- Op 15 september is het de Dag van de Scheiding, in de maand waarin ooit de eerste scheiding in Nederland plaatsvond.
- Scheiden wordt lastiger met een koophuis, zo geven 50-plussers aan in onderzoek. Vooral door hogere lasten.
- Business Insider bespreekt de scheidingscijfers en hoe een scheiding bij een huwelijk in gemeenschap van goederen kan uitpakken als je een koophuis hebt.
- Lees ook: Samen een huis kopen? Dit kun je doen als de één meer vermogen inbrengt of een groter deel van de hypotheek betaalt dan de ander
September is aangebroken en dat is de maand waarin vaak getrouwd wordt, maar de maand waarin ook de Dag van de Scheiding aandacht krijgt. Zowel trouwen als scheiden hebben grote financiële gevolgen, vooral als je samen een koopwoning hebt. Business Insider bespreekt hoe een scheiding kan uitpakken.
Wellicht is het geruisloos aan je voorbijgegaan, maar elk jaar valt in september de Dag van de Scheiding. Dit jaar zal dat op de 15e van de maand zijn. Dit heeft te maken met de allereerste echtscheiding in Nederland, die op 11 september 1796 plaatsvond. Het echtpaar Meers uit Limburg wilden toen niet meer met elkaar verder en besloten gebruik te maken van de toen splinternieuwe mogelijkheid om hun huwelijk te ontbinden.
Dat verliep niet helemaal volgens plan, want toen meneer Meers in 1821 stierf, stond ‘echtgenoot Agatha Lenearts’ gewoon op de overlijdensakte. Tot de dood ons scheidt gold letterlijk. Mogelijk was het stel weer getrouwd omdat scheiden destijds totaal niet geaccepteerd was. Het bleef volgens ISGeschiedenis tot 1971 ongebruikelijk om te scheiden.
Tegenwoordig hoef je niet naar het hiernamaals om van je levenspartner af te komen. Sinds scheiden vanaf de jaren ’70 meer gemeengoed werd, steeg het aantal gehuwden dat uit elkaar ging. In de jaren zestig vonden er nog 2,2 echtscheidingen per duizend echtparen plaats. In 1984 en 1985 waren dat er 9,9 per duizend.
Het hoogtepunt - of dieptepunt zo je wilt - was 2001 waarin 10,8 echtscheidingen op duizend echtparen plaatsvonden, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Sinds 2014 is het aantal echtscheidingen dalende.
In welke maand scheiden stellen (en trouwen ze)?
Wanneer besluiten mensen de knoop door te hakken over een scheiding? Maart en augustus, volgens Amerikaans onderzoek, als de kerstdagen en de zomervakantie als laatste strohalmen de echtelieden niet dichter bij elkaar hebben gebracht - juist niet als je denkt aan de stress die soms bij vakanties en feestdagen komt kijken.
Ook september wordt genoemd als maand van de meeste scheidingsaanvragen, wederom na de zomervakantie. Kijken we naar de echtscheidingscijfers van het CBS dan zien we dat vanaf 2010 januari en maart de maanden met de meeste afgeronde echtscheidingen zijn.
In de afgelopen 14 jaar stonden zowel maart als januari vijf keer aan top, waarbij in 2023 nog moet blijken of januari overtroffen wordt. Het gaat dan om de ontbinding van huwelijken en geregistreerd partnerschappen waarin beëindiging door overlijden niet is meegenomen.
Bij trouwen en het aangaan van een geregistreerd partnerschap zijn vanaf 2010 de maanden juni en september populair. September stond in de afgelopen 14 jaar vijf keer aan top en juni zes keer, maar in 2023 moet blijken of juni nog ingehaald wordt.
Scheiden en een koophuis: financieel complex
De gemiddelde leeftijd waarop mensen scheiden is gestegen en lag in 2022 op 48 jaar voor mannen en 45 jaar voor vrouwen, volgens het CBS. Bij 1 op de 3 scheidingen gaat het om 50-plussers. In 2022 kwam er na gemiddeld 14,8 jaar een einde aan het huwelijk, waarbij het grootste deel van de huwelijken 5 tot 10 jaar duurde.
Bij het ontvlechten van levens kan de koopwoning een behoorlijk struikelblok zijn. Zo vindt 35 procent van de 50-plussers het lastig om uit elkaar te gaan, vooral om als achterblijvende partner de woning te moeten financieren of een andere koopwoning te vinden, blijkt uit onderzoek van financieel intermediair Van Bruggen Adviesgroep onder 50-plussers.
Een kwart achtte alleen wonen zelfs onmogelijk door stijgende maandlasten, waaronder een hogere energierekening en hypotheeklasten door de hogere rente.
Wel gaf een meerderheid van 57 procent aan de scheiding ondanks de grote gevolgen door te willen zetten. Een groot verschil met 10 jaar geleden, toen tijdens de eurocrisis veel stellen bij elkaar bleven omdat hun hypotheekschuld hoger was dan de woningwaarde.
Overwaarde woning blok aan het been bij scheiding
Een huis met overwaarde kan echter evengoed een blok aan het been zijn, merkt Van Bruggen op. Als één van beide in de woning wil blijven, dan moet die achterblijvende partner de huidige hypotheeklasten kunnen dragen én de andere partner uitkopen voor de helft van de overwaarde van de woning.
De blijvende partner moet daar vermogen voor inzetten en als dat niet kan, een extra hypotheek afsluiten. In dat geval moet het inkomen daar wel voldoende voor zijn, het betekent immers dat de maandlasten omhoog gaan. De maandlasten van de extra hypotheek kunnen hoog uitvallen door de hypotheekrente die is sinds begin 2022 is gestegen van zo'n 1 à 2 procent naar 4 à 5 procent.
Scheiden met koopwoning: de uitkoopsom
Stel dat een gewezen koppel een koopwoning heeft die nu drie ton waard is. Het huis is gekocht voor 200.000 euro en de resterende hypotheek bedraagt 100.000 euro. Beide partners hebben een beetje eigen geld ingebracht: degene die in de woning wil blijven 5.000 euro en de vertrekkende partner 10.000 euro.
De overwaarde moet dus worden verrekend en de 5.000 en 10.000 euro aan eigen geld. We gebruiken hiervoor de calculator van berekenhet.nl.
Van belang hierbij is het vergoedingsrecht, wat inhoudt dat als de ene partner iets betaalt binnen het huwelijk, deze betalende partner recht heeft op een vergoeding van de ander bij een scheiding. En hierin wordt dan een waardestijging of -daling meegenomen.
Het kan gaan om een de aflossing van de hypotheek of het inzetten van eigen geld bij de aankoop van de woning. In dat laatste geval bepaalt de waardeontwikkeling van de koopwoning voor een groot deel het vergoedingsrecht. In dit voorbeeld is de huidige waarde van de woning 300.000 euro en de aankoopprijs 200.000, dus een waardestijging van 50 procent.
Dit betekent dat het bedrag van 5.000 euro dat de achterblijver had ingezet voor de aankoop van de woning, 7.500 euro wordt die de vertrekkende partner moet vergoeden. Andersom had de vertrekkende partner 10.000 euro ingezet, dat wordt 15.000 euro die de achterblijver moet vergoeden.
Vervolgens wordt de overwaarde berekend. De huidige marktwaarde is 300.000 euro. Daar gaan de bedragen aan vergoedingsrecht (7.500 euro en 15.000 euro) en de resterende hypotheek van 100.000 vanaf. Blijft over 177.500 euro aan overwaarde.
De twee waren in gemeenschap van goederen getrouwd en de boel wordt fifty-fifty verdeeld. Dus de overwaarde wordt gesplitst: 88.750 euro. Daar komt 15.000 euro vergoedingsrecht bij voor de vertrekkende partner. De uitkoopsom bedraagt dus 103.750 euro (€88.750 + €15.000), die moet de achterblijver aan de vertrekkende ex betalen.
Nieuwe maandlasten hypotheek na scheiding
Ruim een ton trek je niet zomaar uit je achterzak, dus wellicht moet er een hypotheek worden afgesloten. Of de volledige uitkoopsom gefinancierd kan worden met een hypotheek, hangt onder meer af van het inkomen van de achterblijver. Kan die de maandlasten van de oude en de extra hypotheek betalen?
Bij een huwelijk in gemeenschap van goederen waarbij de woning en hypotheek van beide partners zijn, veranderen de voorwaarden en de rente van de oude hypotheek niet voor de achterblijver. De verhuizende partner blijft verantwoordelijk voor de hypotheek totdat deze van hoofdelijke aansprakelijkheid is ontslagen.
Stel dat het gewezen koppel die oude hypotheek van 200.000 euro voor 20 jaar had vastgezet tegen 2 procent rente, dan bedragen de netto maandlasten, dus met hypotheekrenteaftrek, 622 euro. In de loop der jaren loopt dat bedrag op naar de bruto maandlast van 739 euro. Deze maandlasten komen nu voor rekening van de achterblijver.
Die sluit ook een extra hypotheek om de ex uit te kopen voor 103.750 euro. We gaan ervan uit dat het inkomen van de achterblijver hoog genoeg is om beide hypotheken te betalen. De hypotheek voor de uitkoopsom wordt 10 jaar vastgezet tegen de huidige rente van 4,26 procent, waarmee de maandlasten voor deze lening uitkomen op netto in het eerste jaar 391 euro en bruto 511 euro.
De netto maandlasten van de achterblijver gaan dus van zo'n 600 euro naar 1.000 euro en de bruto maandlasten van ongeveer 700 euro naar 1.200 euro. Dat is fors hoger, zeker als je bedenkt dat de achterblijver de lasten eerst deelde met zijn of haar voormalige eega.
Verhuizende partner moet nieuwe (dure) woning vinden
Maar de situatie van de vertrekkende partner is ook niet mals, die moet een nieuw huis zien te vinden een krappe woningmarkt en waarschijnlijk flink wat geld op tafel leggen voor een huur- of koopwoning. In het laatste geval kan de vertrekkende partner niet profiteren van een oude, lage rente. Je kunt je voorstellen dat dit gevoelig kan liggen bij een scheiding.
Het plaatje kan er weer anders uitzien als er sprake is van vermogen. Wellicht kan er dan spaargeld ingezet worden.
We hebben hier slechts één situatie uiteengezet: een scheiding na een huwelijk in gemeenschap van goederen. Maar er zijn natuurlijk nog vele andere situaties waarin mensen uit elkaar gaan. Een huwelijk kan afgesloten zijn onder huwelijkse voorwaarden, waarbij de woning en hypotheek op naam van één van de partners staat. Als dat de achterblijvende partners is, hoeft er niets geregeld te worden.
Maar de woning kan op ook naam van de vertrekkende partner staan of de woning staat op één naam en de hypotheek op twee namen. De regels zijn in elke situatie weer net iets anders als een van de partners in de woning wil blijven. Bovendien kan je als scheidend stel er ook voor kiezen om de woning te verkopen.
Het beste is om een eventuele verdeling bij een scheiding onder de loep te nemen vóórdat je gaat trouwen, zodat je een idee hebt hoe de situatie voor jou kan uitpakken. En dat geldt overigens ook als je niet trouwt, maar gaat samenwonen.