- De koersdaling op aandelenbeurzen van maandag ging gepaard met een opleving van een beursindicator die de beweeglijkheid van koersen meet.
- In de VS steeg de VIX-index, ook wel de angstbarometer genoemd, het sterkst sinds februari dit jaar.
- Intussen houden technische analisten een belangrijk steunniveau voor de brede S&P 500-index in de gaten.
Amerikaanse en Europese beurzen daalden maandag relatief fors, waarbij oplaaiende zorgen over de verspreiding van de deltavariant van het coronavirus werden aangehaald.
De Dow-Jonesindex sloot 2,1 procent lager op 33.962,04 punten. De breed samengestelde S&P 500 ging 1,6 procent omlaag tot 4.258,49 punten en techbeurs Nasdaq daalde 1,1 procent tot 14.274,98 punten.
In Amsterdam verloor de AEX-index maandag ruim 2 procent, maar dinsdagmorgen trad enig herstel op en noteerde de hoofdindex in Nederland een plus van 0,7 procent.
Opvallend was dat in de VS de zogenoemde Volatility Index (VIX) met zo’n 34 procent omhoogschoot naar een niveau van 20 punten. Een dergelijke beweging trad voor het laatst op in februari dit jaar. De VIX, ook wel de ‘angstbarometer’ genoemd, meet de activiteit op de optiemarkt en wordt gezien als een indicator voor de beweeglijkheid van de beurs.
Intussen kijken beurshandelaren scherp naar het plaatje van de brede Amerikaanse S&P 500-index. Die beweegt zich namelijk rond belangrijke technische niveaus.
S&P 500-index zit dicht bij 50-daags gemiddelde
Het zogenoemde 50-daags voortschrijdende koersgemiddelde van de S&P 500 stond maandag op 4.239 punten, terwijl de S&P 500 sloot op 4.258 punten, dus een fractie boven het niveau van het 50-daags gemiddelde.
Technische analisten gebruiken het voortschrijdende koersgemiddelde als indicator voor de trendmatige koersontwikkeling. Daarbij geldt dat als de dagkoersen boven het voortschrijdende gemiddelde noteren, dit als gunstig wordt gezien, terwijl bijvoorbeeld een daling tot onder het 50-daags gemiddelde als negatief geldt.
Als de S&P 500 bijvoorbeeld gedurende een aantal dagen onder het 50-daags gemiddelde sluit, geldt dat als een negatief signaal en komt een volgende richtpunt in zicht: het 200-daags voortschrijdend gemiddelde. Dit ligt voor de S&P 500 op 3.894 punten, ofwel ongeveer 8 procent onder het huidige koersniveau.
Omgekeerd geldt, dat als de S&P 500 boven het 50-daagsgemiddeld blijft hangen, er een hernieuwde opmars kan plaatsvinden richting de topniveaus van afgelopen week.
Dit jaar is de S&P 500 al vijf keer met succes opgeveerd na een terugval tot het niveau van het 50-daags voortschrijdend gemiddeld. Technisch analist Katie Stockton ziet de koersdaling van maandag dan ook als een gezonde 'pullback' die eerder als een koopmoment moet worden gezien. "Ik zou de komende dagen kijken naar mogelijkheden om bij te kopen, ervan uitgaande dat er nu stabilisatie optreedt", zegt Stockton tegen Insider.
Ook beursstrateeg Tom Lee van Fundstrat denkt dat de kans op een diepere correctie van de beurs klein is. Hij wijst hierbij op de aanhoudend lage rentes op de obligatiemarkt. "Dit wordt geen daling van 10 procent in onze optiek. Een terugval van 3 tot 5 procent is wel goed mogelijk."
[activecampaign form=24]