De Britse regering loodst woensdag een wet door het parlement die de Britse visserij uit het gemeenschappelijk visserijbeleid van de Europese Unie haalt. Voor veel EU-landen is dit een uiterst gevoelig dossier.
Als de Britten vissers uit andere EU-landen gaan weren uit de Britse kustwateren, kan dat een opmaat vormen naar een no deal-Brexit, wanneer de transitieperiode voor de Brexit eind dit jaar afloopt.
Onder meer de BBC meldt dat de nieuwe visserijwet het VK vanaf 1 januari 2021 het recht geeft om zelf te bepalen of vissers uit andere landen in Britse wateren mogen vissen. Het VK valt dan buiten de huidige afspraken over visrechten tussen EU-landen. Het idee is dat buitenlandse vissers bij de Britse regering een licentie moeten aanvragen om te mogen vissen in Britse wateren.
Als de Brexit op 31 januari officieel wordt, volgt een transitieperiode van 11 maanden. In die periode neemt het VK niet meer deel aan Brusselse instituties zoals de Europese Commissie en het Europese Parlement. Maar het land blijft nog wel gebonden aan de interne Europese markt.
Het idee is dat er eind dit jaar een handelsakkoord ligt tussen de EU en het VK dat de toekomstige relatie vastlegt. Maar als er geen akkoord komt én er ook geen verlenging van de transitieperiode komt, kan er in 2021 alsnog een no deal-Brexit volgen.
In het geval van een Brexit zonder deal vallen het VK en de Europese Unie terug op de regels van de Wereldhandelsorganisatie, waarbij er wederzijds invoerheffingen kunnen komen. Economen schatten dat dit economisch gezien het meest zwarte scenario is voor de Britse economie, en ook voor grote handelspartners als Nederland is dit het meest schadelijke scenario.
Visserij kan handelsdeal tussen VK en EU torperderen
Het verlangen van de Britten om Nederlandse, Franse, Belgische en andere Europese vissers na de Brexit uit Britse wateren te weren, dreigt een van de grootste struikelblokken te worden bij de onderhandelingen over de toekomstige handelsbetrekkingen.
Vanaf volgend jaar wil het VK het economisch potentieel van de Britse wateren volledig onder eigen hoede houden, zo liet premier Boris Johnson vorige week weten. Dat vooruitzicht kan verstrekkende gevolgen hebben voor vissers uit de EU, die voor een belangrijk deel van hun vangst afhankelijk zijn van Britse wateren.
Ook voor de Nederlandse visserij staat er veel op het spel: Nederlandse vissers dreigen 38 procent van hun totale vangst te verliezen als ze na de Brexit niet meer mogen vissen in Britse wateren, blijkt uit een rapport van onderzoekers aan Wageningen University.
Europese diplomaten vrezen dat het nieuwe handelsakkoord, waarin in minder dan een jaar tijd afspraken moeten worden gemaakt over alles -van handel in goederen tot financiële dienstverlening- kan stuklopen op visserij, schrijft de zakenkrant Financial Times. Want hoewel die sector relatief klein is – hij biedt werk aan minder dan 180.000 mensen in de EU – heeft de branche politieke invloed wegens het grote belang voor kustplaatsen.
EU wil wederzijdse toegang tot viswateren behouden na de Brexit
De EU wil dat "bestaande wederzijdse toegang tot visserijwateren en middelen" na de Brexit blijft bestaan. De Unie heeft al laten weten dat een cruciaal punt als toegang van de Londense City tot de financiële markt van de EU tegenover toegang van Europese vissers tot Britse wateren zal worden gesteld – een indicatie van het belang van de kwestie.
Als er geen overeenstemming wordt bereikt over visserij, kan dat leiden tot een Brexit zonder nieuw handelsakkoord aan het einde van dit jaar, een nieuw no deal-scenario dat velen in de EU en in het VK willen vermijden.
Iedereen is het erover eens dat de visstand het beste is in Britse wateren, schrijft de FT. Nederlandse, Franse en Belgische schepen vissen er tot aan 6 zeemijlen (ruim 11 kilometer) voor de Britse kust (binnen die strook hebben Britse vissers al alleenrecht). Als ze dat straks niet meer kunnen, betekent dat voor velen het einde van hun kostwinning.
"Het is dodelijk", zei de Franse visser Bruno Margollé tegen de FT, over het vooruitzicht dat hij en zijn zoons straks niet meer aan de Britse kant van de scheidslijn tussen Britse en continentale wateren mag vissen. "Ik heb geen plan B. Ik heb 1 miljoen euro aan schulden. Wat moet ik doen? Een kogel door mijn hoofd schieten?"
Voor vissers als Margollé is het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) van de EU het fundament van hun bestaan. Volgens dat beleid hebben visserijvloten van de EU volledige toegang tot elkaars wateren, tot twaalf zeemijl voor de kust. Voor de strook tussen zes en twaalf zeemijl gelden afzonderlijke afspraken. Het GVB bepaalt ook landelijke quota's.
Ook voor Nederlandse vissers is het belang van Britse wateren groot. Volgens de website Vist ik het maar, die wordt beheerd door de Stichting Sectorraad Visserij, is 82 procent van alle haring die wordt gevangen door Nederlandse vissers afkomstig uit het Britse deel van de Noordzee. Voor makreel is dat 62 procent, voor blauwe wijtimg 50 procent, voor tong 29 procent en voor schol 23 procent.
"De Nederlandse visserij is voor sommige typen visserij sterk afhankelijk van Britse wateren", concludeert het forum. De Brexit kan daarom "grote gevolgen hebben voor de Nederlandse visserijsector."
Het VK wil na de Brexit van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid af. Britse vissers menen dat hun sector in 1973 is opgeofferd voor de Britse toetreding tot de voorloper van de EU, de Europese Economische Gemeenschap. "We zullen ervoor zorgen dat we Britse visserijrechten niet weggeven, zoals ze zijn weggegeven aan het begin van de jaren zeventig", zei premier Johnson vorige week.