De fiscale heffing op spaargeld en beleggingen in box 3 wordt in 2021 mogelijk zo aangepast dat kleinere spaarders meer worden ontzien.
Voor 2020 geldt nog dat de lage spaarrentes ervoor zorgen dat de heffing in box 3 hard aankomt voor spaarders.
Wie belegt en een redelijk rendement haalt, is beter af.
Business Insider laat zien hoe zwaar de heffing in box 3 voelt, als je met 100.000 euro belegt en spaart bij verschillende rendementen.
Spaargeld dat op de bank staat, levert vrijwel niets op. Voor rijke spaarders is er zelfs een kans dat ze negatieve spaarrentes betalen.
De verleiding is dus groot om in ieder geval deels te gaan beleggen om nog een beetje rendement te halen. Ook omdat je anders relatief veel belasting betaalt in box 3 voor vermogen.
Het kabinet-Rutte erkent inmiddels dat de vaste vermogensheffing in box 3 ongunstig uitpakt voor spaarders. Naar verluidt komt er met Prinsjesdag een voorstel om de vrijstelling voor de vermogensrendementsheffing vanaf 2021 fors te verhogen, naar 50.000 euro.
Wat blijft is dat de fiscus werkt met een vaste heffing op spaargeld en beleggingen, gebaseerd op een fictief rendement.
Vermogensbelasting in box 3: sparen en beleggen
De vrijstelling in box 3 ligt voor 2020 op 30.846 euro. Vervolgens is er een getrapt heffingssysteem, waarbij je voor het vermogen boven de vrijstelling tot een bedrag van 103.644 euro effectief 0,54 procent belasting betaalt, ongeacht het rendement dat je haalt.
Hoe heftig pakt dat uit? We illustreren dit aan de hand van een voorbeeld.
Stel je hebt precies een ton aan vermogen. Je wilt in ieder geval een financiële buffer achter de hand houden. Dus je laat een bedrag dat precies gelijk is aan de vrijstelling in box 3 (30.846 euro) op de bank staan tegen 0,1 procent rente (dat is best nog wat, want bij de meeste grootbanken krijg je op vrij opneembare rekeningen hooguit 0,01 procent rente).
Vervolgens heb je van de ton nog 69.154 euro over. Hieronder meer over wat je daarmee doet. In ieder geval is het zo dat over dit bedrag in box 3 effectief 0,537 procent belasting wordt geheven, wat neerkomt op afgerond 371 euro.
Anders gezegd: over 100.000 euro betaal je in 2020 sowieso 0,37 procent belasting, ongeacht het rendement op spaargeld en beleggingen.
Sparen en beleggen met een ton en verschillende rendementen
We schetsen nu een aantal rendementsscenario's.
In het meest conservatieve geval laat je de 100.000 euro volledig op de bank staan tegen 0,1 procent spaarrente.
In andere scenario's laat je 30.846 euro tegen 0,1 procent rente op de bank staan en ga je met de rest beleggen. Het behaalde rendement loopt hierbij uiteen van 1 procent tot 10 procent.
In de onderstaande tabel is te zien wat je bruto rendement is op de 100.000 euro in de scenario's waarbij je deels spaart en deels belegt. En wat het netto rendement is na aftrek van de 0,37 procent belasting.
Goed om apart te vermelden is dat, als je de volledige 100.000 euro op de bank laat staan je bij een spaarrente van 0,1 procent, er na aftrek van de effectieve belasting van 0,37 procent een negatief rendement van 0,27 procent overblijft. Dit illustreert meteen al hoe nadelig de vaste fiscale heffing in box 3 uitpakt als je veel spaart.
Als je vervolgens kijkt naar de uitkomsten van de tabel hierboven, dan is duidelijk dat de impact van de vermogensrendementsheffing vooral groot is bij relatief lage daadwerkelijke opbrengsten.
Als het beleggingsdeel van ruim 69.000 euro 1 procent oplevert en het spaardeel van bijna 31.000 euro 0,1 procent, kom je uit op een gemiddeld rendement van 0,72 procent over de hele 100.000 euro. Trek je daar de effectieve belasting van 0,37 procent af, dan hou je nog maar 0,35 procent netto rendement over. Ofwel: de fiscus slokt ruim de helft van het rendement op.
In de situatie dat je 10 procent rendement op het beleggingsdeel boekt, is het totale rendement op de 100.000 euro 6,95 procent. Dan doet het een stuk minder pijn als daar 0,37 procent afgaat voor de belasting in box 3.
Tegelijk is het zo dat je om 10 procent rendement op de beurs te halen relatief veel risico moet nemen. Het is allerminst zeker dat je beloond wordt voor dat risico. Het kan ook zo uitpakken dat je door risicovol te beleggen geen plus van 10 procent boekt, maar een min van 10 procent. En daar gaat dan nog steeds de fiscale heffing vanaf.
Hoewel de fiscale prikkel in box 3 dus zo werkt dat je wordt aangemoedigd om risicovoller te beleggen, kan dat vanuit het oogpunt van prudent omgaan met je geld juist helemaal niet zo verstandig zijn.