"Deze trappen en loopbruggen zijn speciaal aangelegd voor bezoekers",
wijst gids Dimitrios Salabasis. Dagelijks zijn er rondleidingen door
Duitslands grootste Opel-fabriek en de bakermat van het Opel-imperium.
Allerlei mensen komen erop af: van bedrijfsuitjes tot aan kinderfeestjes. "Veel
kinderen uit de buurt hebben een vader die bij Opel werkt. Zij raken al jong
met ‘het virus’ besmet."
Einde GM Europa
Maar niet iedereen is zo idolaat van Opel. Op de parkeerplaatsen bij het
fabrieksterrein naast de spoorweg staan ook Mercedessen, BMW’s en
Volkswagens. "Dat is een Saab, dat merk hoort ook bij General Motors",
vergoelijkt de communicatiemedewerker. Dan stapt ze in een Opel-busje om
terug te gaan naar de hoofdingang – het Opel-terrein is 2,5 kilometer lang
en 1,5 kilometer breed. Geen afstand die je even wandelt.
Hoelang Saab, Vauxhall en Opel nog bij General Motors (GM) horen is echter nog
maar de vraag. De Amerikaanse autoproducent probeert van zijn Europese tak
af te komen. Het moederbedrijf is zelf failliet en wil nu de gezonde delen
in een nieuwe onderneming steken om een doorstart te maken. Opel, Saab en
Vauxhall zullen daar geen onderdeel van zijn.
Robotarmen en witte handschoenen
Wie de nieuwe eigenaar wordt is nog onduidelijk. GM en de Duitse regering,
die garant staat voor leningen om te zorgen dat Opel de heikele periode
overleeft, zijn in onderhandeling met een Oostenrijks-Canadees-Russisch
consortium onder leiding van auto-onderdelenmaker Magna. Die groep eiste
echter steeds meer geld en steun, waarna GM en de overheid besloten ook weer
met de Chinese automaker BAIC en de Belgische investeringsmaatschappij RHJ
te praten.
Het werk in de fabriek in Rüsselsheim gaat ondertussen gewoon door. Gele
robotarmen zetten de carrosserie in elkaar. Mannen in Opel-kleding met witte
handschoenen schroeven zorgvuldig slangen en stalen onderdelen op de
motoren. Zij maken de nieuwe Opel Insignia, die volgens gids Salabasis
inmiddels al 130 duizend keer besteld is. "Hier werken nog net zoveel
mensen als voor de crisis. Ze maken zelfs meer uren, ze gaan elke zaterdag
door."
Opel weer Duits
Zo goed is het niet altijd gegaan met Opel. In het begin van deze eeuw leed
de Europese tak van GM, waar Opel veruit het grootste onderdeel van is, fors
verlies. Na pijnlijke reorganisaties met baanverliezen, leek het even beter
te gaan. De nieuwe modellen sloegen in 2006 aan. GM besloot het chassis dat
in Rüsselsheim ontwikkeld was ook voor andere merken te gebruiken.
Maar de olieprijzen stegen, de benzine werd duur en de economische crisis
weerhield autokopers van een nieuwe aanschaf. Nu wil GM dus van Opel,
Vauxhall en Saab af.
Helemaal geen slecht idee, vinden veel van de Rüsselsheimers. "Jarenlang
heeft GM hier geld weggehaald", snuift mevrouw Kraft (59). Haar man,
een gepensioneerde Opel-medewerker, knikt mee. "Eerst dacht ik,
iedereen die geld in Opel wil steken, mag het kopen", zegt mevrouw
Kraft. "Maar nu denk ik: laat het maar weer Duits worden. Dan beslissen
ze niet ergens ver weg wat er hier bij ons moet gebeuren."
Dat is ook de mening van Harald Gömmel (45), werkzaam bij een toeleverancier
van onder meer de auto-industrie. "Het beste voor Opel zou zijn als het
weer Duits werd", zegt hij beslist. Bij zijn Nürnbergse bedrijf zien ze
de crisis ook: het aantal opdrachten is met de helft gehalveerd.
Opel en GM vervlochten
Maar kan Opel wel op zichzelf staan? GM kocht het bedrijf in 1929 en de twee
automakers zijn in de loop der jaren steeds meer samengesmolten. De
ontwikkeling van modellen en onderdelen gebeurt zowel in de Verenigde Staten
als in Duitsland. Duitse vindingen werden gebruikt in Amerikaanse auto's,
terwijl Amerikaanse vondsten hun weg vonden in de Opel.
Een samenwerking van tachtig jaar is niet zomaar uit elkaar te trekken.
General Motors heeft dan ook beloofd dat Opel ook nadat het verkocht is,
gebruik zal kunnen blijven maken van patenten die GM in handen heeft. Anders
kan het bedrijf simpelweg zijn auto's niet meer produceren.
Opel heeft GM bovendien nodig voor harde cash om te kunnen investeren en voor
de toegang tot allerlei markten. Jarenlang heeft het Duitse onderdeel
geprofiteerd van de logistiek en de afspraken die het moederbedrijf overal
ter wereld maakte. Dat netwerk is het bedrijf nu kwijt.
Niet op eigen benen
"Opel en GM zijn zo vervlochten, dat Opel niet meer op eigen benen kan
staan", zegt meneer Kreisel (63). Hij is mee op de tour in de
Opel-fabriek en wandelt gefascineerd langs de blinkende oldtimer verzameling
in een afgelegen fabriekshal. De oplossing ligt niet in overheidssteun of
geld van een nieuwe investeerder, meent hij. "De overcapaciteit in de
auto-industrie moet verminderen. Dat zal pijn doen, maar anders valt het
merk om."
Aan het eind van de tour krijgt iedereen een zakje 'kleine, süsse Opel' om mee
te nemen. De gummisnoepjes vinden gretig aftrek. Dit is hoe de bezoekers de
toekomst van Opel zouden willen zien: klein en Duits, een zoet bedrijf.
Einde onrust en angst
Buiten is het stralend weer, het is vijf uur vrijdagmiddag en Holger Timmer
(46) zit ontspannen op een bankje. Dat is wel anders geweest: "Er
verdwijnen al jaren banen bij Opel. Zeker de laatste twee jaar was er de
angst: wat gebeurt er met Opel?" Die angst is nu voorbij, ondanks alle
onzekerheid over wie het bedrijf zal kopen. "Nu is er een besluit
genomen. Opel wordt verkocht. We kunnen diep adem halen en verder gaan."
Dat gevoel leeft ook in de Rüsselheimse Opel-fabriek, zegt gids Salabasis. "Dit
is niet de eerste keer dat Opel door een crisis gaat. Misschien is dit wel
de ergste, maar we hebben hoop dat het goed komt."
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl