- Het optimisme over de beurs en de economie stoelt op aanhoudende monetaire steun, een voorspoedige aanpak van de coronapandemie en stevige steunpakketten van overheden.
- Vooral die laatste twee zaken zouden nog weleens kunnen tegenvallen.
- Strategisch adviseur Andy Langenkamp van ICC Research analyseert de politieke risico’s voor de beurs.
ANALYSE – Veel analisten en economen stellen dat de economische groei voorlopig hoog blijft en aandelen verder kunnen stijgen. Ze drinken echter van een positiviteitscocktail, waarvan minstens twee van de drie ingrediënten van bedenkelijke kwaliteit zijn.
De marktroes steunt op drie veronderstellingen:
- Vertrouwen dat met vaccinaties de coronacrisis in de tweede helft van dit jaar grotendeels is bedwongen.
- Hoge verwachtingen van grootschalige fiscale stimulans.
- De overtuiging dat centrale banken hooguit het monetaire gaspedaal iets minder diep intrappen, maar zeker niet zwaar gaan afremmen.
Hoofdeconoom Eddy Markus van ICC Research denkt dat de Federal Reserve volgend jaar de rente al moet verhogen, aangezien de inflatie sneller lijkt toe te nemen dan Amerikaanse centrale bank nu wil toegeven.
Echter, gelet op het feit dat schuldenniveaus zeer hoog zijn, en de Amerikaanse overheid bijvoorbeeld fiscale steunprogramma's moet financieren met veel extra leningen, is de kans groot dat de Fed een wat hogere inflatie op de koop zal toenemen en rentes relatief laag wil houden.
Het hierboven beschreven monetaire pad gaat uit van effectieve coronabestrijding en aanzienlijke fiscale stimulering. Bij deze laatste twee zaken vallen nog wel wat kanttekeningen te plaatsen.
Pandemie in de verdediging, maar nog lang niet overwonnen
Wat betreft de pandemie is er veel om positief over te zijn. De Amerikanen en Britten zijn als een speer gegaan met vaccineren. Het tempo zit er nu ook in op het Europese vasteland. Bovendien beschermen vaccins die nu breed ingezet worden in het Westen goed tot zeer goed tegen besmettingen en ernstige symptomen.
Maar het is niet allemaal rozengeur en maneschijn. Zo is er de enorme vaccinatiekloof tussen veelal rijke economieën en opkomende landen: rijke landen vaccineren vijventwintig keer sneller dan arme landen.
Een lage vaccinatiegraad, gebruik van relatief minder effectieve vaccins (zoals het Chinese Sinovac), vaccinscepsis, een hoge bevolkingsdichtheid en/of tekortschietende sanitaire en zorgvoorzieningen zijn allemaal factoren die grote sociale en economische schade aanrichten in veel opkomende economieën, waaronder Brazilië, Turkije en vooral India.
Een lage vaccinatiegraad is niet voorbehouden aan opkomende landen. Japan en Zuid-Korea scoren ook bedroevend laag. In die regio voelden landen minder druk tot snel vaccineren, omdat zij succesvol waren in het bedwingen van de eerste besmettingsgolven. Dat lijkt geleid te hebben tot een zekere zelfgenoegzaamheid, waarvoor nu de prijs wordt betaald.
Met enorme brandhaarden zoals India krijgt het virus kans te muteren tot varianten waarop huidige vaccins minder grip hebben, wat het openen van economieën kan vertragen.
Zorgelijk is ook dat in Europa het vaccineren niet snel genoeg is gegaan om een nieuwe golf te voorkomen. Mensen houden zich steeds minder aan de basisregels, omdat de pandemie nu al lang duurt en omdat mensen voorsorteren op het vooruitzicht van gevaccineerde samenlevingen.
In sommige landen is het wantrouwen tegenover vaccins ook vrij groot. In de VS is een kwart van de bevolking niet van plan zich te laten inenten en zo'n 30 procent van de Fransen moet weinig hebben van het vaccin.
Er moet dus worden gewaakt voor té positieve inschattingen van het herstel in de tweede helft van dit jaar. Aandelen zijn nu priced for perfection.
Politieke stabiliteit is niet verzekerd
Beleggers nemen ook blindelings aan dat overheden de economie fiscaal blijven ondersteunen tot de weg omhoog stevig is ingeslagen. Dit is echter geen absolute zekerheid.
De Amerikaanse president Joe Biden is op het schild geheven als de anti-Trump. Op veel vlakken is hij een verademing vergeleken met zijn voorganger. Tegelijk is niet verstandig om op de feiten vooruit te lopen, zoals met Barack Obama gebeurde toen die de Nobelprijs voor de Vrede kreeg na slechts driekwart jaar in het Witte Huis.
De waarderingscijfers van Biden vormen een voorzichtige waarschuwing: slechts twee naoorlogse presidenten scoorden lagere approval ratings na de eerste honderd dagen. Dit komt mede doordat Biden de mond vol mag hebben van samenwerking met de Republikeinen, maar hij handelt er niet erg naar.
Dat blijkt uit zijn plannen voor grondige sociaal-economische hervormingen, zijn steun voor onderzoek naar uitbreiding van het Supreme Court met meer rechters en het initiatief om van Washington D.C. de 51e staat te maken.
Biden heeft waarschijnlijk ook maar kort de tijd voor hervormingen. Onlangs werden de resultaten bekend van de Amerikaanse bevolkingstelling (census). Deze is essentieel voor het toekennen van het aantal zetels per staat in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden.
Volgens de cijfers verliezen Democraten netto drie zetels afgaande op welke staten doorgaans Democratisch en welke normaal gesproken Republikeins stemmen. Dit kan doorslaggevend worden bij de midterm-verkiezingen volgend jaar. Vrijwel altijd verliest de partij van de zittende president die stembusgang. Als het Congres in Republikeinse handen komt, kan Biden zijn hervormingsagenda vaarwel zeggen.
Onrust in VK en Frankrijk, wisseling van de wacht in Duitsland
Er zijn meer belangrijke economieën waar politieke stabiliteit verre van gegarandeerd is.
In het Verenigd Koninkrijk is premier Boris Johnson in de verdediging gedrongen door een aantal schandalen. De succesvolle Britse vaccinatiecampagne poetst vooralsnog de smerigste vlekken weg, maar dat biedt geen zekerheid voor de langere termijn.
Op het Europese vasteland werd de nieuwe Italiaanse premier Mario Draghi als godenzoon verwelkomd. Maar hij kan bijna niet anders dan teleurstellen. Draghi zal waarschijnlijk minder dan twee jaar aan het roer staan van een technocratische regering, terwijl noodzakelijke hervormingen veelal langer vergen om door te voeren.
Dan is er de Franse president Emmanuel Macron. Onder meer de onrust over radicaal islamisme en de haperende aanpak van de coronacrisis maken dat Macron steeds kwetsbaarder wordt.
Tot slot komt er in Duitsland een wisseling van de wacht aan: bondskanselier Angela Merkel maakt plaats voor een nog onbekende opvolger. Merkel gold de afgelopen jaren in Europa als een baken van stabiliteit en de vraag is of de nieuwe Duitse regeringsleider op dezelfde manier de rust kan bewaren.
Na het beursfeestje de kater?
Op de korte tot middellange termijn bestaat dus een gerede kans dat de pandemie en politieke ontwikkelingen zich minder positief ontvouwen dan het scenario waar beleggers nu van uitgaan.
Maar wat weegt dan zwaarder voor financiële marken? Eventuele tegenvallers of dat tegenwind centrale banken nog terughoudender zal maken om het goedkoopgeldbeleid af te bouwen? Slecht economisch nieuws betekende het afgelopen decennium doorgaans goed nieuws voor aandelenmarkten, omdat dit het sein was om de monetaire sluizen nog verder te openen.
Nu rentes niet of nauwelijks lager kunnen en centrale banken al vrij veel onorthodox instrumentarium inzetten, is het de vraag hoelang dat adagium ‘slechts nieuws is goed nieuws’ nog opgaat.
Dit betekent ook dat, gelet op de risico's die er nog altijd zijn rond de coronapandemie en de onvoorspelbare politieke situatie in een aantal grote landen, het niet zou verbazen als beleggers een vervelende kater overhouden aan de cocktail die ze nu gulzig achteroverslaan.
Andy Langenkamp is senior politiek analist bij ICC Consultants, een onafhankelijk adviesbureau en researchhuis gespecialiseerd in valuta-, rente- en financieringsvraagstukken. Op het researchplatform van ICC leest u de analyses van een team van economen, technische analisten en Andy over financiële markten, economie en politiek.