- Bouwbedrijven worden nauwelijks geprikkeld om hun machines in te ruilen voor elektrische varianten, blijkt uit onderzoek.
- Dat is wel nodig om de CO2-uitstoot terug te dringen. Op dit moment liggen talloze projecten stil vanwege de uitstoot.
- Elektrische bouwmachines zijn maar beperkt beschikbaar en zes keer zo duur als een variant op fossiele brandstof.
Er zijn “te weinig prikkels” voor de bouwsector om met elektrische machines en voertuigen te gaan bouwen en daarmee de CO2- en stikstofuitstoot terug te dringen.
Kleinere, laagdrempelige stappen zoals de overstap op groene stroom worden al wel gezet, maar grote investeringen, zoals de aanschaf van elektrische shovels, graafmachines en trucks, blijven achter.
Dat meldt de Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen (SKAO) op basis van onderzoek.
Volgens de stichting, die zich bezighoudt met het terugdringen van de CO2-uitstoot van bedrijven, liggen er op dit moment nog talloze bouwprojecten stil vanwege de stikstofuitstoot en is de noodzaak om emissieloos te bouwen groot.
Van de maatregelen die bouwbedrijven nemen komt het inkopen van groene stroom het meest voor.
Wel groene stroom
Ten minste driekwart van de stroom van de ruim duizend onderzochte organisaties is groen. Dit is met name het geval in bedrijfshallen, kantoren en op de bouwplaats. Maar een beperkt aantal bedrijven experimenteert met het elektrificeren van een of twee machines of voertuigen.
Ten opzichte van 2019 nam elektrificatie volgens de stichting in 2020 soms zelfs af. Het effect van de coronacrisis is in het onderzoek niet meegenomen. Wel hielden veel bedrijven toen de hand op de knip vanwege onzekere economische tijden.
Het gebrek aan elektrificatie komt doordat elektrische bouwmachines nauwelijks beschikbaar zijn of kostbaar zijn, zegt de stichting, die ook certificaten voor het terugbrengen van CO2-uitstoot afgeeft aan de onderzochte bouwbedrijven.
Daarnaast ontbreken prikkels vanuit de opdrachtgevers en worden bedrijven onvoldoende beloond voor duurzaam gedrag bij het uitgeven van vergunningen. Dan gaan bedrijven ook niet investeren en komt de vraag niet op gang, aldus de stichting.
Branchevereniging Bouwend Nederland bevestigt dit beeld. "Veel bestaand materieel wordt omgebouwd. Materieel dat je van de plank kunt halen is beperkt. Investeren in elektrisch materieel is vaak zes keer zo duur. Daar lopen we tegenaan", zegt een woordvoerder.
5 procent van mobiele werktuigen is elektrisch verkrijgbaar
Op dit moment is zo'n 5 procent van de 115.000 mobiele werktuigen in de bouw elektrisch verkrijgbaar, aldus de vereniging. Dat zijn met name kleine machines, zoals graafmachines of elektrische walsen. Ook is er op de bouwplaats nog weinig infrastructuur voor het opladen.
Daarnaast zou het volgens Bouwend Nederland helpen als opdrachtgevers willen betalen voor elektrificatie en er in aanbestedingen ook naar gevraagd wordt.
Uit eerder onderzoek van Bouwend Nederland bleek al dat er in overheidsaanbestedingen nog te weinig duurzaamheidscriteria opgenomen zijn.
Vorig jaar besloot het kabinet om al wel om tussen 2021 en 2030 een half miljard euro extra vrij te maken voor schonere vrachtwagens en machines voor de bouw.
Eerder zei Ton Hillen, CEO van bouwbedrijf Heijmans, al dat het zeker 10 jaar gaat duren voordat de sector kan overstappen op elektrische bouwmachines.
In een toelichting op de jaarcijfers wees hij erop dat de reeds aangeschafte machines een enorme post op de balans zijn en dat het financieel onverantwoordelijk is om die van de hand te doen.
Lees meer over de stikstofcrisis:
- Zo werkt het als de staat boeren wil uitkopen – een gemiddeld varkensbedrijf kan ruim €700.000 opleveren
- Advies Remkes: halvering uitstoot stikstof moet wettelijke verplichting worden
- Bouwbedrijf VolkerWessels waarschuwt dat de huidige overheidsmaatregelen onvoldoende zijn om de stikstofcrisis op te lossen