- De bouwsector moet zich voorbereiden op een jaar van krimp, zo verwachten economen van ABN AMRO.
- Dit komt vooral omdat de bouw van nieuwe woningen stokt.
- De dip is waarschijnlijk van korte duur: voor 2025 wordt weer een lichte groei voorzien.
- Lees ook: Verkoop nieuwbouwwoningen halveert in tweede kwartaal: hogere hypotheekrente maakt financiering duurder
De bouw gaat in 2024 een jaar tegemoet van krimp. Met name door de achterblijvende bouw van nieuwe woningen neemt het volume in de sector waarschijnlijk af met 2,5 procent, zo verwachten economen van ABN AMRO. De dip is volgens hen niet van lange duur: in 2025 is er weer ruimte voor groei.
De prognose komt overeen met een eerdere voorspelling van economen van ING. Ook zij houden voor 2024 rekening met een krimp van de bouwsector van 2,5 procent. Dit zou dan de grootste daling zijn sinds 2013.
Het beeld dat beide banken schetsen sluit aan bij het bericht van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) van donderdag dat bouwers van woningen en andere gebouwen in het derde kwartaal de laagste omzetgroei hebben behaald sinds het laatste kwartaal van 2020.
De omzet in woning- en utiliteitsbouw (gebouwen zonder woonfunctie) steeg met 2,5 procent op jaarbasis. Andere deelsectoren, zoals grond-, water- en wegenbouw, lieten nog wel een bovengemiddelde omzetgroei zien.
Forse daling aantal afgegeven bouwvergunningen
Dat de bouw van nieuwe woningen in het slop zit, is ook te zien een aantal afgegeven vergunningen voor nieuwbouwwoningen. Hier is sprake van een daling van maar liefst 27 procent ten opzichte van zowel het vorige kwartaal als dezelfde periode vorig jaar, aldus het CBS. Dit cijfer is een indicator voor het aantal woningen dat in de nabije toekomst gebouwd wordt.
Krimp in woningbouw, maar installatiebedrijven en ingenieursbureaus doen nog steeds goede zaken
Een waslijst aan problemen speelt de bouw momenteel parten, zo schrijven de economen van ABN AMRO in een sectorrapport. Door de opgelopen rente investeren bedrijven, consumenten en de overheid minder. Hierdoor worden minder bouwprojecten opgestart. Ook is de vergunningverlening stroperig, is er nog steeds een tekort aan bouwlocaties en zijn de bouwkosten nog steeds hoog.
De dip in de woningbouw heeft ook een weerslag op bedrijven die van die markt afhankelijk zijn, zoals architecten, fabrikanten bouwmaterialen en architectenbureaus.
Maar zoals je in de onderstaande tabel kunt zien zijn er ook deelsectoren die het nog steeds voor de wind gaat. Zo profiteren installatiebedrijven en ingenieursbureaus van opdrachten die zijn gerelateerd aan de energietransitie.
Huizenkopers verkiezen bestaande woningen boven nieuwbouw, vanwege de hoge prijzen
De krimp in de woningbouw is al langer aan de gang. Zo meldde het CBS onlangs dat de verkoop van nieuwbouwwoningen in het tweede kwartaal was gehalveerd ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.
Volgens ABN AMRO komt dit deels door de snel gestegen hypotheekrente. Hierdoor is de animo voor nieuwe woningen tijdelijk ingezakt. Nu de lonen weer gestegen zijn en de werkgelegenheid op een hoog niveau blijft, trekt de vraag naar woningen weer aan.
Maar huizenkopers geven dan de voorkeur aan aantrekkelijk geprijsde bestaande woningen. Nieuwbouwwoningen vinden ze vaak te duur, vanwege de hoge grondprijzen en bouwkosten. Dat leidt ertoe dat aangeboden nieuwbouwwoningen vaker weer uit de verkoop worden gehaald.
De gestegen rente plaatst ook ontwikkelaars en woningbeleggers langs de zijlijn. Daar komt de onzekerheid over het rendement dat ze kunnen behalen uit de verhuur nog bij, vanwege de dreiging van nieuwe wettelijke huurplafonds.
Die boodschap lijkt trouwens ook te zijn aangekomen bij het demissionaire kabinet. Woonminister Hugo de Jonge maakte onlangs bekend dat ontwikkelaars die de komende twee jaar bouwen voor huurwoningen in het middensegment de komende tien jaar tien procent meer huur mogen vragen. Hij wil zo de nieuwbouw in dat segment stimuleren.
ABN AMRO verwacht dat de krimp in de woningbouw volgend jaar aanhoudt, maar met 2 procent wel minder fors zal zijn dan dit jaar.
Groothandels en fabrikanten van bouwmaterialen ook geraakt door achterblijvende woningbouw
De achterblijvende woningbouw raakt ook groothandels in bouwmaterialen. Zij kampen daarnaast met hogere inkoopprijzen, die de marges onder druk zetten. 2024 zal voor dit marktsegment een moeilijk jaar blijven, verwacht ABN AMRO, maar in 2025 zal een kantelpunt plaatsvinden en zullen de volumes weer stabiliseren.
Fabrikanten van bouwmaterialen hebben twee topjaren achter de rug, maar zagen de vraag van klanten afnemen door de stokkende nieuwbouw en omdat groothandels hun voorraden afbouwden. Hierdoor moesten ze hun productie afschalen, met een forse krimp van 9 procent tot gevolg. Ook volgend jaar zal de vraag nog laag zijn, verwacht ABN AMRO, maar in 2025 trekt de markt waarschijnlijk weer aan.
Bouw van bedrijfspanden geraakt door hoge rente en congestie elektriciteitsnet
De hoge rente maakt niet alleen nieuwbouwprojecten minder aantrekkelijk, maar ook investeringen in bedrijfsgebouwen. Bedrijven die nog wel willen investeren, met name in de industrie, ICT en transport en logistiek, lopen daarnaast aan tegen een ander probleem: de congestie op het elektriciteitsnet. Ze willen wel graag bouwen of uitbreiden, maar kunnen niet op het stroomnet worden aangesloten.
Ook de hoge bouwkosten leiden tot uitstel van investeringen. Toch blijft de dip in bedrijfsgebouwen volgens ABN AMRO relatief beperkt, door een toename van vergunningen voor de nieuwbouw van hallen en loodsen en een vrij sterke financiële positie van bedrijven.
Infrasector profiteert van achterstallig onderhoud en energietransitie
In de infrasector rolt veel geld naar renovatie en onderhoud, omdat veel bruggen, viaducten, tunnels, sluizen en dijken het einde van hun levensduur naderen. Nieuwe projecten daarentegen komen minder op gang, door onder andere de stikstofproblematiek en onvoldoende budget van overheden.
Bedrijven die zich bezig houden met de aanleg van buizen en elektriciteitskabels profiteren sterk van projecten om de energietransitie vlot te trekken.
Installatiebedrijven voelen dalende vraag naar zonnepanelen
De krimp in de bouw van huizen en bedrijfsgebouwen is ook voelbaar in de installatiebranche. Daarnaast voelen ze de omslag in de vraag naar zonnepanelen. Jarenlang waren zonnepanelen niet aan te slepen, maar sinds april 2023 daalt de vraag. Dit komt omdat huizenbezitters onzeker geworden over de terugverdientijd van zonnepanelen omdat de energieprijzen zijn gedaald, de vergoeding voor teruglevering aan het elektriciteitsnet onder druk staat en energiebedrijven steeds vaker kosten doorberekenen voor het leveren van stroom.
Voor een aantal installatiebedrijven zal dat als een verlichting voelen, schrijft ABN AMRO, want zij kampten met een flink tekort aan arbeidskrachten.
Economen van de bank verwachten dat deze sector dit jaar en de jaren erna nog wel groei zal laten zien, mede door de structureel sterke vraag naar slimme techniek in gebouwen en een aantrekkende nieuwbouw van woningen en bedrijfsgebouwen in de tweede helft van 2025.
De grootste groei zal echter te zien zijn bij ingenieursbureaus. Zij profiteren vooral van de energietransitie en aanpassing van gebouwen aan klimaatverandering. Dit marktsegment zal volgens ABN AMRO dit jaar een groei laten zien van maar liefst 7 procent dit jaar. De jaren erna blijft de groei bovengemiddeld hoog.
'Geen herhaling van crisis uit 2008'
Hoewel de bouwsector dit jaar en volgend jaar waarschijnlijk zal krimpen, zal de dip waarschijnlijk van korte duur zijn, in tegenstelling tot de crisis in 2008. De economen van ABN AMRO verwachten dat de Europese Centrale Bank (ECB) voorlopig geen renteverhogingen meer zal doorvoeren. In de loop van 2024 ontstaat er zelfs ruimte voor renteverlagingen. Hierdoor kunnen investeringen in bouwprojecten weer op gang komen; naar verwachting in de tweede helft van 2025.
Enig zorgpunt is het chronische tekort aan personeel. ABN AMRO verwacht dat de arbeidsmarkt structureel krap blijft, zeker in technische beroepen.