Eurocommissaris Olli Rehn (Monetair Beleid) hintte in de afgelopen week al op uitstel van het besluit tot begin volgende maand. Hoe en onder welke voorwaarden de private sector meedoet, is nog onduidelijk. Wel is duidelijk dat dat dat op vrijwillige basis zal gebeuren.
Griekenland kan vermoedelijk half juli de volgende 12 miljard tegemoet zien van de lening van in totaal 110 miljard die het vorig jaar kreeg toegezegd van de eurolanden en het Internationaal Monetair Fonds (IMF), zo blijkt uit de verklaring. Voorwaarde is wel dat het Griekse parlement dinsdag instemt met de bezuinigingsplannen van premier George Papandreou.
Een nieuwe lening
Naast die 110 miljard hebben de noodlijdende Grieken binnen afzienbare tijd een nieuwe lening nodig. Het gaat naar verwachting om circa 80 tot 85 miljard euro. Daarvan zou ongeveer 25 miljard voor rekening van de private sector komen. De rest betalen de EU en het IMF.
Minister Jan Kees de Jager van Financiën wilde na afloop van het beraad in Luxemburg nog geen bedragen noemen. Ook wilde hij niet ingaan op de omvang van de rol van de private sector. De Jager toonde zich wel ingenomen dat nu voor het eerst op papier staat dat banken, verzekeraars en pensioenfondsen ook een deel van het nieuwe steunpakket voor Griekenland betalen. Voor Tweede Kamer en kabinet was dat een harde eis. Volgens De Jager heeft de ,,actieve opstelling” van Nederland ervoor gezorgd dat deelname van de private sector in de verklaring terecht is gekomen. Ook Duitsland en enkele andere landen drongen overigens aan op betrokkenheid van de private sector.
Hoewel de private sector vrijwillig zal meewerken gaat het volgens De Jager in zekere zin om ,,een papieren vrijwilligheid''. Er zal ,,drang'' worden uitgeoefend op banken en andere private financiers om de Grieken te helpen. Dat is ook in het belang van de private partijen zelf, onderstreepte hij. Als Griekenland failliet gaat, kunnen ze naar hun geld fluiten.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl