Japan wil zonnepanelen op meren gaan aanleggen om minder afhankelijk te zijn van energie-import. Frankrijk gaat 1000 kilometer zonnecellen in snelwegen stoppen.

Zonnepanelen horen thuis op daken. Of toch niet? Er zijn zat oppervlaktes te bedenken waar zonnepanelen ook van pas zouden kunnen komen. De komende jaren gaat de realistatie van kleine energiecentrales op onverwachte locaties een vlucht nemen.

In Japan is men in de weer om meren te bedekken met zonnepanelen. Het eilandenrijk worstelt al sinds de industrialisatie met een tekort aan ruimte én natuurlijke brandstoffen. Tussen alle bergketens en megasteden in Japan is maar weinig plaats over. Tot voor kort loste Tokio dat op met kernernergie, maar na de Fukushima-ramp is het grootste deel van de kerncentrales stil komen te liggen. Momenteel werkt slechts één van de circa 17 centrales en wekt Japan 9 procent van haar energiebehoefte op met kernsplitsing. Dat had – zonder aardbevingen en tsunami’s – 40 procent moeten zijn in 2017.

Nu kernenergie als optie zo goed als van tafel is, wil Tokio het over de duurzame boeg gooien. Al was het maar om minder grondstoffen te hoeven importeren.

Multinational Kyocera is begonnen aan de aanleg van een zonnecentrale op het Yamakura-stuwmeer bij Chiba, hemelsbreed zo’n 45 kilometer van het centrum van Tokio. De panelen komen op het water rondom een kunstmatig eiland dat een amusementspark huisvest. Als het klaar is, begin 2018, moet het qua capaciteit de grootste drijvende zonnecentrale van de wereld zijn. Ongeveer 5000 huishoudens moeten daarmee van stroom voorzien kunnen worden.

Kyocera, bekend van elektronica en technisch keramiek, heeft grootse plannen en wil in de nabije toekomst meer zonnecentrales aanleggen in de 'alomtegenwoordige wateroppervlakken' van Japan. Agrarische reservoirs lijken een logische volgende stap. Het zou een win-winsituatie zijn, want de panelen zorgen er ook voor dan minder water verdampt.

Route du Soleil: nu vrij letterlijk

In Frankrijk, dat ook behoorlijk afhankelijk is van kernenergie, is de overheid ook bezig om zonnepanelen te integreren op een onverwachte plek: de weg. Minister van Energie en Ecologie Ségolène Royal wil 1000 kilometer snelweg uitrusten met zonnecollectoren waar een vrachtwagen met 50 ton staal probleemloos overheen kan razen. Eén kilometer zou al goed genoeg zijn om een dorp met 5.000 inwoners (niet huishoudens) stroom te leveren. Een vrij letterlijke Route du Soleil dus, naar zonne-energie voor zo'n 5 miljoen Fransen.

Infrabedrijf Colas heeft vorig jaar de zogenoemde Wattway gepresenteerd. Deze weg maakt gebruik van een ultradun laagje siliconen om de zonnestralen op te vangen. Volgens de ontwikkelaars is het uitstekend geschikt voor kleine afgelegen dorpen die kostbaar zijn om aan te sluiten op het nationale netwerk. En er is geen slipgevaar.

Trouwens, we hadden in Nederland de premeur met een energieopwekkend wekdek, namelijk het peperdure fietspad bij Krommenie.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl