- De Nederlandse overheid wil tegen het einde van dit decennium 37.000 hectare bos erbij in ons land.
- De non-profit organisatie Trees for All plantte dankzij donaties van bedrijven en particulieren al bijna 10 miljoen bomen.
- Business Insider kreeg een rondleiding in het Bentwoud om te horen hoe bomen planten in de praktijk gaat en hoe effectief het werkelijk is.
- Lees ook: Geen omgekeerde vlaggen, maar juist méér klimaatbeleid: deze boeren willen de landbouw ‘natuurinclusief’ maken
Ooit was er ten oosten van het Zuid-Hollandse Zoetermeer enkel landbouwgrond, nu prijkt er 800 hectare aan natuurgebied.
Dit gebied – het Bentwoud geheten – wordt in fasen aangelegd, zegt Frans van Zijderveld. Hij werkt als programmamanager bij non-profitorganisatie Trees for All. Telkens als er geld is, leggen de eigenaren, Staatsbosbeheer en de provincie Zuid-Holland, weer een hectare bos aan.
“Zie je dit veld met boompjes?”, zegt Van Zijderveld, terwijl hij wijst naar een grasveld vol relatieve sprieten. “Dat is zo’n twee jaar geleden aangelegd.” Even verderop staat een veld met veel grotere bomen. “Die zijn, schat ik, zo’n twaalf jaar geleden geplant.”
Overheid wil 37.000 hectare bos erbij
Initiatieven zoals het Bentwoud zijn hard nodig om de doelstellingen te halen die de Nederlandse overheid zichzelf in 2020 heeft opgelegd met de Bossenstrategie. Tegen het einde van dit decennium moet er in ons land 37.000 hectare bos gerealiseerd zijn. Door meer bos vangen we extra CO2 op en krijgen dieren meer de ruimte, is het idee.
Experts twijfelen of dat doel wel realistisch is. Omdat het vrijwel niet te doen is om iets te verdienen aan bosgrond, zouden landeigenaren met een financiële uitdaging opgescheept komen te zitten. Wel is er subsidie voor bijvoorbeeld boeren die een stuk landbouwgrond willen omtoveren tot bos, maar dat dekt dan weer niet alle kosten.
Wereldwijd popten de laatste jaren talloze organisaties uit de grond die helpen bij de financiering van bomenplant, dankzij donaties van particulieren en bedrijven. Bekende namen zijn het Zweedse GoClimate en Justdiggit, een Amsterdamse non-profit organisatie die bomen plant in Afrikaanse landen.
Of neem het Nederlandse Trees for All, de organisatie waarvoor Van Zijderveld werkt. De 24 jaar oude non profit-organisatie plantte door de jaren heen al bijna 10 miljoen bomen in meer dan 100 bossen. Ruim 2.200 bedrijven en ruim 14.000 particulieren doneren aan de stichting. Afgelopen jaar leidde dit tot wel 7,5 miljoen euro aan donaties. Het is een stijging van zo’n half miljoen euro ten opzichte van 2021, blijkt uit het laatste jaarverslag.
81.000 bomen geplant in Bentwoud
Van Zijderveld en zijn collega’s voorzagen in Bentwoud al in de financiering van zo’n 23 hectare bos, goed voor bijna 81.000 bomen.
“De overheid heeft mooie, grote ambities”, zegt Van Zijderveld, “maar er is te weinig geld beschikbaar. Wij halen geld op uit de maatschappij, bij bedrijven en particulieren die het belangrijk vinden dat er bomen geplant worden.”
Terwijl we over kronkelende weggetjes langs de vele jonge bomen lopen, legt de tevens aanwezige Trees for All-directeur Simone Groenendijk uit waar het haar stichting om te doen is. “Kijk om je heen naar al die bomen en planten”, zegt ze. “Mooi, toch? We willen mensen bewust maken van waarom het planten van groen belangrijk is.”
Niet alleen om er CO2 mee uit de lucht te halen, maar ook om er het dieren- en plantenrijk een zetje in de rug mee te geven. “Het gaat slecht met de biodiversiteit in Nederland", zegt Groenendijk. "Door bomen aan te planten kun je dit een enorme impuls geven.”
Haar organisatie is actief in zowel Nederland als in ontwikkelingslanden, zoals Bolivia, Madagaskar en Ghana. “In Nederland is bos belangrijk voor de recreatie van mensen. In het buitenland zijn we zelfs een economische factor, omdat we voor de aanleg van de bossen samenwerken met de lokale bevolking en hierdoor werk bieden.”
Al is de vergroeningsopgave in Nederland nog zo groot, Groenendijk gaat niet met ieder voorstel in zee. “We willen dat de beheerder alleen inheemse bomen gebruikt, zodat de biodiversiteit kan floreren”, zegt ze.
Bovendien moeten er minstens vijftien soorten bomen worden geplant, vult Van Zijderveld haar aan. “Als je maar één soort boom hebt, loop je de kans dat het hele bos afsterft bij een plaag of door droogte. Dat zie je nu gebeuren in Nederland met fijnsparbossen. Daarnaast willen we voorkomen dat onze geplante bomen na vijf jaar alweer weg worden gehaald. Daarom vragen we de beheerder periodiek om een rapportage over de bomen.”
De programmamanager bezoekt zijn vergroende percelen ook geregeld zelf. Tijdens zijn rondes controleert hij hoeveel bomen er nog in leven zijn. “Ik was hier een jaar geleden nog, rond dezelfde tijd in het jaar. Als een boom nu [eind mei, red.] nog geen bladeren heeft, weet je dat het een slecht teken is.”
Ook bomen hebben niet het eeuwige leven. Veel sterven zelfs voortijdig. Je kunt bij jullie specifieke aantallen bomen doneren, bijvoorbeeld twee of vier stuks. Wat als die na een paar jaar sterven?
Groenendijk: “Voor ons gaat het niet zozeer om het planten van individuele bomen, maar om het creëren van een bos. Je doneert bij ons in een hectare, waarin we een groot aantal bomen planten. Die bomen zullen uiteindelijk een bos vormen. Het is dan een natuurlijk ontwikkelproces van bomen die overblijven en een bos vormen.”
Van Zijderveld: “Als je bij ons een paar bomen laat planten, sluiten we een contract af. We kijken daarbij naar de waarde van het totaalproject. Daarbij letten we niet alleen op bomen, maar zien we ook toe op de aanleg van waterpoelen of, in het buitenland, brandpreventie. We weten precies hoeveel bomen we per project planten, maar het draait uiteindelijk om de hectares bos.”
Als je gaat tellen, vervolgt Van Zijderveld, “zie je hier per hectare duizenden bomen. Maar als je hier over 50 jaar nog eens kijkt, zijn daar misschien nog maar 500 van over. In een bos van 300 jaar oud zie je misschien nog maar 150 bomen per hectare. Zou je op een nieuw grasland nu echter 150 bomen planten, dan komt er vrijwel niets van terecht. Je moet wel duizenden bomen planten, zodat de sterksten kunnen overwinnen.”
Van Zijderveld wijst naar een jong stuk bos ter linkerzijde. “Dit zijn allemaal jonge boompjes, die er tegelijkertijd zijn geplant. Wat je misschien niet ziet, is dat al die bomen een strijd met elkaar voeren. Daar links zie je een dikkere boom en daar verderop nog eentje. Dat zijn de bomen die het snelst groeien en die zullen het uiteindelijk overleven. Dat zijn dus de bomen die straks in het oude bos overeind zullen staan.”
Als een hectare eenmaal is vergroend, helpt de natuur overigens ook een handje met de bomenplant, benadrukt van Zijderveld. “Als een oude boom omvalt, ontstaat een gat waarin veel licht en regen kan komen. Dat gat wordt direct ingenomen door allerlei jonge boompjes die er gaan kiemen.”
In een land waarin om iedere vierkante meter gestreden wordt, kan het nog best een opgave zijn om nieuwe hectares bos te realiseren, weten ze bij Trees for All. De sleutel tot succes ligt hem volgens directeur Groenendijk in wat ze “meervoudig ruimtegebruik” noemt. “Er ligt een opgave voor biodiversiteit, waterbuffering, duurzaam geproduceerd hout en recreatie. Als je dat allemaal combineert, kun je erg efficiënt met ruimte omgaan.”
Vanuit de maatschappij is er heus weleens argwaan, als een organisatie waarin Trees for All investeert een stuk hectare wil vergroenen. Gaat er alweer een stuk weiland weg?, vragen sommigen zich dan af.
“Je moet goed communiceren", zegt Groenendijk. "Als je zegt: ik plant alleen maar bos, omdat ik graag bomen wil hebben, werkt dat vaak minder goed. Het is belangrijk om je omgeving mee te nemen en die wil ook van natuur genieten. We lopen nu niet voor niets over een wandelpad; dit bos heeft waarde voor de lokale omgeving.”
Zou het voor de biodiversiteit niet beter zijn als jullie investeren in bossen waar géén mensen welkom zijn?
Van Zijderveld: “Ik denk het wel. Hier ligt een voetpad, daar zou ook een boom kunnen groeien. Toch helpt dit alleen voor de korte termijn, volgens mij. Als mensen niet van de natuur kunnen genieten, haal je het draagvlak weg. Je loopt dan het risico dat mensen bij nieuwe verkiezingen op partijen stemmen die het bos helemaal niet belangrijk vinden. Dan hol je in feite je eigen beleid uit.”
Groenendijk wijst erop dat de meeste overheidssubsidies voor bosvorming de eis hebben dat een gebied opengesteld wordt. “Zonder subsidies en donaties is de aanleg en het beheer van bos een kostbare zaak voor de grondeigenaar. Als die bijdragen wegvallen, wordt er heel weinig nieuw bos aangeplant."
Trees for All biedt ook CO2-compensatiepakketten aan. Zo kunnen particulieren de jaaruitstoot van een heel huishouden compenseren via de organisatie. Deze donaties gaan naar gecertificeerde bosprojecten in Bolivia en Mexico, stelt Groenendijk.
Uw verslaggever test het uit voor zijn tweepersoonshuishouden. We komen uit op een jaarverbruik van 10,50 ton CO2, terwijl we twee keer gevlogen hebben: een retourtje Amsterdam naar Barcelona en een enkeltje vanuit Sicilië naar Amsterdam.
Voor een bedrag van 194,25 euro, ofwel 16,19 euro per maand, kunnen we onze complete jaaruitstoot vergoeden, stelt Trees for All. Opvallend, vinden we, want uit eerder onderzoek dat klimaatkenner Babette Porcelijn voor Business Insider deed, bleek dat je voor één retourtje naar Rome al 95 bomen moet planten, wat gelijkstaat aan 474 euro.
Hoe dat bedrag bij Trees for All zo laag kan uitvallen, willen we weten. Schat de organisatie de zaken niet veel te rooskleurig in? Nee, denkt Groenendijk: “Wij berekenen de CO2-vastlegging over een periode van 40 jaar, waarbij we de CO2-uitstoot baseren op kengetallen van Milieu Centraal. Babette rekent het aantal bomen terug naar het nu om de directe impact te laten zien. Het is een andere rekenmethode.”
Je kunt bij jullie ook de CO2-uitstoot van zakelijke vluchten compenseren. Pak je weer een retourvlucht naar Rome als voorbeeld, dan komen jullie uit op 8,25 euro aan kosten, goed voor 0,45 ton CO2. Babette Porcelijn kwam bij ons uit op 0,69 ton uitgestoten CO2, waarvoor je 474 euro moet betalen.
Groenendijk: “Het is, wederom, een andere berekening. De prijs voor CO2-compensatie hangt af van de manier waarop de uitstoot berekend wordt en de wijze waarop gecompenseerd wordt."
"Er zijn nog veel meer berekeningen in deze branche. Zo zul je nog veel goedkopere dan de onze tegenkomen. Die nemen bijvoorbeeld alleen CO2 mee, terwijl wij alle broeikasgassen meenemen. Babette zegt daarentegen: laten we het zo duur mogelijk maken, anders rekenen we onszelf rijk. Dat vind ik ook mooi.”
Als je het zo duur zou maken, zou er natuurlijk ook niemand meer bij jullie doneren.
Groenendijk: “Hoe het bij ons werkt, is dat een projectpartner naar ons toekomt met een voorstel. Die zegt: we hebben dit bedrag nodig om een goed project op te zetten. Op basis van dat project kunnen wij bepalen of we een donatie kunnen doen, op basis van maatschappelijke steun. We vragen vervolgens niet meer dan nodig is om zo’n project mee te draaien.”
Hoe voorkom je eigenlijk dat bedrijven jullie service gebruiken als afkoopmanier, zodat ze binnen hun eigen bedrijfsvoering niet hoeven te investeren in CO2-besparing?
Groenendijk: “We gaan samenwerkingen aan voor minimaal drie jaar. Stel dat een partner dit jaar zijn CO2-uitstoot compenseert bij ons, dan verwachten wij dat de te compenseren CO2-uitstoot bij dat bedrijf in de loop der jaren afneemt.”
“Wij ontvangen hierdoor wellicht minder donaties van zo’n bedrijf, maar dat is de maatschappelijke rol die we willen spelen. We zijn dit sinds afgelopen jaar aan partners gaan vragen. Daarvoor hielden we er wel gesprekken over, maar stelden we het niet als eis.”
Waarom nu wel?
Groenendijk: “Juist omdat we extra willen sturen op CO2-reductie en ook wij zien dat het onderwerp greenwashing speelt. We willen daar een heel duidelijk signaal voor afgeven.”
Zijn er in het verleden dan wel bedrijven geweest die jullie service hebben gebruikt voor greenwashing?
Groenendijk: “Greenwashing is een heel belangrijk onderwerp om alert op te zijn, maar ik zeg uit de grond van mijn hart: onze achterban bestaat uit zo ontzettend veel bedrijven die het goede willen doen.”
“Er ontstaat soms de tendens dat iedereen die compenseert, verkeerd aan het afkopen is. Maar uiteindelijk zeggen wij: er zijn licht- en donkergroene bedrijven. Die donkergroene bedrijven vinden wij fantastisch, zij inspireren anderen. Maar we willen ook de groep meenemen die aan het begin van deze rit staat, maar uiteindelijk net zo goed het juiste wil doen.”
Critici van dit soort initiatieven zeggen ook weleens: wil je alle uitgestoten CO2 uit de lucht halen door bomen te planten, dan heb je meer dan één aardbol nodig.
Groenendijk: “Dús moet er gereduceerd worden. Bos is een oplossing, maar het is slechts een deel van de puzzel. We kunnen het niet alleen doen met nieuwe natuur. Wel is dit in onze beleving de meest natuurlijke manier om met CO2-compensatie om te gaan. Je bent erdoor niet alleen bezig met CO2-opslag, maar met het verrijken van de hele planeet.”
Dan lopen we verder, naar een uitkijkpunt over het hele bos. We kijken uit over vergroende hectares met, laten we zeggen, baby-, kinder- en puberende bomen. Er verschijnt een glimlach op het gezicht van bosmanager Van Zijderveld. “Weet je, bomen zuiveren lucht, ze zijn goed voor de waterbeheersing en leggen CO2 vast. Wat willen we nog meer?”