NS-medewerkers, politieagenten, brandweerlieden, ambulancepersoneel: vanuit vele hoeken werd maandag gereageerd op de oproep van vakbonden FNV en CNV tot een landelijke stakingsdag “voor een goed pensioen”.
Zo’n goed pensioen zou onder meer moeten behelzen dat de AOW-leeftijd wordt bevroren op 66 jaar. Een begrijpelijke wens, maar “op de lange termijn een heel dure maatregel”, aldus Marcel Lever van het Centraal Planbureau tegenover de NOS. “Bij ongewijzigd beleid is de AOW-leeftijd in 2060 71 jaar. Stel je voor dat je die stijging niet doorvoert, dan komen er dus vijf jaren aan pensioenkosten bij.”
Voor de kosten daarvan zouden zowel overheid als werkgevers en werknemers moeten opdraaien. Momenteel hebben Nederlanders gemiddeld twintig jaar pensioen. Komt daar met de vijf jaar extra een kwart bij, dan moeten de pensioenpremies – betaald door werkgevers en werknemers – volgens Lever ook met een kwart omhoog.
20 miljard euro extra per jaar
Het CPB rekent voor dat de pensioenpremies tot 2060 zouden oplopen van 40 miljard naar 50 miljard euro per jaar, bij een bevriezing van de AOW-leeftijd op 66 jaar.
Door de extra AOW-uitgaven en verminderde belastinginkomsten als gevolg van de vergrijzing, zouden ook voor de overheid de kosten flink oplopen. “Van 2 miljard euro in 2021 tot 12 miljard euro in 2060”, zegt Lever tegen de NOS.
Alles bij elkaar opgeteld zou een bevriezing van de AOW-leeftijd dus 20 miljard euro per jaar extra kosten in 2060. Meer dan de overheid momenteel uitgeeft aan de ministeries van Defensie en Infrastructuur en Waterstaat bij elkaar (19,5 miljard) euro.