwerkelijk behaalde rendementen. Maar ook deze partijen hebben zich hiervoor hard gemaakt.
Lagere belasting kleine spaarders
De wens om burgers met een beetje spaargeld verder te ontzien leeft vooral bij partijen aan de linkerkant en in het midden van het poltieke spectrum. SP, Groenlinks, PvdA, DENK, D66 en de SGP noemen dit punt expliciet in hun verkiezingsprogramma's.
Rijkentaks
Klassiek links is de behoefte aan een rijkentaks, of een 'Piketty-belasting' zoals GroenLinks het noemt.
Naast GroenLinks pleiten ook SP ('miljonairsbelasting'), PvdA ('zeer vermogenden') en DENK (10 procent hogere vermogensheffing boven de 1 miljoen euro) voor het zwaarder belasting van hogere vermogens.
In dit overzicht zijn geen partijen inbegrepen die nog niet zijn vertegenwoordigd in de Tweede Kamer. Hier vind je de standpunten van Forum voor Democratie, de Piratenpartij, Nieuwe Wegen en Artikel 1.