Dat blijkt uit een studie van de Erasmus Universiteit en adviesbureau Hewitt
Associates naar negentig beursgenoteerde ondernemingen, waarvan Het
Financieele Dagblad maandag melding maakte.
Volgens de onderzoeksleider, de Rotterdamse hoogleraar financiële analyse
Gerard Mertens, geven Nederlandse bedrijven weinig inzicht in de
prestatiecriteria. Daarom is het moeilijk om de relatie tussen de geleverde
prestaties en de hoogte van de bonus te te verantwoorden.
Zo worden de prestaties niet gecorrigeerd voor algemene ontwikkelingen,
zoals een goed draaiende economie of markt- en sectorinvloeden. Hierdoor
worden bestuurders beloond voor ontwikkelingen die niets met management te
maken hebben.
Ook krijgen bestuurders vaak meer uitbetaald dan het vastgestelde
maximumbedrag. Bij bedrijven met een maximumbonus gaat twintig procent van
de bestuurders door het plafond heen. Ook als er een nieuwe ceo komt, worden
de bonussen naar boven toe bijgesteld.
Vooral het laatste jaar was er sprake van een flinke stijging in de
bonussen. Volgens Mertens is dit deels veroorzaak door de economische groei.
Maar hij vermoedt ook dat de maatschappelijke discussie over topsalarissen
meespeelt. Door alle maatschappelijke aandacht voor salarissen hebben
bedrijven volgens Mertens meer gekeken naar alternatieve manieren om
bestuurders te belonen.
De onderzoekers plaatsen wel een kleine kanttekening: de stijging van de
bonussen is vertekend. Het beginjaar van het onderzoek, 2002, was zo'n
slecht jaar dat veel bedrijven geen bonussen uitbetaalden.
De onderzoekers doen een aantal aanbevelingen om de transparantie te
vergroten. Zij pleiten onder meer voor een duidelijker verband tussen bonus
en prestatie. Het aantal factoren waarop prestatie beoordeeld wordt, moet
daarom omlaag naar meetbare factoren, zoals kasstroom en winst.
Vervolgens moeten deze criteria de jaren erop worden vastgehouden. Ook moeten
bedrijven een maximumbonus invoeren en daar niet vanaf wijken.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl