- De Britse regering stelt zich hard op tegenover de EU in de aanloop naar de onderhandelingen over een handelsakkoord.
- Als Boris Johnson vasthoudt aan het uitgangspunt dat het VK geen afspraken maakt met de EU over kwaliteitsstandaarden, neemt de kans op een no deal-Brexit toe.
- Buurstaten van de EU zoals Zwitserland, Noorwegen en Turkije hebben stuk voor stuk speciale handelsovereenkomsten met de EU.
- Als Johnson kiest voor een no deal-Brexit spiegelt hij zich de facto aan Rusland, dat veel handelt met de EU op relatief ongunstige voorwaarden
ANALYSE – Je kunt het Britse eiland na de Brexit niet als een schip laten uitvaren naar andere werelddelen om handel te drijven. Dat is een harde geografische werkelijkheid die echter geen rol lijkt te spelen in de analyses van de Britse premier Boris Johnson en zijn ministers.
De Britse hoofdonderhandelaar bij de besprekingen over een handelsakkoord met de Europese Unie, David Frost, benadrukte maandag tijdens een toespraak in Brussel dat zijn regering hoe dan ook afstand wil nemen van de Europese Unie eind dit jaar. De Britse regering wil zich niet conformeren aan EU-standaarden vanaf 1 januari 2021, als de transitieperiode voor de Brexit eindigt.
Dat is geen onderhandelingstactiek, maar een harde basisvoorwaarde, benadrukte Frost.
Als dat inderdaad zo blijkt te zijn, stevenen het VK en de EU af op een keiharde no deal-Brexit. De Europese Unie heeft steeds gezegd dat er overeenstemming moet zijn over kwaliteitsstandaarden om te komen tot een deal waarbij er geen wederzijdse invoerheffingen komen. En dat geschillen daarover bij het Europese Hof van Justitie worden beslecht.
Frost gaf maandag opnieuw aan dat het ‘Australië-model’ wat betreft de Britse regering een acceptabel alternatief is voor een direct handelsakkoord met de EU. Dit komt feitelijk neer op een no deal-Brexit, want de EU en Australië handelen onder de voorwaarden van de Wereldhandelsorganisatie, met wederzijdse invoerheffingen.
Angst voor no deal-Brexit bij Britse industrie
Tal van industriële lobbygroepen in het VK waarschuwen voor de negatieve gevolgen van dit scenario. Uit macro-economische studies blijkt ook dat dit zware economische schade gaat opleveren voor het VK.
Des te opvallender is het dat de regering van Johnson het visioen van 'Global Britain' presenteert als een gelijkwaardig alternatief voor de huidige, nauwe handelsbanden met de EU - minpuntje in dit verband is dat de persoonlijke relatie tussen Johnson en de Amerikaanse president Donald Trump inmiddels op een absoluut dieptepunt is beland. Maar dat terzijde.
Dichtbij elkaar is het makkelijker handelen
Dat de geografische ligging van landen nog altijd een grote rol speelt bij de intensiteit van de handel, is geen argument dat hardcore Brexiteers willen meewegen. Toch valt de invloed van de geografische ligging van landen op de handelsbetrekkingen niet te onderschatten.
In de onderstaande tabel is de omvang van de goederenhandel van tien handelspartners van de EU-27 (dus de Europese Unie zonder het VK) weergegeven op basis van data uit 2018. Het gaat om de som van de waarde van de export en de import. Hierbij is het aandeel van het VK in de EU-handel met de genoemde landen uit de cijfers gehaald. En het VK zelf geldt hier dus als een niet-EU land.
Te zien is dat de absolute omvang van de handel met de VS en China het grootst is – dit zijn samen met de Europese Unie ook de grootste economieën ter wereld. Maar het VK komt meteen daarna.
In het lijstje zijn eerst de acht belangrijkste handelspartners van de EU-27 weergegeven; daarnaast zijn Canada (elfde handelspartner van de EU) en Australië (twintigste handelspartner van de EU) meegenomen. Die landen worden vaak als voorbeeld gebruikt voor de handelsrelatie die het VK na de Brexit kan nastreven met de EU.
Op basis van het bovenstaande lijstje kun je kijken hoe belangrijk de handel met de EU-27 is voor een niet-EU land in verhouding tot de omvang van de economie. Dat is in de tabel hieronder gedaan.
Hier vallen een paar conclusies te trekken. Op de eerste plaats zie je dat de absolute omvang van de EU-handel met China en de VS minder gewicht in de schaal legt, afgezet tegen de omvang van de Amerikaanse en de Chinese economie. Dan gaat het om drie tot vier procent. Voor Japan geldt iets vergelijkbaars.
Kijk je naar Canada en Australië, landen met een behoorlijke economie die redelijk uit de buurt van de EU liggen, dan zie je ook dat de omvang van de handel met de EU niet erg indrukwekkend is, afgezet tegen de grootte van de Canadese en Australische economie. Opnieuw drie tot vier procent.
Vervolgens heb je het VK, Rusland, Turkije, Zwitserland en Noorwegen. Allemaal landen die min of meer aan de EU grenzen. Hier zie je dat de omvang van de handel met de EU-27 zeer fors is, afgezet tegen de omvang van de economie van het land. De percentages lopen uiteen van 17 procent tot 38 procent.
Johnson spiegelt zich economisch aan Rusland
Interessant is vervolgens dat Noorwegen, Zwitserland én Turkije alle drie een zeer nauwe handelsrelatie hebben met de EU.
Noorwegen is onderdeel van de European Economic Area en neemt dus deel aan de interne Europese markt; Zwitserland heeft een serie bilaterale overeenkomsten met de EU en accepteert delen van de Europese regelgeving in ruil voor toegang tot delen van de interne markt; Turkije heeft een overeenkomst met de EU voor een douane-unie voor industriële producten, waarvoor ook een gemeenschappelijk extern handelstarief wordt gerekend.
Alleen met Rusland is er aan de ene kant sprake van een forse omvang van de handel, vooral door de import van olie en aardgas uit Rusland. Aan de andere kant handelen de EU en Rusland op basis van de regels van de Wereldhandelsorganisatie, met wederzijdse invoerheffingen. Een afstandelijke relatie.
Dat Rusland een uitzonderingspositie inneemt, heeft veel te maken met de politieke spanningen tussen Rusland en de EU. De banden zijn sinds de Russische annexatie van de Krim en het conflict in Oekraïne er niet beter op geworden.
Voor het overige heeft de EU met grote handelspartners die geografisch in de buurt liggen, juist relatief uitgebreide handelsovereenkomsten. Vanuit economisch eigenbelang zou je daarom verwachten dat de Britse regering zich zou spiegelen aan Zwitserland, Noorwegen en Turkije; een vergelijking met Canada of Australië ligt veel minder voor de hand.
Als Johnson voor de no deal-Brexit gaat eind dit jaar kiest hij feitelijk de 'Russische route': veel handel met de EU en tegelijk een moeizame politieke relatie met flinke economische barrières.