Amsterdam is veruit de populairste Nederlandse stad op het sociale verhuurplatform Airbnb.
Maar hoe zit het met degenen die hun woning aanbieden via Airbnb? In een donderdag gepubliceerde analyse van Hotelschool The Hague en vastgoedadviseur Colliers International staat dat liefst 38 procent van de aanbieders meer dan één woning via Airbnb aanbiedt: “Dit is een indicatie dat een deel van het aanbod wordt verhuurd door professionele partijen”, stellen Collier en de hotelschool.
Bijna een kwart van de verhuurders zou in de categorie ‘huisjesmelker’ vallen: bijna 23 procent van de verhuurders exploiteert namelijk drie of meer accommodaties, suggereert onderstaande grafiek uit het rapport.
Zowel in Amsterdam als in Utrecht is het verplicht dat mensen die hun woning verhuren aan toeristen er zelf hun hoofdverblijf hebben.
Maar er zijn ook bemiddelaars die de verhuur regelen voor meerdere particulieren. Dat mag, mits een woning niet te vaak wordt verhuurd. Nu mag dat nog zestig dagen in Amsterdam en Utrecht. In de hoofdstad wordt het maximum volgend jaar dertig dagen.
(Klik op grafiek voor uitvergroting)
Airbnb zelf betwist de cijfers uit de grafiek hierboven echter. “Dit rapport is fout en gebruikt verkeerde data en werd al eerder bekritiseerd door beleidsmakers in Amsterdam. Het werd geschreven door adviseurs van de hotelindustrie met als doel hun financiële belangen te beschermen", zegt Bernard D'heygere van Airbnb in een reactie.
Volgens de woordvoerder werkt Airbnb samen met Amsterdam om verantwoordelijk vakantieverhuur te promoten. "De overgrote meerderheid van de verhuurders in deze steden - 9 op 10 - bieden één accommodatie aan, en verhuurders in Amsterdam worden automatisch geblokkeerd om hun woning langer dan 60 nachten per jaar te verhuren. En terwijl grote hotels geld onttrekken van plekken waar zij ondernemen, houden verhuurders op Airbnb tot 97 cent over van elke euro die zij vragen voor hun ruimte.”
Huis als belegging rukt op
Waar Airbnb naar eigen zeggen dus niet dient als platform voor beleggingspanden, rukt het gebruik van koophuizen in grote steden voor investeringen door particulieren wel op, blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam en de Katholieke Universiteit Leuven, waarover het AD schrijft.
Tussen 2012 en 2017 is de particuliere huursector in ons land met 23,4 procent gegroeid.
In 2006 werd 3,3 procent van de woningaankopen gedaan door kleine investeerders. Inmiddels ligt het landelijk gemiddelde op 5,8 procent.