ANALYSE – De uitslag van de Britse verkiezingen brengt op de korte termijn duidelijkheid. Boris Johnson kan de Brexit doorvoeren, nu de Conservatieve Partij een ruime meerderheid krijgt in het Britse parlement.
Tegelijk hebben de Schotse nationalisten hun positie in Schotland verstevigd en is de positie van de protestantse Unionisten in Noord-Ierland verzwakt. Kortom: de éénheid van het Verenigd Koninkrijk staat onder druk.
De verkiezingsoverwinning van Johnson betekent de beste uitslag voor de Conservatieven sinds Margaret Thatcher in de jaren tachtig van de vorige eeuw de leiding had. Dat is mede te danken aan het Britse kiesstelsel.
Het Britse kiesstelsel zorgt voor extreme uitslagen
Het Verenigd Koninkrijk bestaat uit 650 kiesdistricten waarin de bevolking een afgevaardigde (MP, Member of Parliament) kiest om dat district te vertegenwoordigen in het Britse Lagerhuis.
De aard van het Britse districtenstelsel zorgt ervoor dat een partij met minder dan de helft van de totale stemmen een absolute meerderheid kan halen in het parlement. Er wordt namelijk gestreden om een zetel per district, waarbij de winnaar alle stemmen in een district opeist.
Ook dit keer is te zien dat het Britse kiesstelsel tot extreme uitslagen leidt. De Conservatieven halen landelijk gezien zo’n 43,6 procent van de uitgebrachte stemmen binnen, en dat levert 365 zetels op: ofwel een meerderheid van 56,2 procent in het parlement. Het districtenstelsel zorgt dus voor een ‘bonus’ van ruim 12 procentpunt voor de winnaar ten opzichte van het daadwerkelijk aantal behaalde stemmen.
Verder is te zien dat Labour (32,2 procent), de Liberaal-Democraten (11,5 procent), de Schotse SNP (3,9 procent) en de Groenen (2,7 procent) samen uitkomen op 50,3 procent van de stemmen.
Geen meerderheid voor Brexit
De paradox van de verkiezingsuitslag is dus dat Johnson een ruim mandaat krijgt om de Brexit door te drukken, terwijl er landelijk gezien geen duidelijke meerderheid is voor de Brexit. Het totale stempercentage van de Conservatieven (43,6 procent) en de Brexit Party (2 procent) is namelijk uitgekomen op 45,6 procent.
Daar moet dan weer bij aangetekend worden dat ook een deel van de Labour-stemmers pro-Brexit is. Maar één van de redenen voor de verkiezingsoverwinning van Johnson is dat hij pro-Brexit-stemmers bij Labour heeft weten weg te kapen in Noord-Engeland. De kans is dus groot dat de kiezers die Labour heeft weten te behouden voor een groot deel sceptisch zijn over de Brexit.
Dit is ook terug te zien in de meest recente peilingen over een tweede referendum over de Brexit. Uit een gemiddelde van diverse peilingen blijkt dat begin december zo’n 50 procent van de Britse kiezers vóór behoud van het lidmaatschap van de Europese Unie was, terwijl 45 procent wilde vertrekken.
Niettemin blijkt uit de uitslagen van vrijdag dat een aanzienlijk deel van deze kiezers, de 'Remainers', voor het in hun ogen minst schadelijke alternatief heeft gekozen. Velen zijn ervan overtuigd dat een Labour-regering onder Corbyn slechter zou zijn voor het land en de economie dan Brexit. Ze hopen dat de Conservatieven weer zullen 'terugschuiven' naar het midden van het politieke spectrum.
SNP neemt Schotland over, maar referendum over onafhankelijkheid is onzeker
In Schotland heeft Nicola Sturgeons Scottish National Party (SNP) een verpletterende overwinning behaald met 48 van de 59 zetels in Schotse kiesdistricten. Dat zijn dertien zetels erbij sinds 2017. Dit zal Boris Johnson een ongemakkelijk gevoel bezorgen, want de Conservatieve Partij heet officieel de 'Conservative and Unionist Party'.
De winst van de SNP, de belangrijkste voorvechter voor een nieuw Schots onafhankelijkheidsreferendum (in Schotland ook wel IndyRef2 genoemd) zal de Schotse roep om onafhankelijkheid versterken, met name als de Conservatieven de Brexit doordrukken en een sterk nationalistische koers gaan varen.
Maar door de ruime meerderheid van de Conservatieven in het Lagerhuis heeft Johnson de steun van de Schotten niet nodig en kan hij een referendum over de onafhankelijkheid Schotland makkelijker weigeren.
De Britse minister Michael Gove zei donderdag al tegen het televisiestation ITV dat, ook al hebben de Schotten massaal voor een pro-referendumpartij gestemd, hij niet denkt dat een een nieuw referendum in Schotland onvermijdelijk is. Integendeel: "Ik denk niet dat nog een onafhankelijkheidsreferendum de juiste keuze is voor Schotland of voor het Verenigd Koninkrijk", aldus Gove.
Protestantse Unionisten verliezen in Noord-Ierland
In Noord-Ierland heeft de DUP (Democratic Unionist Party), de protestantse unionisten die bij het Verenigd Koninkrijk willen blijven, twee zetels verloren.
Extra pijnlijk voor de DUP, die tot voor kort met de Conservatieve regering meestemde in ruil voor een belofte van extra geld voor Noord-Ierland, is dat vicevoorzitter Nigel Dodds zijn zetel in Belfast heeft moeten afstaan aan Sinn Féin. Dat is de katholieke Noord-Ierse partij die een hereniging met Ierland wel ziet zitten.
Sinn Féin staat met 7 zetels op 1 zetel minder dan de DUP. En de SDLP (Social Democratic and Labour Party) is van nul naar twee zetels gegaan. Net als Sinn Féin is de SDLP voor een verenigd Ierland. Samen hebben deze partijen 9 zetels, tegen 8 voor de DUP.
Ondanks het verlies van 2 zetels hoopt de DUP nog steeds invloed te hebben op onderhandelingen over een Brexit-akkoord met de Europese Unie. DUP is het niet eens met het akkoord dat Boris Johnson heeft gesloten met de Europese Unie over de voorwaarden van de Brexit. Hierbij zal Noord-Ierland anders worden behandeld dan de rest van het Verenigd Koninkrijk en komt er een grens tussen Noord-Ierland en het Britse hoofdeiland.
Vraag is of er nog aanpassingen komen voor Noord-Ierland in het vervolg van de Brexit-onderhandelingen, want voor de meeste Ieren is het Brexit-akkoord van Johnson de minst slechte oplossing, bij gebrek aan een mogelijkheid om in de EU te blijven of stappen te zetten richting een verenigd Ierland.
Overzie je het hele slagveld na de verkiezingen van 12 december, dan is het Verenigd Koninkrijk onmiskenbaar sterker gespleten langs nationalistische lijnen: Engeland is conservatief blauw, Schotland is nationalistisch geel en in Noord-Ierland staan partijen die vóór een verenigd Ierland zijn sterker.
De Brexit mag dan doorgaan, tegelijk nemen de interne spanningen binnen het Verenigd Koninkrijk toe. De komende jaren moet blijken of dat tot uitbarstingen leidt.
Lees meer:
- 14 opvallende conclusies die je kunt trekken uit de historische verkiezingsoverwinning van Johnson
- Voor Johnson komt de echte uitdaging nu pas: 1 jaar tijd om een handelsakkoord te sluiten met de EU
- Pond veert op na de zege voor Johnson, maar het risico op een 'no deal' is niet weg
- De Brexit bedreigt 25.000 banen van Britse seizoenswerkers in Europese skigebieden