De Nederlandse bergbeklimmer Eric Arnold bezweek op de Mount Everest aan hoogteziekte, kort nadat hij de top had bereikt. Wat is hoogteziekte?
Op grote hoogte is de lucht ijl en bevat minder zuurstof. Zo is op de top van de Mount Everest (8.848 meter) het zuurstofgehalte nog maar een derde van het gehalte op zeeniveau.
Wie op grote hoogte inspanning levert, kan daar erg veel last van krijgen. Een milde vorm van hoogteziekte leidt tot hoofdpijn, misselijkheid, braken, duizeligheid en kortademigheid. Een ernstige vorm leidt tot hersenoedeem (zwelling van de hersenen) of longoedeem (vocht achter de longen). Die klachten kunnen ook verergeren tijdens rust. In het ergste geval volgt coma of zelfs de dood.
Klimmers kunnen hoogteziekte voorkomen door boven de 2.500 meter hoogte niet meer dan 300 meter per dag te stijgen. Is een bepaalde hoogte bereikt, dan kan de klimmer het best telkens twee dagen nemen om te acclimatiseren. Het lichaam krijgt dan tijd om aan de ijlere lucht te wennen.
Er zijn medicijnen beschikbaar om de verschijnselen van hoogteziekte te bestrijden of te voorkomen, maar volgens artsen is het nog altijd het beste om langzaam te stijgen en genoeg rust te nemen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl