- Het kabinet heeft de BIK-regeling uitgewerkt die bedrijfsinvesteringen moet stimuleren.
- Ondernemers kunnen 3 procent korting krijgen op investeringen tot 5 miljoen euro en 2,44 procent op investeringen boven dat bedrag.
- De Raad van State en veel oppositiepartijen zijn uitermate kritisch op de regeling.
Ondernemers kunnen met de veelbesproken investeringskorting van het kabinet 3 procent korting aanvragen op investeringen tot 5 miljoen euro. Op investeringen boven dat bedrag kunnen bedrijven 2,44 procent korting aanvragen. Die verrekenen ze met de loonheffing.
Dat blijkt uit de uitwerking van de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) die staatssecretaris Hans Vijlbrief (Fiscaliteit) aan de Kamer heeft gestuurd.
De tijdelijke BIK, die voor twee jaar in totaal 4 miljard euro kost, werd gepresenteerd op Prinsjesdag. Veel oppositiepartijen waren in de debatten de afgelopen weken niet te spreken over de maatregel, die bovendien nog niet was uitgewerkt.
Die uitwerking is er nu wel. Het gaat om investeringen waartoe na 1 oktober 2020 is besloten en die eind 2022 volledig zijn betaald. Deze beperkte periode zorgt er volgens het kabinet ook voor dat het beschikbare bedrag niet in één keer wordt opgemaakt door een groot bedrijf dat een gigantische investering doet.
Door de invulling van de regeling verwacht Vijlbrief dat ongeveer 60 procent van het voordeel bij het midden- en kleinbedrijf terechtkomt. Ook kunnen MKB'ers de BIK gebruiken in combinatie met andere investeringsregelingen voor het midden- en kleinbedrijf. Datzelfde geldt voor belastingvoordelen voor bedrijven die groene investeringen doen.
Crisismaatregel die banen moet opleveren
Het is en blijft een crisismaatregel die voor twee jaar is vastgesteld, benadrukt Vijlbrief steevast. Premier Mark Rutte benadrukte in debat met de Tweede Kamer na Prinsjesdag dat de regeling vooral banen moet opleveren.
Maar volgens Vijlbrief gaat het toch ook vooral om de investeringen. Het is immers de Baangerelateerde Investeringskorting, zegt de staatssecretaris "en niet de investeringsgerelateerde baankorting. Maar ja, er treden wel degelijk werkgelegenheidseffecten op."
De regeling kan alleen worden gebruikt voor investeringen in nieuwe bedrijfsmiddelen, die ook nog binnen 2,5 jaar in gebruik moeten worden genomen. Zo moet tevens carrousselfraude worden tegengegaan, zoals vaak gepleegd werd met een soortgelijke investeringsregeling in de jaren 80.
Het loket voor de BIK gaat pas in september volgend jaar open. Bedrijven kunnen aankloppen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
Forse kritiek van de Raad van State
De Raad van State heeft flinke kritiek op de BIK. De belangrijkste adviseur van de regering ziet de noodzaak om bedrijven een duwtje in de rug te geven om te investeren, maar vraagt zich af of dit wel de juiste manier is.
Ook de term 'baangerelateerd' zou uit de titel van de regeling moeten verdwijnen, vindt de Raad van State.
De belastingmaatregel kan ervoor zorgen dat het kabinet geld pompt in sectoren die er ondanks, of zelfs dankzij, de coronacrisis goed voor staan, terwijl andere branches het heel moeilijk hebben. Wat dat betreft is de BIK niet gericht genoeg.
Geen belastingaftrek, maar subsidie
De Raad van State suggereert dat een subsidieregeling beter kan werken. De BIK maakt het mogelijk dat bedrijven een deel van hun investering kunnen aftrekken van de belasting op loon en de premie voor de volksverzekeringen.
Er zijn geen inhoudelijke argumenten om de korting op deze manier vorm te geven, oordeelt de RVS. "Er is immers ook geen logische samenhang tussen investeren in bedrijfsmiddelen en de vraag of een onderneming loonbelasting inhoudt en afdraagt."
Daarnaast kunnen bedrijven zonder werknemers niet profiteren van de regeling.
Het kabinet hamert op het belang van baanbehoud, maar de term 'baangerelateerd' zorgt volgens de Raad van State alleen maar voor verwarring.
BIK apart behandelen in de Tweede Kamer
Niet alleen de Raad van State is kritisch op het voorstel, datzelfde geldt voor veel oppositiepartijen. De BIK is misschien wel een dermate "politiek gevoelige kwestie" dat het los moet worden behandeld, en niet als deel van het Belastingplan.
Dit om te voorkomen "dat een goede parlementaire behandeling van andere onderdelen van het Belastingplan 2021 in het gedrang komt".
Opmerkelijk is dat de Raad van State hierbij ook een motie aanhaalt die huidig minister van Financiën Wopke Hoekstra in zijn tijd als senator heeft ingediend. Hoekstra riep het kabinet in 2015 op losse wetsvoorstellen niet meer te koppelen, zodat de Eerste Kamer de voorstellen los kan goedkeuren of afkeuren.