Door zelf pensioen op te bouwen, kun je meestal meer belastingvoordeel behalen dan je zou denken. Mits je je huiswerk doet en oplet bij het invullen van je belastingaangifte.
Als je via je werkgever geen of maar weinig pensioen opbouwt, kun je met een pensioen- of lijfrentebeleggingsrekening bij bijvoorbeeld a.s.r. zelf een oudedagsvoorziening opbouwen. Je legt dan elke maand of jaar geld in op zo’n lijfrentebeleggingsrekening. Bij het geld dat je hier belegt, kun je ook zelf bepalen hoeveel risico je wilt nemen. Wanneer je met pensioen wilt, kun je met je opgebouwde lijfrentekapitaal bij een aanbieder een lijfrente-uitkering aankopen.
Belastingvoordeel van een lijfrentebeleggingsrekening
Voordeel van zo’n pensioenrekening is dat het je belastingvoordeel kan opleveren. In tegenstelling tot een “gewone” beleggingsrekening is de inleg bij je pensioenrekening aftrekbaar voor je inkomen, wat kan betekenen dat je jaarlijks geld terugkrijgt. Of je geld terugkrijgt en hoeveel, is wel afhankelijk van je persoonlijk fiscale situatie. Zodra je een lijfrente-uitkering hebt, ga je wel weer inkomstenbelasting betalen. Want je gebruikt die lijfrentetermijnen als inkomen, je (aanvullende)pensioen. Dit is echter bijna altijd een lager belastingtarief dan wat je nu betaalt.
Ander belastingvoordeel is dat het pensioenkapitaal niet in box 3 wordt belast. Normaal gesproken betaal je over beleggingen jaarlijks zo’n 2,0 procent vermogensbelasting (boven de vrijstelling van 57.000 euro), maar je belegde pensioenkapitaal blijft buiten schot, want je pensioenkapitaal valt onder box 1.
Rekenvoorbeeld van hoe het belastingvoordeel kan uitpakken
Het belastingvoordeel is vaak groter dan je zou denken. Als je 60.000 euro verdient, bedraagt het belastingtarief 37 procent. Omdat de inleg op een lijfrentebeleggingsrekening aftrekbaar is, bespaar je 37 procent belasting voor elke euro die je inlegt. Dus als je 6.000 euro inlegt, bespaar je afgerond 2.200 euro. Zou je denken, maar het werkelijke belastingvoordeel is groter: je bespaart 2.620 euro. Dat het belastingvoordeel groter is dan 37 procent komt door de “verstorende” werking van de algemene heffingskorting, dat is een belastingkorting die de meeste mensen standaard krijgen. Daardoor is het belastingvoordeel van de lijfrenteaftrek voor inkomens boven de 25.000 euro 44 procent. Bij een inkomen boven 75.500 euro bespaar je mogelijk zelfs tot bijna de helft (49,5 procent) aan belasting.
Tegenover deze belastingvermindering staat de werkelijkheid dat je over de uitkeringen later belasting moet betalen. AOW-gerechtigden betalen over de eerste 38.000 euro 19 procent belasting. Daar komt nog wel zvw-premie bij van ruim 5 procent, zodat je per saldo 25 procent belasting betaalt. Kortom, veel werkenden trekken hun inleg af tegen 44 procent en betalen vanaf hun AOW-leeftijd maar zo’n 25 procent.*
*Met deze rekensom hierboven is geen rekening gehouden met eventuele veranderingen. Alle genoemde bedragen en percentages gebaseerd (en afgerond) op de cijfers van 2024.
Let hierop bij je belastingaangifte
Het belastingvoordeel krijg je niet vanzelf. Je moet er wel wat voor doen. Dat begint met het uitrekenen hoeveel je op je pensioenrekening mag inleggen. De fiscale aftrek wordt elk jaar gemaximeerd door de zogeheten jaarruimte. Dat is de fiscale ruimte die is gebaseerd op je inkomen in het vorige jaar. De jaarruimte in 2024 is dus gebaseerd op je inkomen in 2023. Als je meer inlegt dan de jaarruimte is die extra inleg niet aftrekbaar. Terwijl je er later wel belasting over moet betalen. Dan betaal je dus eigenlijk twee keer belasting.
Factor A
Als je via je werk al pensioen opbouwt, maar ook zelf extra pensioen wil opbouwen, wordt het iets ingewikkelder. Dan moet je ook rekening houden met het pensioen dat je vorig jaar al wel hebt opgebouwd. Deze pensioen aangroei heet de “factor A” en die moet je ook in de formule van de jaarruimte invullen.
Inhaal- of reserveringsruimte
Je kunt mogelijk met terugwerkende kracht alsnog gemiste jaarruimte inhalen. Dit heet de inhaal- of reserveringsruimte. Via de reserveringsruimte is wellicht meer aftrek mogelijk is. Je mag je inkomen tot tien jaar terug gebruiken om je pensioenopbouw op peil te brengen. Om deze reserveringsruimte te berekenen kun je terecht bij belastingdienst.nl
Tenslotte moet je niet vergeten om bij je belastingaangifte in te vullen (als dit nog niet is ingevuld) hoeveel je vorig jaar op je pensioenrekening hebt ingelegd. Beantwoord daarvoor de vraag “Uitgaven voor lijfrente”.
Is je inleg aftrekbaar?
Om te voorkomen dat je meer inlegt dan aftrekbaar is, is het handig om elk jaar bij het doen van je belastingaangifte de jaarruimte van het lopende jaar uit te rekenen.
In principe behaal je het belastingvoordeel pas in het jaar erna, als je aangifte doet. Wil je dit voordeel naar voren halen? Dan regel je dit door een voorlopige aangifte over het lopende jaar in te dienen en daarin de te betalen lijfrente-inleg in te vullen.
Bouw zelf je pensioen op
Een lijfrente is een manier om alsnog zelf iets te regelen als je geen werkgever hebt die dat voor jou doet. Je moet er even voor gaan zitten, maar dan heb je ook wat.
Wil je (extra) pensioen opbouwen met een eigen lijfrentebeleggingsrekening? Let dan wel op dat beleggen risico’s kent waarbij je (een deel van) je inleg kan verliezen.
Dit is een artikel in een reeks van Aegon Cappital. Aegon Cappital is een premiepensioeninstelling (PPI) van a.s.r. Nederland. Lees meer artikelen in het dossier Is jouw pensioen akkoord?.