Het is mogelijk om 20 procent (= 2,5 miljard) te bezuinigen op het terrein van
wonen, concludeert de ambtelijke werkgroep die naar dit terrein heeft
gekeken in haar eindrapport. Dit kan op meerdere manieren. Sommige varianten
leveren zelfs een grotere bezuiniging op. In dat geval kan een deel van de "winst"
worden teruggesluisd, aldus het rapport.
Wat zijn de mogelijkheden?
Variant 1: bezuinigen binnen bestaande structuur
Om het scheefwonen aan te pakken gaat de huur voor bewoners van sociale
huurwoningen die meer dan 33.000 euro per jaar verdienen omhoog. In de meest
aantrekkelijke regio’s wordt de maximale huur hoger dan in minder
aantrekkelijke regio’s.
Om te stimuleren dat mensen hun hypotheekschuld aflossen, is alleen de
hypotheekrente nog aftrekbaar die je zou betalen als je je schuld zou
aflossen en die dus ieder jaar minder wordt. Daarnaast wordt het tarief
waartegen je mag aftrekken gemaximeerd op 42 procent en voor schulden tot
500.000 euro.
De overdrachtsbelasting wordt afgeschaft en in plaats hiervan komt er een
belasting op woningbezit.
Met woningcorporaties worden afspraken gemaakt over de investeringen die zij
moeten doen.
Besparing: 3 miljard in 2015 en 6,5 miljard in 2020.
Koopkrachteffect huurders: -3,5 procent
Koopkrachteffect kopers: -2,75 procent
De huizenprijs daalt door het bovenstaande met ongeveer 9 procent.
Variant 2: ander systeem voor sociale huur
In plaats van het systeem waarin woningcorporaties goedkope huurwoningen
aanbieden, wordt de huurtoeslag uitgebreid.
De hoogte van een huur wordt gekoppeld aan de WOZ-waarde van een woning.
Doordat verhuurders hierdoor flink meer inkomsten krijgen, zou er voor hen
wel een nieuw soort bezitsbelasting moeten komen. Net als in variant 1 komt
deze in plaats van de overdrachtsbelasting.
Voor de koopmarkt is de aanpak in deze variant gelijk aan die van variant 1,
maar dan wel zonder de beperkingen voor hogere inkomens en dure huizen.
Besparing: 3 miljard in 2015 en 7 miljard in 2020.
Koopkrachteffect huurders: -4,75 procent
Koopkrachteffect kopers: -2 procent
De huizenprijs daalt door het bovenstaande met ongeveer 8 procent.
Variant 3: hypotheekschuld naar box 3
In deze variant is de oplossing voor de huursector gelijk aan die in variant
1: de huur voor bewoners van sociale huurwoningen die meer dan 33.000 euro
per jaar verdienen gaat omhoog. In de meest aantrekkelijke regio's wordt de
maximale huur hoger dan in minder aantrekkelijke regio's.
De hypotheekschuld en de woning verhuizen van box 1 naar box 3. De woning
wordt dan gezien als vermogen en de schuld als negatief vermogen. Dit
voorkomt dat je zowel een hoge schuld kunt hebben als belastingvrij kunt
sparen. Wel komt er een drempel waarboven er pas vermogensrendemenstheffing
over de woning hoeft te worden betaald. De vrijstelling is gesteld op
150.000 euro plus 50 procent van de rest. Het systeem wordt in tien jaar
ingevoerd.
Ook hier wordt de overdrachtsbelasting vervangen door een bezitsbelasting.
Besparing: 5 miljard in 2015 en 11 miljard in 2020.
Koopkrachteffect huurders: - 4 procent
Koopkrachteffect kopers: - 6 procent
De huizenprijs daalt met ongeveer 12 procent.
Variant 4: nieuw huur en een nieuw koopsysteem
Deze variant combineert het huursysteem van variant 2: in plaats van het
systeem waarin woningcorporaties goedkope huurwoningen aanbieden, wordt de
huurtoeslag uitgebreid. De hoogte van een huur, wordt gekoppeld aan de
WOZ-waarde van een woning. Voor verhuurders komt er een nieuw soort
bezitsbelasting.
De hypotheekschuld en de woning verhuizen naar box 3 net als in variant 3.
De overdrachtsbelasting wordt vervangen door een bezitsbelasting.
Besparing als je dit systeem in 10 jaar invoert: 6 miljard in 2015 en 13
miljard in 2020. De huizenprijzen dalen dan met 12 procent.
Koopkrachteffect huurders: -4,75 procent
Koopkrachteffect kopers: -6 procent
Besparing als je dit systeem in 20 jaar invoert: 4 miljard in 2015 en 8
miljard in 2020. De huizenprijzen dalen met ongeveer 10 procent.
Koopkrachteffect huurders: -4,75 procent
Koopkrachteffect kopers: -3 procent
Variant 5
Deze variant lijkt op variant 4, maar verplaatst de eigen woning en de
hypotheekschuld niet naar box 3, maar haalt ze helemaal uit de
inkomstenbelasting. Huizenbezitters kunnen hun hypotheekschuld dus niet meer
aftrekken, maar hoeven ook geen belasting te betalen over de waarde van hun
woning.
Besparing als bovenstaande in 30 jaar wordt ingevoerd: 4 miljard in 2015 en 8
miljard in 2020.
Koopkracht effect huurders: - 4,75 procent
Koopkrachteffect kopers: - 2,75 procent
De huizenprijs daalt als gevolg van bovenstaande met ongeveer 13 procent.
Lees ook:
of doorpakkers?
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl