Hard tegen hard. Dat lijk nu al een zekerheid bij de Brexit-onderhandelingen tussen de Europese Unie en het Verenigde Koninkrijk.

De Britse minister van Buitenlandse Zaken Boris Johnson gaf dinsdag een schot voor de boeg: de miljarden euro’s die de EU naar verluidt vraagt van de Britten bij de boedelscheiding? Daar kunnen de overblijvende 27 EU-landen naar fluiaten als het aan Johnson ligt.

Woensdag sloeg Michel Barnier, hoofdonderhandelaar namens de EU, terug. De rechten van de niet-Britse EU-burgers die nu in Groot-Brittannië wonen, werken en studeren zijn na de Brexit onvoldoende gegarandeerd, stelde Barnier. Zij moeten hun leven kunnen voortzetten zoals nu en dezelfde garanties daarvoor hebben als de Britten die in een EU-lidstaat wonen.

Bevoegdheid Europees Hof van Justitie

De Britse regering heeft aangeboden om de EU-burgers in het Verenigd Koninkrijk een speciale status te geven, en die te garanderen onder Brits recht. Maar Barnier wees erop dat omstandigheden in het land kunnen veranderen en dat daarom het Europese Hof van Justitie moet (blijven) waken over hun rechten. Dat wil Londen niet, en dat zorgt volgens de Fransman voor onzekerheid.

De eerste gesprekken met de Britse onderhandelaar David Davis zijn vorige maand ,,op goede voet’’ gestart, zei de Fransman. De onderhandelingen worden maandag hervat. “Het zware werk begint nu”, aldus Barnier. Hij zei dat eerst politieke overeenstemming moet worden bereikt over de te bewandelen weg naar een scheiding voordat technische onderhandelingen kunnen beginnen.

Zo is het noodzakelijk dat de Britten erkennen dat ze hun financiële verplichtingen uit de periode van hun EU-lidmaatschap nakomen, anders kan volgens Barnier niet verder worden gepraat. Hij reageerde hiermee op de opmerking van de Britse minister van Buitenlandse Zaken Boris Johnson, die dinsdag de bedragen die officieus circuleren (tussen 50 en 100 miljard euro) met afpersing vergeleek. Hij zei dat de EU kan ,,fluiten'' naar de centen. ,,Ik hoor geen gefluit, ik hoor alleen een klok tikken'', was de reactie van Barnier.